Het drama van Duisburg maakte vorige week op tragische wijze duidelijk wat overdreven commercie op grote culturele evenementen kan betekenen: zelfs in een land met een goede traditie van organisatie en veiligheid kon een ramp ontstaan die te wijten was aan pure waanzin.
Deze waanzin bestaat ook in België, ook al valt dit niet noodzakelijk te merken aan de veiligheid van grote evenementen. Concentraties van volk zoals op de Love Parade zijn haast nergens ter wereld gekend, laat staan bij ons. De platte winstzucht en profileringsdrang die tot zo'n ramp leidden echter wel. Meer dan ooit bij ons.
In de afgelopen weken bezocht ik twee grote Belgische festivals, Rock Werchter en Dour. De ene staat bekend om een groots programma, laatstgenoemde als een internationaal 'alternatief' festival. Wat echter bleek, is dat het organiseren op zich van dit soort evenementen steeds minder rond muziek draait.
Commercialisering is een fenomeen dat al een lange tijd geleden werd ingezet. Talloos zijn de keren dat ik mij eraan ergerde op Marktrock (toen nog met de oude formule), Pukkelpop, en zelfs kleinere festivals zoals Boomtown. Ook op Werchter dit jaar zag je de hoogmis van sponsors met een jong doelpubliek, bijhorende gadgets, sluikreclame én de lawaaierige stands. Tot het optreden van Pearl Jam kon dit echter de pret niet bederven voor muziekliefhebbers: de optredens gingen in volle glorie door en wie dat wou kon tussenin naar de schabouwelijke sponsorstands gaan om daar wat rond te hangen of te feesten.
Toen Eddie Vedder samen met een heel resem andere rocksterren het festival afsloot, vond de organisatie het echter nodig om het optreden, dat te vroeg eindigde, te ontsieren met vuurwerk gebracht door de sponsor (dat stond althans te lezen op de grote schermen). Op het moment dat de commercie rechtstreeks ingrijpt in de muziek, moet er een lijn getrokken worden.
De oorspronkelijke organisator van The Love Parade trok deze lijn al in 2006. Sindsdien verloor het evenement zijn oorspronkelijke doel, formaat en sfeer. Het werd een grote Openlucht-I Love Techno, waarbij allerlei sponsors letterlijk honderdduizenden mensen konden bereiken. Allemaal gratis, dat wel... maar geen muziek zonder een woordje van de sponsor. In 2010 werd een stap verder gegaan: het stratenfestival moest verplaatst worden naar een vaste stek mét hoofdpodium. Veel te veel volk voor een te kleine, gesloten oppervlakte, enkel bereikbaar via een tunnel. Het gevolg is gekend.
Maar ach, een vaste stek is een betere uitgangspositie voor sponsors, en bovendien moest de faam van de Europese Culturele Hoofdstad (een gedeelte titel in het Ruhrgebied) intact gehouden worden. Dit heet: liever geen jongeren die op MDMA liggen te neuken in een lokaal park. Zonder te veel gespeculeer: het punt is en blijft dat het onmogelijke geprobeerd werd, in een poging om een intrinsiek oncommercieel evenement verder 'verkoopbaar' te maken.
Terug naar België: de stands op Dour waren dezelfde als die op Werchter: plat seksisme als verkooptechniek, samen met erg luide muziek en allerlei irritante attributen. Er bestaat blijkbaar een publiek voor op onze festivals. Deze campagne werd in de Borinage echter verder gezet ten koste van livemuziek. Inderdaad, optredens werden verstoord (en in één geval zelfs overgenomen) door een sponsormachine die op hol geslagen was.
Resultaat: een nederlaag voor de muziekliefhebber, het aantrekken van mensen die helemaal niks te zoeken hebben op festivals (en vaak geen enkel optreden zien), en de hele idee van wat een festival ooit was of kon geweest zijn, doorgespoeld in de Dixie-toiletten. Hiermee wordt een klimaat gecreëerd dat het mogelijk maakt om, in de eindeloze zoektocht naar winst van sponsoren en organisatoren, absurde beslissingen te nemen. Zoals: een half miljoen mensen via een tunnel laten passeren. Het draait immers al lang niet meer om de muziek en het vreedzaam samen zijn, maar om de creatie van een product (samen met de promotie van andere producten) voor een zo ruim mogelijk publiek.
Festivals moeten hun ziel terug krijgen. Dat verdienen muziekliefhebbers, maar ook de jeugd op zich. Het traditionele jonge publiek van deze evenementen moet zich in de eerste plaats belangeloos kunnen amuseren. Enkel zo kan ook op lange termijn de veiligheid gegarandeerd worden. Dat kan vandaag niet meer, zei u?
Om maar één voorbeeld te geven: Glastonbury, het meest mythische van alle traditionele festivals, vierde dit jaar z'n 40e verjaardag. Al die tijd zonder winstoogmerk, op basis van duizenden vrijwilligers en telkens met meer dan honderdduizend bezoekers per dag. Eat this, Schueremans.
Marc Puyol
dinsdag 27 juli 2010
dinsdag 20 juli 2010
Het Grote Dourverslag!
Dour staat niet toevallig bekend als het zwaarste (en soms warmste) festival in België. Ook dit jaar werd het een uitputtingsslag, met veel, heel veel optredens van s'middags tot s'morgens vroeg, zon, een epische onweersbui op woensdag, maar helaas met de middenmoot als rode draad.
Het is achteraf altijd opzoeken geblazen wàt je nu precies allemaal hebt gezien. Veel zapwerk hoort er altijd bij op Dour, dat in de eerste plaats een festival blijft om dingen te ontdekken. Toch poogde de organisatie dit jaar met één grote headliner een nieuwe stap te zetten. Dat mislukte behoorlijk. In het verleden is Dour wel eens het festival geweest waarop fantastische revelaties naar voor kwamen (ik denk maar aan Explosions in the Sky in 2004), maar vandaag is het programma minder daarop gericht, en zien we vooral dansbare namen, lokale pop-rock bandjes en dus die paar 'grotere namen'. Gelukkig blijft de hip hop programmatie van dj Lefto nog stevig rechtop staan, en dat zal in dit verslag nog duidelijk worden.
Met 125000 bezoekers over vier dagen was het dus wat minder deze keer, en de prijs van 110 euro (ter vergelijking: het huidige formaat van festival mét vergelijkbaar budget kostte in 2004 slechts 70 euro) zal vermoedelijk de hoofdfactor zijn. De organisatoren krabben zich aan het haar en zoeken excuses in een poging het alternatieve imago van Dour in stand te houden. Niettemin valt het verschil tussen Dour en andere grote Belgische festivals steeds verder te zoeken.
Dag 1 begon zeer stevig met Kapitan Korsakov, dat spijtig genoeg veel te luid en slecht gemixt speelde. Mintzkov is één van die bands die niet op Dour zouden mogen staan, wegens irrelevant voor een 'European Alternative Music Event for Music Lovers'. Iets dat dan weer wél altijd bij Dour past: New York Ska-Jazz Ensemble. Nouja, de naam zegt het zelf al, maar ook de dwarsfluit op het einde van het optreden zorgde voor een persoonlijke touch.
Meteen nadien begon de carrousel van -al dan niet plaatselijke- van oorsprong Franstalige Synthpop-rock bandjes. Allemaal in het kielzog van en inferieur aan Ghinzu, die de laatste dag zou headlinen. Piano Club was de eerste die door de mand viel.
Neen, dan toch liever het stevige werk van Baroness. Met veel echo's van de genialiteit van Mastodon, maar helaas spelend met waardeloze drumpartijen, werd dit een kleine teleurstelling.
Na een ommetje bij de redelijk goed klinkende Wax Tailor, ging het richting mainstage. The Maccabees geven een eigen invulling aan gitaarpop, met enkele ska-invloeden. Het aangename optreden werd echter gefnuikt door het helse circus dat 'The Fountain of Happiness' heet. Voor wie al op Werchter was: de Coca-Cola stand, dus. Daarover later nog meer.
Meteen nadien viel al meteen de muzikale climax van Dour: Faith No More. Over het optreden kunnen we kort zijn: geniaal, maar niet thuis horend op dit festival. Het geluid was al de hele vier dagen erbarmelijk op het hoofdpodium, maar de wei en het podium zélf zijn gewoon veel te klein voor een band van dat kaliber. En toch stond het niet vol, wat het nog wat extra pijnlijk maakte. Voor de fans en Patton was er echter niks aan de hand: covers van 'Boom Bom Pow en 'Ben' (jawel, respectievelijk Black Eyed Peas en Michael Jackson), de aanranding van een reuzeballon, brandhout maken van een bakvis, een kind aan het wenen brengen en ten slotte een spot kapotslaan, het is niet meer dan normaal. Ook op Pukkelpop wisselden apocalyptische taferelen zich af met genialiteit, maar dan in veel betere omstandigheden, ook al was het optreden ginder dan weer te kort. Inderdaad, de sets van Dour en Pukkelpop hadden gewisseld mogen worden. Uiteindelijk draait het allemaal rond Patton, en hij blijft een held die op dezelfde hoogte mag staan als pakweg Thom Yorke. Een man met een missie, die doet wat veel mensen uit het publiek denken (bijvoorbeeld bij de VIP's op Pukkelpop), een idealist, iemand met een fantastische smaak en een zeer groot hart. Hij had toch wat meer mogen halen uit zijn carrière, maar wie weet krijgen we binnenkort alweer een opwindend project voorgeschoteld.
Na deze gemengde gevoelens, kon Moderat wat soelaas brengen. Kijk, dàt is nou eens intelligente elektronica. Een heuse verademing in vergelijking met de stevig oprukkende, maar volledig gratuite en hersenloze beats en synths van onder meer The Subs.
Simian Mobile Disco zit ergens tussen die twee uiteinden en de twee componenten ervan wilden de schijn hoog houden dat het om een 'live' set ging, door al hun materieel richting publiek te plaatsen (en zij dus met hun rug ernaar stonden). Maar ook dat maakte niet bijster veel indruk.
Vervolgens Drum Corps. De queeste naar extreme muziek met een gigantische hoek eraf zal nooit gestopt worden, maar dit duo liet de twijfel toch even toeslaan. Evenwel net iets stiller dan My Bloody Valentine, hoorden we (nouja, 'voelden we' is een betere omschrijving) niks meer en niks minder dan breakcore met daarbovenop harcore metalgitaren (uitgevoerd door een blanke dubbelganger van Bob Marley) en sporadische hardcore punkzang... Hier hoeft geen tekening bij gemaakt te worden. Er zijn grenzen, en Drum Corps overschrijdt die moeiteloos.
Na dit belachelijke schouwspel was het goed om te 'chillen' bij The Count & Siden, Schlaftshofbronx (of iets in die richting) en Hermanos Inglesos. Twee inwisselbare dj-sets waarbij die laatste nu nog steeds niet degelijk kunnen mixen.
Dag 2 begon ook niet spectaculair, met de irritante Los Campesinos! (voorafgegaan door de opnieuw irrelevante want op elke scoutsfuif aanwezige Customs) op de mainstage.
Serena Maneesh was dan een betere optie, maar ook daar was het geluid pokkeluid. Op Dour wordt er namelijk als volgt geredeneerd: gezien de PA niet windvast is en dateert van de vorige eeuw, zetten we het best luid genoeg om erger te voorkomen. Vroeger kon je dat aanvaarden, want het festival was goedkoop en daarbij hoort nu éénmaal wat amateurisme. Nu zou er toch iets aan gedaan mogen worden.
The Futureheads op The Last Arena (de mainstage) werden van extra bassen voorzien door de goede mensen van Coca-Cola, waarna het tijd was voor The Hypnotic Brass Ensemble, oftwel één van de liefst drie verschillende Dournamen die met niemand minder dan Gorillaz op tournee gaan. Zij bewezen goed waarom, maar een beter alternatief blijft Youngblood Brass Band, dat misschien wat te duur uitviel voor Damon Albarn.
Op de Red Frequency Stage volgde het trieste dieptepunt van deze festivalzomer: Dog Eat Dog. Aanvankelijk was dit een afwisseling van hilariteit met nostalgie, waarbij met name de zanger goed weet wat z'n plaats is en dit duidelijk nog enigszins voor z'n plezier doet. Maar toen liep het mis: bij het voorlaatste nummer mochten de 'cowgirls' van de Joe Piler Saloon (de stand van een biermerk), die al het hele optreden irritant stonden te wezen aan de zijkant van het podium, wat reclame maken voor hun (tijdelijke) werkgever. De hele band deed mee, terwijl rode hoeden in het publiek gegooid werden. "Joepileer, olee oleee" klonk het. "Mannen weten waarom" was misschien nog net iets te moeilijk om uit te spreken. De plicht riep, en dus werd er overgegaan tot het gooien van afval richting podium (waarbij moet gezegd worden dat de security zeer correct bleef, ook tijdens de rest van het festival). De rest van het publiek stond er wat apathisch naar te kijken.
De tegenpool van deze pathetische bedoening was te vinden in de Club Circuit Marquee, die slechts met een paar honderd mensen en een vuvuzela gevuld was: The Black Heart Procession. Geniale, dieptrieste muziek die al op plaat erg goed klinkt, maar zich op deze Dour tot de grootste ontdekking en ook wel tot runner-up inzake optredens ontpopte.
Dan werd het tijd voor chAos (de A staat voor anarchy, uiteraard). Atari Teenage Riot is terug! En hoe! Muziek spelen kunnen ze nog steeds niet, maar de creatie van slamdancing in het publiek en overbrengen van een nihilistische boodschap alleszins wel. De bindteksten waren iets politieker getint en het moet gezegd, van dit soort anarchisten mogen er gerust meer rondlopen.
De bronzen medaille van Dour 2010 gaat naar Chris Cunningam. Zijn set was een amalgaam van breakcore en elektronische geluidjes waar geen hoogte van te krijgen viel, samen met een strak geregisseerd visueel spektakel (logisch, want hij is zelf in de eerste plaats regisseur). Mensen die op het ogenblik van dit optreden aan de hallucinogene drugs zaten, waren eraan voor de moeite. De meest groteske, nachtmerrie-opwekkende en mindfuckende beelden passeerden de revue, terwijl ook alles wat uit de speakers kwam even onvoorspelbaar klonk. Briljant.
Techno is dood, en dat werd bewezen door de sets die op zaterdagavond in de Club Circuit Marquee te horen waren: ook Carl Craig en Dave Clarke plegen vadermoord, als het ware. A-Trak was dan weer populistischer ingesteld, maar bracht wel vakwerk. Daarmee werd een zware en bewogen dag afgesloten.
Dag 3 bleek uiteindelijk de minste te zijn, ook al was er op papier heel wat lekkers te beschouwen. Op vlak van hip hop zat het evenwel strak: Pablo Andres begon op een onmogelijk uur en kreeg moeiteloos de bosjes mensen in de CCM mee (ook Lefto stond goedkeurend mee te knikken). Sociaal geëngageerde rap, gratis te verkrijgen on the interwebs. Opzoeken, die handel. Per ongeluk ook een stukje van The Mahones meegepikt, een foute versie van Dropkick Murphy's. Dubbelfout, met andere woorden.
Opnieuw een synthpop-rockbandje dat in de poel van Ghinzu tracht te zwemmen: de Brusselse Vismets. Een stevige portie arrogantie, veel ambitie, maar verder niks speciaals.
De volgende van de Gorillaz-reeks: Little Dragon. Zeer goede zangeres, maar een veel te stijve band. Albarn zal evenwel ook voor een stuk op de looks zijn afgegaan. De nieuwe Björk is ze qua stem immers zeker niet.
Mayer Hawthorne en zijn bandje bestaan dan wel voor 80% uit bleekscheten, de Motown sound brengen ze feilloos over. Het klinkt allemaal vrij ouderwets en weinig origineel, maar het is wel vakwerk.
Os Mutantes is iets Portugees, maar wélk genre precies, was niet meteen duidelijk. Tijd om dit te achterhalen was er niet, want Black Mountain stond te wachten. Nog steeds weinig bekend, ondanks enkele zeer sterke nummers die zelfs radiohitjes zijn geworden. Perfect optreden in de 'kleine tent op de prerie', maar opnieuw weinig navolging vanuit het publiek. Exact hetzelfde scenario voor Spoon: adepten van Wilco en andere geniale bands (Radiohead, om maar iets te zeggen), heeft deze band simpelweg géén slechte nummers. Maar net als Black Mountain missen ze wat publiciteit. Eén en ander zal wel liggen aan de mix van genres, waardoor het geluid van deze groepen minder herkenbaar is.
Zoals gezegd waren er op deze Dour drie rode draden in de programmatie: irrelevante bands, synthpopbands uit de Franstalige wereld en Gorillaz-bands. Tot die eerste groep behoorde ook Das Pop, dat voor een opvallend lege tent speelde.
De La Soul mét liveband. Dat biedt een enorme meerwaarde. Bijvoorbeeld op een Pukkelpoppodium, want op Dour kwam het nooit goed met het geluid. Eén van de mc's was enkel te horen door de monitors. Desondanks werd het een mooi feestje. Meteen in de hip hopsfeer gebleven, want Pete Rock was nog eens in het land samen met CL Smooth (volgens hem ging het evenwel om 'Brussels', wat niet onlogisch is). Weinig ritme, maar wel sterke midschool hip hop zoals het hoort.
Benga (of was het nu Skream) staat altijd voor de betere Dubstep, een aantrekkelijke niche, die evenwel even lang zal meegaan als genres die vier jaar geleden nog groot waren op festivals als Dour. Breakcore, bijvoorbeeld. Stond daar in deze editie überhaupt iets van geprogrammeerd?
Neen, dan toch liever Lefto himself (samen met Sinbad): een perfecte hip hop set tot diep in de nacht. Meer moest dat niet worden, hoewel het toch een érg late nacht werd.
Dag 4 had vaak iets weg van dat 'dagje te veel': een tam publiek bij het hoofdpodium en bands die er zélf niet veel zin meer lijken in te hebben. Het was ook de dag waarop definitief duidelijk werd dat Dour het rijk der mainstreamfestivals is binnengetreden. Weliswaar niet op vlak van programmatie, maar wel op vlak van de citroenpers dat het hele gebeuren geworden is. Jongeren op Dour hebben al vaak geen groot budget, en de sponsorstands, bier -en etensprijzen, alsook het gebrek aan drinkbaar water op het terrein roepen enorme vragen op.
Rond de mainstage waren liefst vier sponsorstands inclusief geluidsinstallatie: de eerder genoemde Joe Piler en Coca Cola-stands, en daarnaast ook Red Bull en Proximus Go For Music. Allen werkten ze met op overdreven seksistische wijze uitgedoste jobstudentes die onder contract staan voor 'promowerk', maar in wezen gewoon betaald worden om, euh, tja, de slet uit te hangen. Dan zeggen alle eikels op het festival in koor: "hé, bloete waiven die danseeeuh! Laten we daarheen gaan!". Dat dit tussen optredens door gebeurt is al behoorlijk érg, maar tijdens de shows? Neen, zo'n wantoestanden zag ik in de verste verte niet op Werchter of Pukkelpop. Een enorme fout van de organisatie en schaamteloze sponsors. Wraakroepend en eigenlijk goed voor een duidelijke statement, maar zoals gezegd is het publiek compleet onverschillig. Het ergste is dat dit 10 jaar geleden nooit gelukt was. Stof om over na te denken.
De muziek dan maar: Melissa auf der Maur, ook bekend van The Smashing Pumpkins, bracht niet veel speciaals. Okee, dat is een makkelijke uitleg, maar veel woorden hoeven er niet aan vuil gemaakt te worden: goeie rockshow, niks meer.
Tinariwen is al van een andere orde. Dit soort muziek biedt een schat aan informatie voor muziekantropologen (als die al bestaan, natuurlijk). Deze desert blues is één van de voornaamste fundamenten van de hedendaagse pop -en rockmuziek. Het klonk evenwel ééntonig, maar ook heel erg mooi. Ontspannen sfeer ook, maar ook hier gooide de Cola-stand roet in het eten.
Dat was -weeral- niks anders bij The Raveonettes. De Denen kregen enkele jaren geleden te maken met een diefstal van al hun instrumenten en verloren misschien daardoor wat van hun oorspronkelijke geluid. Toch was het een goed optreden... tot ook hier de Cola-stand één en ander wist te verneuken. Tijd om eens te gaan praten met whoever's in charge. De security ter plekke was heel correct en wist mij door te verwijzen naar een gast die eruit zag als een beginnende pooier. Die vertelde mij dat de stand maar 5 minuten meer zou openblijven. Vermits het al de laatste dag was, besefte ik dat ik deze consequente lijn gewoon al bij de eerste verstoring had moeten toepassen. Maar het was vast toch een verloren strijd.
De tweede grote ontdekking van het weekend: Medine + Collectif Din Records! Been -en beenharde Franse rap recht uit de banlieues met als enige doel een vuist in het gezicht van Sarkozy te planten. Geen gelul door elkaar, geen onnodige pauzes om wat te dollen met het publiek. Nope, dit was een collectief met een missie. Chapeau!
Veruit de populairste naam van deze Dour was Ghinzu, die als baas-boven-baas van alle franstalige synthpoprockbandjes (denk ook aan Girls in Hawaii of Montevideo, die deze keer niet aanwezig waren) een thuiswedstrijd speelde. Internationaal bezig aan de grootste Belgische doorbraak sinds dEUS, valt het live ook wel te snappen waarom er zoveel te doen is rond Ghinzu. Sterke band.
Devendra Banhart was één van de meest getalenteerde artiesten op deze Dour. De set was festival-gericht. Dit betekent: weinig dromerige en aanstellerige passages, veel soul -en Lou Reed-invloeden. Een straf optreden, met andere woorden. Ook hier: opvallend weinig volk in de Club Circuit Marquee, in tegenstelling tot de optredens van bands met radiohits (ook hier slaan Pure FM en StuBru onverbiddelijk toe) en alles waar hersenloos op te dansen valt. De toekomst lijkt inderdaad behoorlijk zwart, want dit is nu éénmaal de weg die is ingeslagen.
Na een enorm vermoeiend festival was Calvin Harris als afsluiter geen slechte keuze: enorm veel hits, een live band (weliswaar zonder meerwaarde) en een 'verhoogd treintje' in het publiek. Mooi feestje, dus. Maar dan was het genoeg: van veel confort is er op Dour al geen sprake, en de ambitie om bij de twee publieken te horen die het festival telt (het dagpubliek en het nachtpubliek) eist toch wel z'n tol.
De conclusie is dus dat Dour geen échte hoogtepunten had, maar dat er net zoals bij Pukkelpop nog steeds veel ontdekt kan worden. Wat we dit jaar kregen is echter te weinig, zowel voor de prijs als voor de reputatie van het festival. En dat staat nog los van de wantoestanden die eerder werden beschreven.
Tot slot -en voor de duidelijkheid en volledigheid in deze wirwar van concertverslagen- de top 10 van Dour Festival 2010:
10) Pete Rock
9) Tinariwen
8) Atari Teenage Riot
7) Spoon
6) Black Mountain
5) Medine
4) Devendra Banhart
3) Chris Cunningham
2) Black Heart Procession
1) Faith No More
Het is achteraf altijd opzoeken geblazen wàt je nu precies allemaal hebt gezien. Veel zapwerk hoort er altijd bij op Dour, dat in de eerste plaats een festival blijft om dingen te ontdekken. Toch poogde de organisatie dit jaar met één grote headliner een nieuwe stap te zetten. Dat mislukte behoorlijk. In het verleden is Dour wel eens het festival geweest waarop fantastische revelaties naar voor kwamen (ik denk maar aan Explosions in the Sky in 2004), maar vandaag is het programma minder daarop gericht, en zien we vooral dansbare namen, lokale pop-rock bandjes en dus die paar 'grotere namen'. Gelukkig blijft de hip hop programmatie van dj Lefto nog stevig rechtop staan, en dat zal in dit verslag nog duidelijk worden.
Met 125000 bezoekers over vier dagen was het dus wat minder deze keer, en de prijs van 110 euro (ter vergelijking: het huidige formaat van festival mét vergelijkbaar budget kostte in 2004 slechts 70 euro) zal vermoedelijk de hoofdfactor zijn. De organisatoren krabben zich aan het haar en zoeken excuses in een poging het alternatieve imago van Dour in stand te houden. Niettemin valt het verschil tussen Dour en andere grote Belgische festivals steeds verder te zoeken.
Dag 1 begon zeer stevig met Kapitan Korsakov, dat spijtig genoeg veel te luid en slecht gemixt speelde. Mintzkov is één van die bands die niet op Dour zouden mogen staan, wegens irrelevant voor een 'European Alternative Music Event for Music Lovers'. Iets dat dan weer wél altijd bij Dour past: New York Ska-Jazz Ensemble. Nouja, de naam zegt het zelf al, maar ook de dwarsfluit op het einde van het optreden zorgde voor een persoonlijke touch.
Meteen nadien begon de carrousel van -al dan niet plaatselijke- van oorsprong Franstalige Synthpop-rock bandjes. Allemaal in het kielzog van en inferieur aan Ghinzu, die de laatste dag zou headlinen. Piano Club was de eerste die door de mand viel.
Neen, dan toch liever het stevige werk van Baroness. Met veel echo's van de genialiteit van Mastodon, maar helaas spelend met waardeloze drumpartijen, werd dit een kleine teleurstelling.
Na een ommetje bij de redelijk goed klinkende Wax Tailor, ging het richting mainstage. The Maccabees geven een eigen invulling aan gitaarpop, met enkele ska-invloeden. Het aangename optreden werd echter gefnuikt door het helse circus dat 'The Fountain of Happiness' heet. Voor wie al op Werchter was: de Coca-Cola stand, dus. Daarover later nog meer.
Meteen nadien viel al meteen de muzikale climax van Dour: Faith No More. Over het optreden kunnen we kort zijn: geniaal, maar niet thuis horend op dit festival. Het geluid was al de hele vier dagen erbarmelijk op het hoofdpodium, maar de wei en het podium zélf zijn gewoon veel te klein voor een band van dat kaliber. En toch stond het niet vol, wat het nog wat extra pijnlijk maakte. Voor de fans en Patton was er echter niks aan de hand: covers van 'Boom Bom Pow en 'Ben' (jawel, respectievelijk Black Eyed Peas en Michael Jackson), de aanranding van een reuzeballon, brandhout maken van een bakvis, een kind aan het wenen brengen en ten slotte een spot kapotslaan, het is niet meer dan normaal. Ook op Pukkelpop wisselden apocalyptische taferelen zich af met genialiteit, maar dan in veel betere omstandigheden, ook al was het optreden ginder dan weer te kort. Inderdaad, de sets van Dour en Pukkelpop hadden gewisseld mogen worden. Uiteindelijk draait het allemaal rond Patton, en hij blijft een held die op dezelfde hoogte mag staan als pakweg Thom Yorke. Een man met een missie, die doet wat veel mensen uit het publiek denken (bijvoorbeeld bij de VIP's op Pukkelpop), een idealist, iemand met een fantastische smaak en een zeer groot hart. Hij had toch wat meer mogen halen uit zijn carrière, maar wie weet krijgen we binnenkort alweer een opwindend project voorgeschoteld.
Na deze gemengde gevoelens, kon Moderat wat soelaas brengen. Kijk, dàt is nou eens intelligente elektronica. Een heuse verademing in vergelijking met de stevig oprukkende, maar volledig gratuite en hersenloze beats en synths van onder meer The Subs.
Simian Mobile Disco zit ergens tussen die twee uiteinden en de twee componenten ervan wilden de schijn hoog houden dat het om een 'live' set ging, door al hun materieel richting publiek te plaatsen (en zij dus met hun rug ernaar stonden). Maar ook dat maakte niet bijster veel indruk.
Vervolgens Drum Corps. De queeste naar extreme muziek met een gigantische hoek eraf zal nooit gestopt worden, maar dit duo liet de twijfel toch even toeslaan. Evenwel net iets stiller dan My Bloody Valentine, hoorden we (nouja, 'voelden we' is een betere omschrijving) niks meer en niks minder dan breakcore met daarbovenop harcore metalgitaren (uitgevoerd door een blanke dubbelganger van Bob Marley) en sporadische hardcore punkzang... Hier hoeft geen tekening bij gemaakt te worden. Er zijn grenzen, en Drum Corps overschrijdt die moeiteloos.
Na dit belachelijke schouwspel was het goed om te 'chillen' bij The Count & Siden, Schlaftshofbronx (of iets in die richting) en Hermanos Inglesos. Twee inwisselbare dj-sets waarbij die laatste nu nog steeds niet degelijk kunnen mixen.
Dag 2 begon ook niet spectaculair, met de irritante Los Campesinos! (voorafgegaan door de opnieuw irrelevante want op elke scoutsfuif aanwezige Customs) op de mainstage.
Serena Maneesh was dan een betere optie, maar ook daar was het geluid pokkeluid. Op Dour wordt er namelijk als volgt geredeneerd: gezien de PA niet windvast is en dateert van de vorige eeuw, zetten we het best luid genoeg om erger te voorkomen. Vroeger kon je dat aanvaarden, want het festival was goedkoop en daarbij hoort nu éénmaal wat amateurisme. Nu zou er toch iets aan gedaan mogen worden.
The Futureheads op The Last Arena (de mainstage) werden van extra bassen voorzien door de goede mensen van Coca-Cola, waarna het tijd was voor The Hypnotic Brass Ensemble, oftwel één van de liefst drie verschillende Dournamen die met niemand minder dan Gorillaz op tournee gaan. Zij bewezen goed waarom, maar een beter alternatief blijft Youngblood Brass Band, dat misschien wat te duur uitviel voor Damon Albarn.
Op de Red Frequency Stage volgde het trieste dieptepunt van deze festivalzomer: Dog Eat Dog. Aanvankelijk was dit een afwisseling van hilariteit met nostalgie, waarbij met name de zanger goed weet wat z'n plaats is en dit duidelijk nog enigszins voor z'n plezier doet. Maar toen liep het mis: bij het voorlaatste nummer mochten de 'cowgirls' van de Joe Piler Saloon (de stand van een biermerk), die al het hele optreden irritant stonden te wezen aan de zijkant van het podium, wat reclame maken voor hun (tijdelijke) werkgever. De hele band deed mee, terwijl rode hoeden in het publiek gegooid werden. "Joepileer, olee oleee" klonk het. "Mannen weten waarom" was misschien nog net iets te moeilijk om uit te spreken. De plicht riep, en dus werd er overgegaan tot het gooien van afval richting podium (waarbij moet gezegd worden dat de security zeer correct bleef, ook tijdens de rest van het festival). De rest van het publiek stond er wat apathisch naar te kijken.
De tegenpool van deze pathetische bedoening was te vinden in de Club Circuit Marquee, die slechts met een paar honderd mensen en een vuvuzela gevuld was: The Black Heart Procession. Geniale, dieptrieste muziek die al op plaat erg goed klinkt, maar zich op deze Dour tot de grootste ontdekking en ook wel tot runner-up inzake optredens ontpopte.
Dan werd het tijd voor chAos (de A staat voor anarchy, uiteraard). Atari Teenage Riot is terug! En hoe! Muziek spelen kunnen ze nog steeds niet, maar de creatie van slamdancing in het publiek en overbrengen van een nihilistische boodschap alleszins wel. De bindteksten waren iets politieker getint en het moet gezegd, van dit soort anarchisten mogen er gerust meer rondlopen.
De bronzen medaille van Dour 2010 gaat naar Chris Cunningam. Zijn set was een amalgaam van breakcore en elektronische geluidjes waar geen hoogte van te krijgen viel, samen met een strak geregisseerd visueel spektakel (logisch, want hij is zelf in de eerste plaats regisseur). Mensen die op het ogenblik van dit optreden aan de hallucinogene drugs zaten, waren eraan voor de moeite. De meest groteske, nachtmerrie-opwekkende en mindfuckende beelden passeerden de revue, terwijl ook alles wat uit de speakers kwam even onvoorspelbaar klonk. Briljant.
Techno is dood, en dat werd bewezen door de sets die op zaterdagavond in de Club Circuit Marquee te horen waren: ook Carl Craig en Dave Clarke plegen vadermoord, als het ware. A-Trak was dan weer populistischer ingesteld, maar bracht wel vakwerk. Daarmee werd een zware en bewogen dag afgesloten.
Dag 3 bleek uiteindelijk de minste te zijn, ook al was er op papier heel wat lekkers te beschouwen. Op vlak van hip hop zat het evenwel strak: Pablo Andres begon op een onmogelijk uur en kreeg moeiteloos de bosjes mensen in de CCM mee (ook Lefto stond goedkeurend mee te knikken). Sociaal geëngageerde rap, gratis te verkrijgen on the interwebs. Opzoeken, die handel. Per ongeluk ook een stukje van The Mahones meegepikt, een foute versie van Dropkick Murphy's. Dubbelfout, met andere woorden.
Opnieuw een synthpop-rockbandje dat in de poel van Ghinzu tracht te zwemmen: de Brusselse Vismets. Een stevige portie arrogantie, veel ambitie, maar verder niks speciaals.
De volgende van de Gorillaz-reeks: Little Dragon. Zeer goede zangeres, maar een veel te stijve band. Albarn zal evenwel ook voor een stuk op de looks zijn afgegaan. De nieuwe Björk is ze qua stem immers zeker niet.
Mayer Hawthorne en zijn bandje bestaan dan wel voor 80% uit bleekscheten, de Motown sound brengen ze feilloos over. Het klinkt allemaal vrij ouderwets en weinig origineel, maar het is wel vakwerk.
Os Mutantes is iets Portugees, maar wélk genre precies, was niet meteen duidelijk. Tijd om dit te achterhalen was er niet, want Black Mountain stond te wachten. Nog steeds weinig bekend, ondanks enkele zeer sterke nummers die zelfs radiohitjes zijn geworden. Perfect optreden in de 'kleine tent op de prerie', maar opnieuw weinig navolging vanuit het publiek. Exact hetzelfde scenario voor Spoon: adepten van Wilco en andere geniale bands (Radiohead, om maar iets te zeggen), heeft deze band simpelweg géén slechte nummers. Maar net als Black Mountain missen ze wat publiciteit. Eén en ander zal wel liggen aan de mix van genres, waardoor het geluid van deze groepen minder herkenbaar is.
Zoals gezegd waren er op deze Dour drie rode draden in de programmatie: irrelevante bands, synthpopbands uit de Franstalige wereld en Gorillaz-bands. Tot die eerste groep behoorde ook Das Pop, dat voor een opvallend lege tent speelde.
De La Soul mét liveband. Dat biedt een enorme meerwaarde. Bijvoorbeeld op een Pukkelpoppodium, want op Dour kwam het nooit goed met het geluid. Eén van de mc's was enkel te horen door de monitors. Desondanks werd het een mooi feestje. Meteen in de hip hopsfeer gebleven, want Pete Rock was nog eens in het land samen met CL Smooth (volgens hem ging het evenwel om 'Brussels', wat niet onlogisch is). Weinig ritme, maar wel sterke midschool hip hop zoals het hoort.
Benga (of was het nu Skream) staat altijd voor de betere Dubstep, een aantrekkelijke niche, die evenwel even lang zal meegaan als genres die vier jaar geleden nog groot waren op festivals als Dour. Breakcore, bijvoorbeeld. Stond daar in deze editie überhaupt iets van geprogrammeerd?
Neen, dan toch liever Lefto himself (samen met Sinbad): een perfecte hip hop set tot diep in de nacht. Meer moest dat niet worden, hoewel het toch een érg late nacht werd.
Dag 4 had vaak iets weg van dat 'dagje te veel': een tam publiek bij het hoofdpodium en bands die er zélf niet veel zin meer lijken in te hebben. Het was ook de dag waarop definitief duidelijk werd dat Dour het rijk der mainstreamfestivals is binnengetreden. Weliswaar niet op vlak van programmatie, maar wel op vlak van de citroenpers dat het hele gebeuren geworden is. Jongeren op Dour hebben al vaak geen groot budget, en de sponsorstands, bier -en etensprijzen, alsook het gebrek aan drinkbaar water op het terrein roepen enorme vragen op.
Rond de mainstage waren liefst vier sponsorstands inclusief geluidsinstallatie: de eerder genoemde Joe Piler en Coca Cola-stands, en daarnaast ook Red Bull en Proximus Go For Music. Allen werkten ze met op overdreven seksistische wijze uitgedoste jobstudentes die onder contract staan voor 'promowerk', maar in wezen gewoon betaald worden om, euh, tja, de slet uit te hangen. Dan zeggen alle eikels op het festival in koor: "hé, bloete waiven die danseeeuh! Laten we daarheen gaan!". Dat dit tussen optredens door gebeurt is al behoorlijk érg, maar tijdens de shows? Neen, zo'n wantoestanden zag ik in de verste verte niet op Werchter of Pukkelpop. Een enorme fout van de organisatie en schaamteloze sponsors. Wraakroepend en eigenlijk goed voor een duidelijke statement, maar zoals gezegd is het publiek compleet onverschillig. Het ergste is dat dit 10 jaar geleden nooit gelukt was. Stof om over na te denken.
De muziek dan maar: Melissa auf der Maur, ook bekend van The Smashing Pumpkins, bracht niet veel speciaals. Okee, dat is een makkelijke uitleg, maar veel woorden hoeven er niet aan vuil gemaakt te worden: goeie rockshow, niks meer.
Tinariwen is al van een andere orde. Dit soort muziek biedt een schat aan informatie voor muziekantropologen (als die al bestaan, natuurlijk). Deze desert blues is één van de voornaamste fundamenten van de hedendaagse pop -en rockmuziek. Het klonk evenwel ééntonig, maar ook heel erg mooi. Ontspannen sfeer ook, maar ook hier gooide de Cola-stand roet in het eten.
Dat was -weeral- niks anders bij The Raveonettes. De Denen kregen enkele jaren geleden te maken met een diefstal van al hun instrumenten en verloren misschien daardoor wat van hun oorspronkelijke geluid. Toch was het een goed optreden... tot ook hier de Cola-stand één en ander wist te verneuken. Tijd om eens te gaan praten met whoever's in charge. De security ter plekke was heel correct en wist mij door te verwijzen naar een gast die eruit zag als een beginnende pooier. Die vertelde mij dat de stand maar 5 minuten meer zou openblijven. Vermits het al de laatste dag was, besefte ik dat ik deze consequente lijn gewoon al bij de eerste verstoring had moeten toepassen. Maar het was vast toch een verloren strijd.
De tweede grote ontdekking van het weekend: Medine + Collectif Din Records! Been -en beenharde Franse rap recht uit de banlieues met als enige doel een vuist in het gezicht van Sarkozy te planten. Geen gelul door elkaar, geen onnodige pauzes om wat te dollen met het publiek. Nope, dit was een collectief met een missie. Chapeau!
Veruit de populairste naam van deze Dour was Ghinzu, die als baas-boven-baas van alle franstalige synthpoprockbandjes (denk ook aan Girls in Hawaii of Montevideo, die deze keer niet aanwezig waren) een thuiswedstrijd speelde. Internationaal bezig aan de grootste Belgische doorbraak sinds dEUS, valt het live ook wel te snappen waarom er zoveel te doen is rond Ghinzu. Sterke band.
Devendra Banhart was één van de meest getalenteerde artiesten op deze Dour. De set was festival-gericht. Dit betekent: weinig dromerige en aanstellerige passages, veel soul -en Lou Reed-invloeden. Een straf optreden, met andere woorden. Ook hier: opvallend weinig volk in de Club Circuit Marquee, in tegenstelling tot de optredens van bands met radiohits (ook hier slaan Pure FM en StuBru onverbiddelijk toe) en alles waar hersenloos op te dansen valt. De toekomst lijkt inderdaad behoorlijk zwart, want dit is nu éénmaal de weg die is ingeslagen.
Na een enorm vermoeiend festival was Calvin Harris als afsluiter geen slechte keuze: enorm veel hits, een live band (weliswaar zonder meerwaarde) en een 'verhoogd treintje' in het publiek. Mooi feestje, dus. Maar dan was het genoeg: van veel confort is er op Dour al geen sprake, en de ambitie om bij de twee publieken te horen die het festival telt (het dagpubliek en het nachtpubliek) eist toch wel z'n tol.
De conclusie is dus dat Dour geen échte hoogtepunten had, maar dat er net zoals bij Pukkelpop nog steeds veel ontdekt kan worden. Wat we dit jaar kregen is echter te weinig, zowel voor de prijs als voor de reputatie van het festival. En dat staat nog los van de wantoestanden die eerder werden beschreven.
Tot slot -en voor de duidelijkheid en volledigheid in deze wirwar van concertverslagen- de top 10 van Dour Festival 2010:
10) Pete Rock
9) Tinariwen
8) Atari Teenage Riot
7) Spoon
6) Black Mountain
5) Medine
4) Devendra Banhart
3) Chris Cunningham
2) Black Heart Procession
1) Faith No More
dinsdag 6 juli 2010
Het Grote Werchterverslag!
Verstikkende hitte, boerenbedrog en steeds meer het idee hebben dat de camping de place to be is. Zo kan je Werchter 2010, wellicht mijn laatste ooit, samenvatten.
Op Dag 1 kregen we al een voorproef van de hel die vrijdag richting Rotselaar zou afzakken. Kyteman's Hip Hop Orchestra paste goed bij de warmte en bracht een liveshow doorspekt van talent en inventiviteit. De invloeden zijn echter zo danig divers, dat de persoonlijkheid van de act moeilijk vast te pinnen is.
Terwijl De Jeugd van Tegenwoordig de teloorgang der Nederlandse Taal promootte, maakte de wei zich op voor Skunk Anansie, dat amper een kwartier later al aan de slag mocht.
Zangeres Skin heeft niks van haar stem, charisma of act verloren. Vandaar dat het ook een raadsel was waarom een knoert van een echo op de zang werd geplaatst tijdens de eerste twee nummers. Hierdoor viel Charlie Big Potato (je weet wel, met die clip waar je als 12-jarige bang van werd) wat in het water. De rest van het optreden was, om De Morgen te citeren, 'waardige nostalgie': weliswaar veel van de pluimen verloren en een band die nooit ter hoogte van de zangeres zal kunnen staan, maar nog steeds een mooie herinnering aan betere tijden. Van de nieuwe plaat moet echter niet veel verwacht worden.
In de Marquee was het ondertussen naar verluidt al 40 graden. De uitgelaten massa wachtte enthousiast op The XX, dat nog veel zal moeten werken om hun hype en plaats op de affiche te verdienen. De plaat is ook in een sauna even verslavend, maar na een tijd werd hun optreden louter achtergrondmuziek voor bakkende en bradende mensen. Te stil, te weinig dynamisch en té sfeerafhankelijk (denk een donkere concertzaal in putje winter) om van een succes te kunnen spreken.
Dat was wel anders bij Stereophonics, die opvallend hoog op de affiche stonden. Geldwolf Schueremans wist dat Werchter in recordtempo zou uitverkopen, dus een subtopper met wat radiohitjes als voorprogramma van Muse mocht geen probleem zijn. Dit werd echter minder goed onthaald door het publiek, hoewel ook gezegd moet worden dat de band niet echt hun best deed. De set was het strakste van het weekend en de muziek paste zeer goed bij het weer. Anderzijds straalde het één en al routine uit, en heeft deze band nog steeds te veel dertien-in-een-dozijn-nummers. Afsluiter Dakota was het logische hoogtepunt.
Muse kwam, zag en overwon net zoals in 2007. De bombast van hun laatste twee platen blijft een storende factor, maar ze kennen hun eigen favorieten wel: Origin of Symmetry (beter bekend als een mix van Radiohead en Rage Against The Machine) kwam érg goed aan bod. Wel viel het op dat de nog steeds jonge band weinig ritme stak in hun optreden. Gelukkig werd dit gecompenseerd door het ene hoogtepunt na het andere. Bij afsluiter Knights of Cydonia ontplofte de wei. Matthew Bellamy is toch wel een klein genie en stuurde de vetste geluiden tussen en middenin nummers de wei in.
Faithless was veel te laat, en dus was het rond kwart voor 1 tijd om op de camping de batterijen op te laden.
Dag 2 werd dus officieel de warmste Werchterdag aller tijden. Uiteindelijk viel dat wel mee. Met name de edities van vorig jaar en 2003 kregen ook al te maken met tropische hitte. Genoeg drinken en niet in de zon staan was voldoende om de vrijdag door te komen.
Coheed&Cambria is hét bewijs waarom Werchter minstens een derde podium nodig heeft. De band, een vermoedelijk slachtoffer van de gevreesde package deals, werd net zoals Mastodon en The Mars Volta vorig jaar geconfronteerd met een onmogelijke opgave: bij extreem weer de weide overtuigen van "clomplexe" muziek. Hapklare brokken zijn het meest voorkomende dieet van de gemiddelde Werchterganger, dus uiteraard faalde de band in z'n opzet.
Het geplande verrassingsoptreden van Bruce Springsteen in de Marquee ging zoals verwacht niet door, en dus kwam The Gaslight Anthem in de plaats. Ze slaagden er perfect in om de geest van The Boss tot leven te brengen, maar iemand moet mij toch eens uitleggen wélk aspect van TGA origineel is. Groot worden ze alleszins wel, want het genre is perfect voor stadions met een capaciteit vanaf 50000 toeschouwers.
Corinne Bailey-Rae bezorgde de mensen in de Marquee een verdiend middagdutje, waarna het tijd was voor de Bakvishoogmis op de Mainstage. Een band bestaande enkel uit douchebags, genaamd 30 Seconds To Mars stond er namelijk geprogrammeerd. Muziekliefhebbers dienen in een grote boog om deze band te lopen, maar de muziek is danig ergerlijk, dat ook filmliefhebbers hetzelfde zouden mogen doen in het geval van Jared Leto. Die verdient enkel maar onheil na een dergelijk schouwspel.
Editors zou volgens 'kenners' het beste optreden geweest zijn op Rock Werchter 2010. Dit zegt inderdaad veel over deze editie, want de geschreven pers zat er zeker niet zo ver naast. Neen, het absolute hoogtepunt was het niet, maar de band rond Alexander De Croo-lookalike zal het enorm ver schoppen. Ze hebben een eigen geluid, ook al zijn invloeden uit de vroege jaren '80 meer dan duidelijk. Of het nu met Joy Division gitaren of Joy Division synths te doen is, Editors kan je van steeds verder herkennen. Bovendien is het likkebaarden geblazen bij het aanschouwen van wat voor instrumenten op het podium gebruikt worden. De ene klepper na de andere werd gelanceerd en het enige minpuntje was het iets tragere ritme waarin veel nummers werden gespeeld.
Het laatste optreden ooit van LCD Soundsystem op Belgische bodem werd niet het verwachte hoogtepunt. In vergelijking met vroeger draaide het wat minder rond James Murphy (gelukkig maar), en toch waren er zowel veel hoogtepunten als laagtepunten. In de lijn van het festival was Murphy bezopen en lalde hij enkele nummers door de micro. Oudere 'klassiekers' en het betere materiaal van hun laatste -overigens schitterende- plaat brachten soelaas.
Die andere bakvis-hoogmis, waarmee de dag werd afgesloten, werd met gefronste wenkbrauwen vanuit de chilloutweide bekeken, maar gelukkig niet tot op het einde.
Op Dag 3 werd de Werchter-weide tijdens het optreden van Delphic natgeregend. Beter kon niet: Delphic hoefde niet voor een lege tent te spelen, zorgde voor een goed en verfrissend optreden, en al het stof ging eventjes uit de lucht. Das Pop had geen last meer van de regen, maar bracht niet wat verwacht zou kunnen worden van een Vlaamse band op Werchter. Ze zijn een stuk meer de moeite waard als headliner van kleine landelijke festivalletjes.
Een iets betere Belgische band, Channel Zero, kreeg een belachelijk uur toegewezen, maar deed alles wat het kon. In de voorste vakken ontstonden bij momenten zelfs fraaie moshpits, en de zang en het geluid waren absoluut feilloos. Prima optreden dus, en als de nieuwe plaat goed zit, kan de band misschien toch nog internationaal doorbreken. Want vergis u niet: dit is één van de beste metalbands van Continentaal Europa.
Yeasayer werd gedeeltelijk overgeslagen ten voordele van Channel Zero, maar dat was slechts ten dele terecht. Weinig bands (behalve uit Brooklyn) die een meer verfrissend geluid brengen, dat verrassend goed werd onthaald door het publiek in de Marquee.
Dé verrassing van het weekend: Porcupine Tree, geprogrammeerd in de Marquee op een vooravond, bracht een feilloze set en kreeg het publiek moeiteloos mee. Op voorhand kon nochtans gedacht worden dat dit in de verste verte geen festivalact was, maar dit is een band die duidelijk ook het hoogste niveau aankan. Wie weet kunnen de leden zich nog aan een doorbraak verwachten.
In diezelfde tent (en ver erbuiten) ging de massa compleet los bij Florence + The Machine. Waarom is niet geheel duidelijk, en dit optreden riep meer vragen op dan het er beantwoordde. Zoals bijvoorbeeld: waarom wordt Florence en haar bandje op handen gedragen? Of: waarom worden compleet structuurloze nummers zonder hitpotentie dan toch hits? En vooral: wélk genre en wat voor muziek spéélt die nu eigenlijk? Het enige wat we weten, is dat er heel wat aanstellerig gedrag was op het podium, afgewisseld met een sterke zang en een paar nummers die wél nog enigszins een kern hadden en dus ook konden blijven plakken (waaronder de alom bekende cover, natuurlijk). Dit uitroepen tot absoluut hoogtepunt van het weekend gaat er dus ver over, beste Canvas.
Het optreden van P!nk illustreert de teloorgang van het Werchter-publiek: de wei voller dan ooit en 'de show' als belangrijkste element. Ga dan toch naar het circus! Neen, op die manier komt het niet goed met de mainstreamfestivals in België. Het publiek is kritieklozer dan ooit en luistert graag naar 'wat uit de boxen komt'. Bedankt, Studio Brussel, voor het verneuken van onze jeugd.
Empire of the Sun speelt al hun nummers in een triestig register en is op zich daardoor al waardeloos. Maar ook hier speelde 'de show' een grote rol, en wachtte iedereen op hun twee oorwurmen van hitjes. De irritante zanger kwam amper boven de herrie van P!nk uit, maar het optreden bleek toch een succes. Over tien jaar staat dit echter gewoon op een verzamelplaat 'Foute 80's revival bands uit de noughties'. Of zo.
Voor show én humor én gitaarmuren is er maar één adres: Rammstein! Ook dit is een act die vaak meer op een langgerekte clip lijkt, maar hier mag het gewoon. Zonder pyro's was Rammstein nooit zo groot geworden, maar nog minder zonder hun fantastische humor, perfect geïllustreerd door zanger Till Lindemann (zélf overigens professioneel pyromaan). Het publiek werd verwelkomd door een Duitse vlag ter grote van de mainstage, wat gezien de prestatie van Klose en co eerder op de dag, toch wel een understatement leek. Voor de rest niks verrassends: spectaculair stunt-en vliegwerk, ei zo na derde graadsbrandwonden, de spanning waarbij elk moment iets mis leek te kunnen gaan, en heel wat bekende Rammsteinnummers. Tja, je zou soms haast de muziek vergeten. Het optreden stopte al na anderhalfuur, waarbij de toegift voor meer dan de helft bestond uit een boot in het publiek met daarop een toetsenist die op geen enkel momen van het optreden live speelde (en dat ook niet verborg). Dat was een half uur eerder dan gepland, maar zoiets was te verwachten.
Dag 4 was ondanks het afzeggen van Wolfmother zonder enige twijfel de beste. Bij opnieuw zeer warm weer een hele dag mainstage doen was dan ook de boodschap. Pijnlijk genoeg moesten Gomez en Dirty Projectors er aan geloven, maar de reeks optredens op het grote podium was té goed om er iets van te missen.
Oostendenaars The Van Jets mochten openen en deden dat veel beter dan in 2007, toen de band bijzonder verlegen overkwam. The Black Keys gaven een uitstekend vervolg daaraan, door 'futuristische blues' op een veel te groot podium complexloos te brengen, zonder onder de indruk te zijn van de omstandigheden. Het was wel een beetje vals spel van hun kant, want de helft van het optreden werd met twee vrienden (een bassist en een toetsenist) afgerond. Ga dat zien in een zaal in uw buurt!
Een trip down memory lane van formaat: de ultieme grungeband Alice in Chains is terug! Nouja, 'ultiem': de band verloor niet enkel veel van z'n pluimen, het onderging zelfs een amputatie in 2002. Layne Staley is onvervangbaar, maar William Duvall deed zeer goed z'n best. Tot aan de spreekwoordelijke schoenzolen geraken is toch al heel wat, de stem van Staley in achting genomen. Het optreden verliep feilloos en de band had er ondanks het vroege uur enorm zin in. Maar goed, eens je pakweg de legendarische bootleg 'Live in Glasgow 1993' beluistert, besef je dat het optreden van zondag op Werchter 2010 gebracht werd door een veredelde coverband. Het gaat niet alleen om de stem, maar natuurlijk ook het ritme, de 'vibe', het publiek, de genadeloze moshpits, de drugs... Grunge breng je niet zomaar terug. Toch moeten we met z'n allen AiC bedanken voor een schitterend vleugje nostalgie, 20 jaar na dato. Het nieuwe materiaal valt zelfs nog goed te pruimen!
Hoe ver kan Vampire Weekend komen? Het optreden in Werchter doet vermoeden dat het niet vet meer zal worden voor wat ongetwijfeld de lichtzinnigste band van de Brooklyn-scene is. Ze brengen pop, okee, maar live klinkt het zo mogelijk nog softer dan op plaat. Hun set was verkeerd opgebouwd en veel nummers zijn onderling inwisselbaar. Bovendien kon het publiek vooral de eerste plaat appreciëren, en komt Contra, ondanks een nummer-één plek in de V.S. vooralsnog weinig over.
Tijd voor het échte werk dan: Them Crooked fucking Voltures. Oftwel: drie rockgoden van de bovenste kringen die samen een feestje houden, spelen voor het plezier, en er ook nog eens een ex-lid van Queens of the Stone Age bij sleuren. Een mooie plek op de affiche en een fanstastisch hard geluid maakten het af. TCV werd één van de hoogtepunten, en dat is op zich ook niet moeilijk gezien het niveau. De muziek is niet groots, de band wél. Hopelijk krijgt dit project nog een lang staartje. Overigens was Dave Grohl de absolute uitblinker.
De programmatie van Arcade Fire (tussen twee oerrockbands) was niet echt geslaagd, maar dat had weinig invloed op een uitstekend optreden van de Canadezen. De bombarie van 2007, die een iets minder tweede album en een bewogen tour met zich meebracht, werd duidelijk thuis gelaten. Een zeer goeie zaak! De band speelde bevrijd, bracht enkele veelbelovende nummers (behalve 'Month of May', wat hoogstens een B-kantje zou mogen worden), maar vooral: de spirit van 2005, toen ze ongekroonde indiekoningen werden, was weer heel even terug! Hoogepunten waren dan ook de nummers van 'Funeral', zonder twijfel één van de beste platen van het afgelopen decennium.
En dan zat het er bijna op voor het muzikale luik van dit Werchter: wat op voorhand het hoogtepunt was, Pearl Jam, werd het ook na afloop. Hoewel. Zoals vermeld, lag het niveau al niet hoog, maar Pearl Jam zag een uitstekend optreden gefnuikt door tijdsgebrek. Waarom ze dan zélf kozen voor twee pauzes is dan ook onduidelijk. Mochten ze aan één stuk door gespeeld hebben, dan was dit legendarisch geweest. Het optreden kon dus nooit goed op gang komen, ondanks een (zatte) Vedder die schitterend bij stem was en een halsbrekend ritme. Veel paradoxen, perfect geïllustreerd door het eindpunt: de cover van 'Kick Out The Jams' (MC5, een nummer met één van de beste gitaarpartijen ooit) in samenwerking met Alain Johannes en Dave Grohl die losging op een tamboerijn. Het beste van Seattle stond dus zowaar op het podium! En dan: toen het optreden naar een kookpunt groeide, werd het vuurwerk al aangestoken (een serieus 'WTF-moment'), en even later kwam een boodschap van de sponsor ('provider of the fireworks') op het scherm, terwijl de bandleden van het podium liepen. Haastig, verward en vooral zeer jammer... dat waren de laatste indrukken.
Geen wonder dus dat er massaal brandjes gesticht werden op het terrein, bij het begin van wat nog een woelige nacht zou worden. Zes mensen zouden uiteindelijk opgepakt zijn.
Het was een mindere Werchter op muzikaal vlak, maar het werd vooral duidelijk dat met zo'n publiek alles kan aangevangen worden. Mensen gaan voor het merk, voor het plezier op de camping (velen zién gewoon geen optredens), en die lijn zal zich doorzetten, tenzij de nadruk opnieuw op muziek komt. Dat wil dus ook zeggen: laat bands voldoende spelen en stop met dat boerenbedrog. De aangekondigde settijden klopten vaak niet, de hele vrijdag in de Marquee begon onaangekondigd 20 minuten vroeger... wat moet hiermee aangevangen worden als Werchter zogezegd het 'beste festival ter wereld' is? Niet alleen eens een jaartje overslaan, maar gewoon uitkijken naar betere (buitenlandse) alternatieven is dus de boodschap.
Nog een woordje over het Nucleair Forum Nucléaire: wat deed DAT daar? Niet aangekondigd op de site, had deze lobby van Albert Freire (meer info: klik) een gigantische stand, waar de eigen radioactieve lading (!) kon gemeten en vergeleken worden met die van Miss België. Daaruit zou dan moeten geconcludeerd worden dat we amper aan straling worden blootgesteld en dat pakweg kosmische straling schadelijker is dan kerncentrales (duh)... en toch doet de lobby zich voor als 'neutraal'. Hun merch in de vorm van grote en kleine vaten nucleair afval (een schitterende oefening in cynisme) was vooral nuttig voor alcoholconsumptie. Maar dit is ongehoord. Schueremans gebruikt zijn (nouja, 'zijn') festival nu dus ook al voor politieke doeleinden en vangt er vermoedelijk een smak geld voor.
Nog een reden om naar festivals te gaan waar de corporate bullshit ver weg blijft? Stevie Wonder, Gorillaz en Prince komen aardig in de buurt. Dit jaar waren ze op Glastonbury en Roskilde te bezichtigen. Volgend jaar zal het programma dààr vast opnieuw beter zijn dan dat van Rock Werchter. Neem daarbij een organisatie die niet op winst uit is, een veel betere sfeer en een fantastisch publiek, en de conclusie is snel getrokken. Het is niet voor iedereen weg gelegd, natuurlijk... maar wie niet tevreden is over Werchter moet er toch maar eens over nadenken.
Op Dag 1 kregen we al een voorproef van de hel die vrijdag richting Rotselaar zou afzakken. Kyteman's Hip Hop Orchestra paste goed bij de warmte en bracht een liveshow doorspekt van talent en inventiviteit. De invloeden zijn echter zo danig divers, dat de persoonlijkheid van de act moeilijk vast te pinnen is.
Terwijl De Jeugd van Tegenwoordig de teloorgang der Nederlandse Taal promootte, maakte de wei zich op voor Skunk Anansie, dat amper een kwartier later al aan de slag mocht.
Zangeres Skin heeft niks van haar stem, charisma of act verloren. Vandaar dat het ook een raadsel was waarom een knoert van een echo op de zang werd geplaatst tijdens de eerste twee nummers. Hierdoor viel Charlie Big Potato (je weet wel, met die clip waar je als 12-jarige bang van werd) wat in het water. De rest van het optreden was, om De Morgen te citeren, 'waardige nostalgie': weliswaar veel van de pluimen verloren en een band die nooit ter hoogte van de zangeres zal kunnen staan, maar nog steeds een mooie herinnering aan betere tijden. Van de nieuwe plaat moet echter niet veel verwacht worden.
In de Marquee was het ondertussen naar verluidt al 40 graden. De uitgelaten massa wachtte enthousiast op The XX, dat nog veel zal moeten werken om hun hype en plaats op de affiche te verdienen. De plaat is ook in een sauna even verslavend, maar na een tijd werd hun optreden louter achtergrondmuziek voor bakkende en bradende mensen. Te stil, te weinig dynamisch en té sfeerafhankelijk (denk een donkere concertzaal in putje winter) om van een succes te kunnen spreken.
Dat was wel anders bij Stereophonics, die opvallend hoog op de affiche stonden. Geldwolf Schueremans wist dat Werchter in recordtempo zou uitverkopen, dus een subtopper met wat radiohitjes als voorprogramma van Muse mocht geen probleem zijn. Dit werd echter minder goed onthaald door het publiek, hoewel ook gezegd moet worden dat de band niet echt hun best deed. De set was het strakste van het weekend en de muziek paste zeer goed bij het weer. Anderzijds straalde het één en al routine uit, en heeft deze band nog steeds te veel dertien-in-een-dozijn-nummers. Afsluiter Dakota was het logische hoogtepunt.
Muse kwam, zag en overwon net zoals in 2007. De bombast van hun laatste twee platen blijft een storende factor, maar ze kennen hun eigen favorieten wel: Origin of Symmetry (beter bekend als een mix van Radiohead en Rage Against The Machine) kwam érg goed aan bod. Wel viel het op dat de nog steeds jonge band weinig ritme stak in hun optreden. Gelukkig werd dit gecompenseerd door het ene hoogtepunt na het andere. Bij afsluiter Knights of Cydonia ontplofte de wei. Matthew Bellamy is toch wel een klein genie en stuurde de vetste geluiden tussen en middenin nummers de wei in.
Faithless was veel te laat, en dus was het rond kwart voor 1 tijd om op de camping de batterijen op te laden.
Dag 2 werd dus officieel de warmste Werchterdag aller tijden. Uiteindelijk viel dat wel mee. Met name de edities van vorig jaar en 2003 kregen ook al te maken met tropische hitte. Genoeg drinken en niet in de zon staan was voldoende om de vrijdag door te komen.
Coheed&Cambria is hét bewijs waarom Werchter minstens een derde podium nodig heeft. De band, een vermoedelijk slachtoffer van de gevreesde package deals, werd net zoals Mastodon en The Mars Volta vorig jaar geconfronteerd met een onmogelijke opgave: bij extreem weer de weide overtuigen van "clomplexe" muziek. Hapklare brokken zijn het meest voorkomende dieet van de gemiddelde Werchterganger, dus uiteraard faalde de band in z'n opzet.
Het geplande verrassingsoptreden van Bruce Springsteen in de Marquee ging zoals verwacht niet door, en dus kwam The Gaslight Anthem in de plaats. Ze slaagden er perfect in om de geest van The Boss tot leven te brengen, maar iemand moet mij toch eens uitleggen wélk aspect van TGA origineel is. Groot worden ze alleszins wel, want het genre is perfect voor stadions met een capaciteit vanaf 50000 toeschouwers.
Corinne Bailey-Rae bezorgde de mensen in de Marquee een verdiend middagdutje, waarna het tijd was voor de Bakvishoogmis op de Mainstage. Een band bestaande enkel uit douchebags, genaamd 30 Seconds To Mars stond er namelijk geprogrammeerd. Muziekliefhebbers dienen in een grote boog om deze band te lopen, maar de muziek is danig ergerlijk, dat ook filmliefhebbers hetzelfde zouden mogen doen in het geval van Jared Leto. Die verdient enkel maar onheil na een dergelijk schouwspel.
Editors zou volgens 'kenners' het beste optreden geweest zijn op Rock Werchter 2010. Dit zegt inderdaad veel over deze editie, want de geschreven pers zat er zeker niet zo ver naast. Neen, het absolute hoogtepunt was het niet, maar de band rond Alexander De Croo-lookalike zal het enorm ver schoppen. Ze hebben een eigen geluid, ook al zijn invloeden uit de vroege jaren '80 meer dan duidelijk. Of het nu met Joy Division gitaren of Joy Division synths te doen is, Editors kan je van steeds verder herkennen. Bovendien is het likkebaarden geblazen bij het aanschouwen van wat voor instrumenten op het podium gebruikt worden. De ene klepper na de andere werd gelanceerd en het enige minpuntje was het iets tragere ritme waarin veel nummers werden gespeeld.
Het laatste optreden ooit van LCD Soundsystem op Belgische bodem werd niet het verwachte hoogtepunt. In vergelijking met vroeger draaide het wat minder rond James Murphy (gelukkig maar), en toch waren er zowel veel hoogtepunten als laagtepunten. In de lijn van het festival was Murphy bezopen en lalde hij enkele nummers door de micro. Oudere 'klassiekers' en het betere materiaal van hun laatste -overigens schitterende- plaat brachten soelaas.
Die andere bakvis-hoogmis, waarmee de dag werd afgesloten, werd met gefronste wenkbrauwen vanuit de chilloutweide bekeken, maar gelukkig niet tot op het einde.
Op Dag 3 werd de Werchter-weide tijdens het optreden van Delphic natgeregend. Beter kon niet: Delphic hoefde niet voor een lege tent te spelen, zorgde voor een goed en verfrissend optreden, en al het stof ging eventjes uit de lucht. Das Pop had geen last meer van de regen, maar bracht niet wat verwacht zou kunnen worden van een Vlaamse band op Werchter. Ze zijn een stuk meer de moeite waard als headliner van kleine landelijke festivalletjes.
Een iets betere Belgische band, Channel Zero, kreeg een belachelijk uur toegewezen, maar deed alles wat het kon. In de voorste vakken ontstonden bij momenten zelfs fraaie moshpits, en de zang en het geluid waren absoluut feilloos. Prima optreden dus, en als de nieuwe plaat goed zit, kan de band misschien toch nog internationaal doorbreken. Want vergis u niet: dit is één van de beste metalbands van Continentaal Europa.
Yeasayer werd gedeeltelijk overgeslagen ten voordele van Channel Zero, maar dat was slechts ten dele terecht. Weinig bands (behalve uit Brooklyn) die een meer verfrissend geluid brengen, dat verrassend goed werd onthaald door het publiek in de Marquee.
Dé verrassing van het weekend: Porcupine Tree, geprogrammeerd in de Marquee op een vooravond, bracht een feilloze set en kreeg het publiek moeiteloos mee. Op voorhand kon nochtans gedacht worden dat dit in de verste verte geen festivalact was, maar dit is een band die duidelijk ook het hoogste niveau aankan. Wie weet kunnen de leden zich nog aan een doorbraak verwachten.
In diezelfde tent (en ver erbuiten) ging de massa compleet los bij Florence + The Machine. Waarom is niet geheel duidelijk, en dit optreden riep meer vragen op dan het er beantwoordde. Zoals bijvoorbeeld: waarom wordt Florence en haar bandje op handen gedragen? Of: waarom worden compleet structuurloze nummers zonder hitpotentie dan toch hits? En vooral: wélk genre en wat voor muziek spéélt die nu eigenlijk? Het enige wat we weten, is dat er heel wat aanstellerig gedrag was op het podium, afgewisseld met een sterke zang en een paar nummers die wél nog enigszins een kern hadden en dus ook konden blijven plakken (waaronder de alom bekende cover, natuurlijk). Dit uitroepen tot absoluut hoogtepunt van het weekend gaat er dus ver over, beste Canvas.
Het optreden van P!nk illustreert de teloorgang van het Werchter-publiek: de wei voller dan ooit en 'de show' als belangrijkste element. Ga dan toch naar het circus! Neen, op die manier komt het niet goed met de mainstreamfestivals in België. Het publiek is kritieklozer dan ooit en luistert graag naar 'wat uit de boxen komt'. Bedankt, Studio Brussel, voor het verneuken van onze jeugd.
Empire of the Sun speelt al hun nummers in een triestig register en is op zich daardoor al waardeloos. Maar ook hier speelde 'de show' een grote rol, en wachtte iedereen op hun twee oorwurmen van hitjes. De irritante zanger kwam amper boven de herrie van P!nk uit, maar het optreden bleek toch een succes. Over tien jaar staat dit echter gewoon op een verzamelplaat 'Foute 80's revival bands uit de noughties'. Of zo.
Voor show én humor én gitaarmuren is er maar één adres: Rammstein! Ook dit is een act die vaak meer op een langgerekte clip lijkt, maar hier mag het gewoon. Zonder pyro's was Rammstein nooit zo groot geworden, maar nog minder zonder hun fantastische humor, perfect geïllustreerd door zanger Till Lindemann (zélf overigens professioneel pyromaan). Het publiek werd verwelkomd door een Duitse vlag ter grote van de mainstage, wat gezien de prestatie van Klose en co eerder op de dag, toch wel een understatement leek. Voor de rest niks verrassends: spectaculair stunt-en vliegwerk, ei zo na derde graadsbrandwonden, de spanning waarbij elk moment iets mis leek te kunnen gaan, en heel wat bekende Rammsteinnummers. Tja, je zou soms haast de muziek vergeten. Het optreden stopte al na anderhalfuur, waarbij de toegift voor meer dan de helft bestond uit een boot in het publiek met daarop een toetsenist die op geen enkel momen van het optreden live speelde (en dat ook niet verborg). Dat was een half uur eerder dan gepland, maar zoiets was te verwachten.
Dag 4 was ondanks het afzeggen van Wolfmother zonder enige twijfel de beste. Bij opnieuw zeer warm weer een hele dag mainstage doen was dan ook de boodschap. Pijnlijk genoeg moesten Gomez en Dirty Projectors er aan geloven, maar de reeks optredens op het grote podium was té goed om er iets van te missen.
Oostendenaars The Van Jets mochten openen en deden dat veel beter dan in 2007, toen de band bijzonder verlegen overkwam. The Black Keys gaven een uitstekend vervolg daaraan, door 'futuristische blues' op een veel te groot podium complexloos te brengen, zonder onder de indruk te zijn van de omstandigheden. Het was wel een beetje vals spel van hun kant, want de helft van het optreden werd met twee vrienden (een bassist en een toetsenist) afgerond. Ga dat zien in een zaal in uw buurt!
Een trip down memory lane van formaat: de ultieme grungeband Alice in Chains is terug! Nouja, 'ultiem': de band verloor niet enkel veel van z'n pluimen, het onderging zelfs een amputatie in 2002. Layne Staley is onvervangbaar, maar William Duvall deed zeer goed z'n best. Tot aan de spreekwoordelijke schoenzolen geraken is toch al heel wat, de stem van Staley in achting genomen. Het optreden verliep feilloos en de band had er ondanks het vroege uur enorm zin in. Maar goed, eens je pakweg de legendarische bootleg 'Live in Glasgow 1993' beluistert, besef je dat het optreden van zondag op Werchter 2010 gebracht werd door een veredelde coverband. Het gaat niet alleen om de stem, maar natuurlijk ook het ritme, de 'vibe', het publiek, de genadeloze moshpits, de drugs... Grunge breng je niet zomaar terug. Toch moeten we met z'n allen AiC bedanken voor een schitterend vleugje nostalgie, 20 jaar na dato. Het nieuwe materiaal valt zelfs nog goed te pruimen!
Hoe ver kan Vampire Weekend komen? Het optreden in Werchter doet vermoeden dat het niet vet meer zal worden voor wat ongetwijfeld de lichtzinnigste band van de Brooklyn-scene is. Ze brengen pop, okee, maar live klinkt het zo mogelijk nog softer dan op plaat. Hun set was verkeerd opgebouwd en veel nummers zijn onderling inwisselbaar. Bovendien kon het publiek vooral de eerste plaat appreciëren, en komt Contra, ondanks een nummer-één plek in de V.S. vooralsnog weinig over.
Tijd voor het échte werk dan: Them Crooked fucking Voltures. Oftwel: drie rockgoden van de bovenste kringen die samen een feestje houden, spelen voor het plezier, en er ook nog eens een ex-lid van Queens of the Stone Age bij sleuren. Een mooie plek op de affiche en een fanstastisch hard geluid maakten het af. TCV werd één van de hoogtepunten, en dat is op zich ook niet moeilijk gezien het niveau. De muziek is niet groots, de band wél. Hopelijk krijgt dit project nog een lang staartje. Overigens was Dave Grohl de absolute uitblinker.
De programmatie van Arcade Fire (tussen twee oerrockbands) was niet echt geslaagd, maar dat had weinig invloed op een uitstekend optreden van de Canadezen. De bombarie van 2007, die een iets minder tweede album en een bewogen tour met zich meebracht, werd duidelijk thuis gelaten. Een zeer goeie zaak! De band speelde bevrijd, bracht enkele veelbelovende nummers (behalve 'Month of May', wat hoogstens een B-kantje zou mogen worden), maar vooral: de spirit van 2005, toen ze ongekroonde indiekoningen werden, was weer heel even terug! Hoogepunten waren dan ook de nummers van 'Funeral', zonder twijfel één van de beste platen van het afgelopen decennium.
En dan zat het er bijna op voor het muzikale luik van dit Werchter: wat op voorhand het hoogtepunt was, Pearl Jam, werd het ook na afloop. Hoewel. Zoals vermeld, lag het niveau al niet hoog, maar Pearl Jam zag een uitstekend optreden gefnuikt door tijdsgebrek. Waarom ze dan zélf kozen voor twee pauzes is dan ook onduidelijk. Mochten ze aan één stuk door gespeeld hebben, dan was dit legendarisch geweest. Het optreden kon dus nooit goed op gang komen, ondanks een (zatte) Vedder die schitterend bij stem was en een halsbrekend ritme. Veel paradoxen, perfect geïllustreerd door het eindpunt: de cover van 'Kick Out The Jams' (MC5, een nummer met één van de beste gitaarpartijen ooit) in samenwerking met Alain Johannes en Dave Grohl die losging op een tamboerijn. Het beste van Seattle stond dus zowaar op het podium! En dan: toen het optreden naar een kookpunt groeide, werd het vuurwerk al aangestoken (een serieus 'WTF-moment'), en even later kwam een boodschap van de sponsor ('provider of the fireworks') op het scherm, terwijl de bandleden van het podium liepen. Haastig, verward en vooral zeer jammer... dat waren de laatste indrukken.
Geen wonder dus dat er massaal brandjes gesticht werden op het terrein, bij het begin van wat nog een woelige nacht zou worden. Zes mensen zouden uiteindelijk opgepakt zijn.
Het was een mindere Werchter op muzikaal vlak, maar het werd vooral duidelijk dat met zo'n publiek alles kan aangevangen worden. Mensen gaan voor het merk, voor het plezier op de camping (velen zién gewoon geen optredens), en die lijn zal zich doorzetten, tenzij de nadruk opnieuw op muziek komt. Dat wil dus ook zeggen: laat bands voldoende spelen en stop met dat boerenbedrog. De aangekondigde settijden klopten vaak niet, de hele vrijdag in de Marquee begon onaangekondigd 20 minuten vroeger... wat moet hiermee aangevangen worden als Werchter zogezegd het 'beste festival ter wereld' is? Niet alleen eens een jaartje overslaan, maar gewoon uitkijken naar betere (buitenlandse) alternatieven is dus de boodschap.
Nog een woordje over het Nucleair Forum Nucléaire: wat deed DAT daar? Niet aangekondigd op de site, had deze lobby van Albert Freire (meer info: klik) een gigantische stand, waar de eigen radioactieve lading (!) kon gemeten en vergeleken worden met die van Miss België. Daaruit zou dan moeten geconcludeerd worden dat we amper aan straling worden blootgesteld en dat pakweg kosmische straling schadelijker is dan kerncentrales (duh)... en toch doet de lobby zich voor als 'neutraal'. Hun merch in de vorm van grote en kleine vaten nucleair afval (een schitterende oefening in cynisme) was vooral nuttig voor alcoholconsumptie. Maar dit is ongehoord. Schueremans gebruikt zijn (nouja, 'zijn') festival nu dus ook al voor politieke doeleinden en vangt er vermoedelijk een smak geld voor.
Nog een reden om naar festivals te gaan waar de corporate bullshit ver weg blijft? Stevie Wonder, Gorillaz en Prince komen aardig in de buurt. Dit jaar waren ze op Glastonbury en Roskilde te bezichtigen. Volgend jaar zal het programma dààr vast opnieuw beter zijn dan dat van Rock Werchter. Neem daarbij een organisatie die niet op winst uit is, een veel betere sfeer en een fantastisch publiek, en de conclusie is snel getrokken. Het is niet voor iedereen weg gelegd, natuurlijk... maar wie niet tevreden is over Werchter moet er toch maar eens over nadenken.
Abonneren op:
Reacties (Atom)
