Een introspectieve oefening mag je dit stuk gerust wel noemen. Lezers heeft het niet, en wie het toch doet zal niet meteen snappen waarover dit gaat. De titel is een metafoor voor mijn leven, laten we het daarbij houden.
B-voetballers zijn veelal een voorwerp van cult. In onze contreien voetballen er relatief meer dan elders, en met name de topclubs uit België en Nederland maken er een sport van om in essentie slechte voetballers ofwel te lanceren, ofwel een tweede carrière te gunnen. Het rijtje is eindeloos: Rommedahl, Tomasson, Oleguer, Birger Martens, Conceiçao, Portillo en natuurlijk Bosko Balaban, om er maar enkele te noemen. Echt goed zijn ze nooit geworden, maar het hoeft je niet te verbazen dat ze meer fanclubs hebben dan Xavi Hernandez.
Kezman is misschien wel het ultieme product van de mediocriteit in de voetballerij der Lage Landen. Bij hem ging het immers omgekeerd: de Holland Casino Eredivisie fungeerde in zijn geval als springplank naar, louter dan een vangnet voor een gefaalde carrière. Hij scoorde aan de lopende band en brak zowat alle records bij Partizan Belgrado en later PSV. Niet moeilijk dat Abramovich hem in 2004 kwam weghalen voor veel geld, waardoor Mateja vandaag zonder problemen kan rentenieren. Ook al scoorde hij de afgelopen zeven jaar nog geen vijftig keer in alle competities.
En wat voor competities! Zijn laatste passage maakte hij in de Hong Kongse eerste klasse, bij lokale zwaargewichten South China. Resultaat na vier maanden contract: 7 goals in 16 wedstrijden en geen verlenging van de verbintenis. De toekomst is onzeker voor de snelste rode kaart uit de geschiedenis van het WK.
Waar liep het dan mis voor de Serviër? Dat valt simpelweg niet te verklaren. Balaban, Portillo, Gabri of Sa Pinto waren gewoonweg slechte voetballers. Ze mochten blij zijn om 300000 euro per jaar te verdienen op een patattenveld ergens in Limburg. Kezman was echter van een andere orde. Hij leek een traject te gaan volgen zoals Ronaldo en Romario ook ooit hadden gedaan. Het talent was er, evenals de determinatie en zelfs een goeie portie intelligentie -getuige daarvan zijn feilloos Engels.
En toch stopte het scoren van de ene dag op de andere. Het niveauverschil met de top is een logische uitleg, maar kan onmogelijk het volledige verhaal vormen. Ik weet het niet. Samenloop van omstandigheden? Vermoedelijk. Maar zelfs dan nog is zo'n context ontleden haast onbegonnen werk. Vermoedelijk ook voor Kezman zélf. Fernando Torres kon ook een half jaar niet scoren, maar zoiets gaat voorbij. Zelfs voetballers met drank, drugs -en vrouwenproblemen raken er wel bovenop. Daarvoor dienen hun belachelijk hoge lonen.
Toch kan Kafka niet volledig instaan voor de situatie van Kezman. Ergens moet deze 32-jarige ex-topspits zélf schuld treffen. Dat staat vast, maar op deze manier simplistisch concluderen dat 'pech' en 'foute keuzes' voor zijn degeneratie hebben gezorgd is voor mij onaanvaardbaar. Ik zie in het Kezman-geval een voorbeeld van hoe werkelijkheid en perceptie een cocktail van falen kunnen vormen die na verloop van tijd buiten de controle valt van de persoon zélf.
Het begint wel degelijk met foute keuzes. Meestal kunnen dergelijke keuzes gecompenseerd worden door hard werk, een aanpassingsperiode en wat 'persoonlijke austeriteit'. Het probleem zit in het te laat inzien van deze foute keuzes. Zes jaar na datum, bijvoorbeeld. Het zou me niet verbazen dat Mateja nu ook tot dit besef komt. Als 32-jarige voetballer is het te laat en rest er hem inderdaad niks anders dan in Hong Kong tegen een bal trappen. Iets analoogs gebeurt met een student van 24 die dankzij Frank Vandenbroecke geen perspectief heeft om binnen een redelijke termijn nog een diploma te halen.
De schuld ligt absoluut bij de student. Maar als deze net als Kezman van niemand te horen krijgt hoe krom het pad is dat hij bewandelt, dan wordt het probleem nog eens vergroot. En soms komt dat niet eens door concrete personen, of structurele omstandigheden. Neen, het kan door een merkwaardige mix van feiten gebeuren. Persoonlijke koppigheid of licht autisme incluis. Het lineaire denken, de pathologische incapaciteit om prioriteiten te stellen, het wegvallen van steun en begeleiding op cruciale momenten... details. En zit succes niet in het verzorgen van die details?
In elk geval, ik pleit ervoor om dergelijke gefaalde levenslopen niet te beschouwen als het gevolg van zij het Darwymples kromme en ronduit debiele theorieën enerzijds, noch de Leviathan van bureaucratieën en mensen met slechte bedoelingen anderzijds. Neen, het is zelfs geen mix van beide. En dat maakt het interessant. Het dagdagelijkse leven is immers eindeloos complex, en miljarden mensen maken dit van dichtbij mee.
Het is misschien om deze reden dat veel B-voetballers 'cult' zijn. Ze zijn middelmatig in voetballend opzicht, maar hun loopbaan is merkwaardig. Wat is er immers interessant aan een Messi die jaarlijks 50 doelpunten scoort? Na een tijdje weten we het wel al. Maar wereldkampioen Denilson die in Viet-Nam gaat voetballen, of dezelfde Kezman die vast een volgende knotsgekke overstap van plan is... dat zijn inspirerende verhalen. Ze sluiten veel beter aan bij het reële leven van een substantiële proportie van de bevolking. 'The Common People', noemt Jarvis Cocker hen.
Het zijn die 'common people' die vandaag des te vaker op straat komen. Ze worden steeds meer en harder afgestraft voor foute keuzes die ze in een ver verleden maakten. En zij die echt onfortuinlijk zijn, hebben niet eens het recht om een keuze te maken. Ikzelf en Mateja gelukkig wel nog. Om de fouten uit het verleden écht goed te maken, is er samen met de tijdslijn een steeds kleinere probabiliteit op slagen. Maar wie weet kan Kezman straks de nieuwe Guardiola worden, of vindt de mislukte student wel een halfslachtige uitweg om later de ultieme comeback te maken.
Hoop doet leven.
woensdag 6 juli 2011
zaterdag 25 december 2010
Waarom Slayer draaien in een bushokje ook tof is
Het is weer voorbij. Meer mensen dan we zouden durven vermoeden zullen ongetwijfeld opgelucht zijn. Music For Life betekent immers ook een grootschalige sociale controle. Zélfs binnen de liefdadigheidssector. Zeggen dat er ook negatieve conclusies te trekken vallen, behalve het feit dat Vlaanderen dus niét uitsluitend uit koudhartige N-VA-stemmers bestaat, is een open deur intrappen.
De afgelopen edities kwamen scherpe opiniestukken bovendrijven omtrent het Music For Life-initiatief. De vakgroep Derde Wereldstudies van de UGent vroeg zich vorig jaar af of MFL niet eerder problematieken toedekt, louter dan deze aan te kaarten. De retorische vraag werd beantwoord toen MFL-security op de Zuid in Gent een spandoek verwijderde van een actiegroep voor daklozen. Hiermee werd dus al duidelijk dat MFL een steeds groter monopolie op caritas wil innemen. Er is jaarlijks één thema en één goed doel, punt. Andere organisaties doen dit ook, maar palmen daarvoor natuurlijk nog niet de hele VRT-mediagroep (en andere) in.
Er was ook een bericht over het feit dat MFL zo'n groot fenomeen geworden is, dat andere NGO's eronder te lijden hebben. Het is kwaliteitslabel, en niet zozeer organisaties, maar vooral particuliere initiatieven kunnen daarvan meegenieten. Initiatieven die vaak enkel voor MFL werden opgericht. Wat de rest van het jaar dan moet gebeuren, is niet duidelijk. Wel begint de gekte rond de poppenkast in het glazen huis elke keer vroeger. Het Rode Kruis is in elk geval altijd de grote gebeneficieerde.
Een Gentse scholiere schreef een raak opiniestuk na afloop van MFL. Er wordt in gesteld dat het absoluut niet duidelijk is waar het ingezamelde geld naartoe gaat. Op zich staat er dus niks nieuws in -dat is immers ook het geval bij andere liefdadigheidscampagnes- maar het helpt ook wel andere vragen oproepen.
ONKRITISCH
Een eerste kwestie is inderdaad dat geld zélf. Waarover gaat het nu eigenlijk? Trek productiekosten af (inderdaad, of dacht je dat het een verliesoperatie betrof voor Stu Bru?), administratieve rompslomp, en andere beslommeringen, en je houdt ongetwijfeld al een pak minder over aan de 5 miljoen ingezamelde euro's.
Maar wat is 5 miljoen euro? Wat zegt dit nu? Moeten we aannemen dat de meerderheid van de bevolking debiel genoeg is om te denken dat dit een grote som geld betekent? Zeker niet, maar als niemand openlijk en publiek die vraag opwerpt, kan zo'n cijfer ook niet deftig gerelativeerd en geplaatst worden. Vorig jaar werd na de inzamelactie wel gezegd hoeveel hulp kon uitgedeeld worden in Burundi. Het ging om een half miljoen muskietnetten ter bestrijding van malaria. Mooi, maar dat is -de schaal van de problematiek in achting genomen- fuck all.
En dat zijn die 5 miljoen euro ook, fuck all. Dat kan niet genoeg herhaald worden. Het meest perverse effect van een actie als MFL is precies dit. De distortie van een zeer ernstige realiteit. En tegelijk slaagt deze pure vorm van 19e-eeuwse caritas -want laten we een kat een kat noemen- er perfect in om problemen als AIDS, landmijnen en watertekorten voor te stellen als iets waar toch maar wat kan aan gedaan worden als elk individu een klein beetje moeite doet. Maar dat het überhaupt opgelost kan worden, vergeet het maar. Dit wordt duidelijk gesuggereerd door élke vorm van politiek volledig uit de actie te zuiveren.
Hetzelfde met kritische noten. Eerder werden al opiniestukken en bepaalde berichten aangehaald, maar deze vinden voor alle duidelijkheid geen echte weerklank in de mainstream media. Het medium dat zich er immers wel aan waagt, kleurt niet binnen de lijntjes. Want, het VRT-imperium is wel degelijk machtig. Studio Brussel verdubbelde sinds de eerste MFL z'n luistercijfers, Jan van Biesen gaf al openlijk toe dat het om een schitterend marketingmodel gaat, kortom, een win-win situatie. Het zou een te groot risico zijn voor grote mediagroepen om kritische noten te plaatsen bij iets wat al sinds aanvang enkel positief onthaald werd. Door letterlijk het hele establishment. Zelfs N-VA zamelde geld in aan de stations of at 'frietjes for life'.
PROFITEURS
Laten we even dat laatste beeld vasthouden. Nu moet het voor veel mensen beginnen dagen. Liefdadigheid van het MFL-soort is danig onschuldig dat zelfs rechtse organisaties deze met veel plezier -en veel cynisme- onderschrijven. Ga maar na, bij VLD werd 2600 euro ingezameld om De Gucht jr. zijn haar te laten afscheren. Tweeduizend. Zeshonderd. Euro. De StuBru-presentator die het in ontvangst nam, was er waarschijnlijk nog blij mee ook. Dit is niet enkel alweer een voorbeeld van de realiteitsdistortie die MFL betekent, maar ook van het feit dat talloze parasiterende bv's en politici hiervan profiteren.
Wie? De commerciële media, de horde bv's, muziekgroepen, politici, notabelen en ga zo maar door die in ruil voor een godverdomse aalmoes of vrijwillige implicatie hun marktwaarde zien stijgen. Kwantificeer eens die stijging, en zet het om in een monetaire waarde. Dat kàn trouwens. Wedden dat het een veelvoud oplevert van het totale MFL-bedrag?
Tot zover hebben we dus: realiteitsdistortie, een symbolisch bedrag dat als niet symbolisch wordt bestempeld, het toedekken van andere problemen en bijhorende initiatieven, de depolitisering van maatschappelijk engagement, het profitariaat van bekend Vlaanderen en de politieke klasse, en ten slotte -iets subjectiever weliswaar- het irritante gehalte van Music For Life. Maar over dat laatste hoeven we het nu niet te hebben.
Blijft er dan iéts positiefs over? Jazeker. MFL bewijst zonder enige twijfel dat mensen warm gemaakt kunnen worden voor iets. Iets waar ze zelf op zich niet bij te winnen hebben. Want laat het duidelijk zijn, behalve de bv's, politici en de handvol mediageile bakvissen, zijn er ook veel andere jongeren en scholieren die effectief de straat op gegaan zijn. Er zijn dus mensen die iets doén. Maar goed, de basis waarop is een ander paar mouwen. Bovendien eclipseert de actie zélf ook de problematiek die het als doel heeft. Hoeveel mensen weten nog waarover het in 2008 ging? Ik weet het begod ook niet meer.
KATHODE
Music For Life slaagt erin om een aantrekkingspool van engagement te worden, maar ontwapent dat engagement tegelijk ook. Die ontwapening gebeurt door het media-gebeuren (het middel, niet het doel), de status van bv's, van politici, de rol van de overheid en de rol van liefdadigheid in het algemeen in een ronduit fout daglicht te stellen. En als ik zeg "fout", dan bedoel ik dat deze optiek uitermate partijdig is. Het bevestigt een bepaalde maatschappelijke orde, een bepaalde gang van zaken. Net zoals traditionele caritas komt het vooral sociale reproductie ten goede.
In die zin, en zonder te overdrijven, zou een 'Music for Death' actie bestaande uit een vereldeld bushokje, met daarin drie Carazuipende metalheads die de hele dag Slayer draaien, op termijn evenveel opleveren. Er wordt immers in beide gevallen niet aan de verhoudingen geraakt die aan de basis van dergelijke problematieken liggen. Bovendien wordt het een jaarlijkse gewoonte om rond de feestdagen iets te doen. En in de rest van het jaar? Er kan onmogelijk een andere actie zijn die even 'tof' is als Music For Life, toch? Inderdaad, de overstromingen in Pakistan of de Hulp voor Haïti eerder dit jaar leverden opvallend weinig op.
5 miljoen na aftrek voor onmiddellijke hulp zal wel iets doen (cf. de half miljoen muskietennetten), maar kan in mijn opinie de negatieve gevolgen van alles wat hierboven wordt opgesomd niet compenseren. En onmiddellijke ontwikkelingshulp -zowel voor humanitaire rampen als voor voortdurende problemen- zal nodig blijven. De inzameling daarvan zal naast en vooràl samen met de strijd voor maatschappelijke verandering moeten plaats vinden. Dit wil tegelijk ook zeggen dat de poppenkast van de Groenplaats eigenlijk geen goeie zaak was.
De afgelopen edities kwamen scherpe opiniestukken bovendrijven omtrent het Music For Life-initiatief. De vakgroep Derde Wereldstudies van de UGent vroeg zich vorig jaar af of MFL niet eerder problematieken toedekt, louter dan deze aan te kaarten. De retorische vraag werd beantwoord toen MFL-security op de Zuid in Gent een spandoek verwijderde van een actiegroep voor daklozen. Hiermee werd dus al duidelijk dat MFL een steeds groter monopolie op caritas wil innemen. Er is jaarlijks één thema en één goed doel, punt. Andere organisaties doen dit ook, maar palmen daarvoor natuurlijk nog niet de hele VRT-mediagroep (en andere) in.
Er was ook een bericht over het feit dat MFL zo'n groot fenomeen geworden is, dat andere NGO's eronder te lijden hebben. Het is kwaliteitslabel, en niet zozeer organisaties, maar vooral particuliere initiatieven kunnen daarvan meegenieten. Initiatieven die vaak enkel voor MFL werden opgericht. Wat de rest van het jaar dan moet gebeuren, is niet duidelijk. Wel begint de gekte rond de poppenkast in het glazen huis elke keer vroeger. Het Rode Kruis is in elk geval altijd de grote gebeneficieerde.
Een Gentse scholiere schreef een raak opiniestuk na afloop van MFL. Er wordt in gesteld dat het absoluut niet duidelijk is waar het ingezamelde geld naartoe gaat. Op zich staat er dus niks nieuws in -dat is immers ook het geval bij andere liefdadigheidscampagnes- maar het helpt ook wel andere vragen oproepen.
ONKRITISCH
Een eerste kwestie is inderdaad dat geld zélf. Waarover gaat het nu eigenlijk? Trek productiekosten af (inderdaad, of dacht je dat het een verliesoperatie betrof voor Stu Bru?), administratieve rompslomp, en andere beslommeringen, en je houdt ongetwijfeld al een pak minder over aan de 5 miljoen ingezamelde euro's.
Maar wat is 5 miljoen euro? Wat zegt dit nu? Moeten we aannemen dat de meerderheid van de bevolking debiel genoeg is om te denken dat dit een grote som geld betekent? Zeker niet, maar als niemand openlijk en publiek die vraag opwerpt, kan zo'n cijfer ook niet deftig gerelativeerd en geplaatst worden. Vorig jaar werd na de inzamelactie wel gezegd hoeveel hulp kon uitgedeeld worden in Burundi. Het ging om een half miljoen muskietnetten ter bestrijding van malaria. Mooi, maar dat is -de schaal van de problematiek in achting genomen- fuck all.
En dat zijn die 5 miljoen euro ook, fuck all. Dat kan niet genoeg herhaald worden. Het meest perverse effect van een actie als MFL is precies dit. De distortie van een zeer ernstige realiteit. En tegelijk slaagt deze pure vorm van 19e-eeuwse caritas -want laten we een kat een kat noemen- er perfect in om problemen als AIDS, landmijnen en watertekorten voor te stellen als iets waar toch maar wat kan aan gedaan worden als elk individu een klein beetje moeite doet. Maar dat het überhaupt opgelost kan worden, vergeet het maar. Dit wordt duidelijk gesuggereerd door élke vorm van politiek volledig uit de actie te zuiveren.
Hetzelfde met kritische noten. Eerder werden al opiniestukken en bepaalde berichten aangehaald, maar deze vinden voor alle duidelijkheid geen echte weerklank in de mainstream media. Het medium dat zich er immers wel aan waagt, kleurt niet binnen de lijntjes. Want, het VRT-imperium is wel degelijk machtig. Studio Brussel verdubbelde sinds de eerste MFL z'n luistercijfers, Jan van Biesen gaf al openlijk toe dat het om een schitterend marketingmodel gaat, kortom, een win-win situatie. Het zou een te groot risico zijn voor grote mediagroepen om kritische noten te plaatsen bij iets wat al sinds aanvang enkel positief onthaald werd. Door letterlijk het hele establishment. Zelfs N-VA zamelde geld in aan de stations of at 'frietjes for life'.
PROFITEURS
Laten we even dat laatste beeld vasthouden. Nu moet het voor veel mensen beginnen dagen. Liefdadigheid van het MFL-soort is danig onschuldig dat zelfs rechtse organisaties deze met veel plezier -en veel cynisme- onderschrijven. Ga maar na, bij VLD werd 2600 euro ingezameld om De Gucht jr. zijn haar te laten afscheren. Tweeduizend. Zeshonderd. Euro. De StuBru-presentator die het in ontvangst nam, was er waarschijnlijk nog blij mee ook. Dit is niet enkel alweer een voorbeeld van de realiteitsdistortie die MFL betekent, maar ook van het feit dat talloze parasiterende bv's en politici hiervan profiteren.
Wie? De commerciële media, de horde bv's, muziekgroepen, politici, notabelen en ga zo maar door die in ruil voor een godverdomse aalmoes of vrijwillige implicatie hun marktwaarde zien stijgen. Kwantificeer eens die stijging, en zet het om in een monetaire waarde. Dat kàn trouwens. Wedden dat het een veelvoud oplevert van het totale MFL-bedrag?
Tot zover hebben we dus: realiteitsdistortie, een symbolisch bedrag dat als niet symbolisch wordt bestempeld, het toedekken van andere problemen en bijhorende initiatieven, de depolitisering van maatschappelijk engagement, het profitariaat van bekend Vlaanderen en de politieke klasse, en ten slotte -iets subjectiever weliswaar- het irritante gehalte van Music For Life. Maar over dat laatste hoeven we het nu niet te hebben.
Blijft er dan iéts positiefs over? Jazeker. MFL bewijst zonder enige twijfel dat mensen warm gemaakt kunnen worden voor iets. Iets waar ze zelf op zich niet bij te winnen hebben. Want laat het duidelijk zijn, behalve de bv's, politici en de handvol mediageile bakvissen, zijn er ook veel andere jongeren en scholieren die effectief de straat op gegaan zijn. Er zijn dus mensen die iets doén. Maar goed, de basis waarop is een ander paar mouwen. Bovendien eclipseert de actie zélf ook de problematiek die het als doel heeft. Hoeveel mensen weten nog waarover het in 2008 ging? Ik weet het begod ook niet meer.
KATHODE
Music For Life slaagt erin om een aantrekkingspool van engagement te worden, maar ontwapent dat engagement tegelijk ook. Die ontwapening gebeurt door het media-gebeuren (het middel, niet het doel), de status van bv's, van politici, de rol van de overheid en de rol van liefdadigheid in het algemeen in een ronduit fout daglicht te stellen. En als ik zeg "fout", dan bedoel ik dat deze optiek uitermate partijdig is. Het bevestigt een bepaalde maatschappelijke orde, een bepaalde gang van zaken. Net zoals traditionele caritas komt het vooral sociale reproductie ten goede.
In die zin, en zonder te overdrijven, zou een 'Music for Death' actie bestaande uit een vereldeld bushokje, met daarin drie Carazuipende metalheads die de hele dag Slayer draaien, op termijn evenveel opleveren. Er wordt immers in beide gevallen niet aan de verhoudingen geraakt die aan de basis van dergelijke problematieken liggen. Bovendien wordt het een jaarlijkse gewoonte om rond de feestdagen iets te doen. En in de rest van het jaar? Er kan onmogelijk een andere actie zijn die even 'tof' is als Music For Life, toch? Inderdaad, de overstromingen in Pakistan of de Hulp voor Haïti eerder dit jaar leverden opvallend weinig op.
5 miljoen na aftrek voor onmiddellijke hulp zal wel iets doen (cf. de half miljoen muskietennetten), maar kan in mijn opinie de negatieve gevolgen van alles wat hierboven wordt opgesomd niet compenseren. En onmiddellijke ontwikkelingshulp -zowel voor humanitaire rampen als voor voortdurende problemen- zal nodig blijven. De inzameling daarvan zal naast en vooràl samen met de strijd voor maatschappelijke verandering moeten plaats vinden. Dit wil tegelijk ook zeggen dat de poppenkast van de Groenplaats eigenlijk geen goeie zaak was.
zaterdag 27 november 2010
Sense of Urgency
Griekenland en Ierland moesten gered worden. Portugal zou volgen. Indien Spanje gespaard dient te worden van de financiële ondergang, dan is het fonds van de Europese Centrale Bank meteen op. In hoeverre natuurlijk het überhaupt mogelijk is om de vierde economie van de Eurozone te redden. Vrijdag viel de beurs in Madrid 7%, terwijl premier Zapatero en de Spaanse Nationale Bank er alles aan doen om de gemoederen te bedaren.
België zou volgens een artikel in de Britse krant The Guardian ook op het slechte pad zitten. In die zin dat de rente op staatsleningen blijft stijgen. Lang niet tot op het niveau van Spanje of Portugal, maar toch. Als er één iets is dat we konden leren in de tijdslijn van de financieeleconomische crisis, dan is het wel hoe snel gebeurtenissen elkaar opvolgen.
Nadat de Wisselkoersoorlog een aantal weken in het nieuws kwam, is Ierland nu een nieuwe hot item van de wereldwijde financiële malaise. Dat conflict om de wisselkoersen was overigens nog een vaag teken van beterschap; China kent immers een groei die opnieuw het niveau van voor de crisis haalt, terwijl Duitsland zowaar baat heeft bij een zwakke euro omwille van haar exportgerichte economie.
TRAGEDIE
Maar de redding van Ierland is niets anders dan een tragedie. De week dat de intresten op staatsleningen nog 10% bedroegen, beweerde de Ierse regering dat het er absoluut niet aan dacht om op de deur van het ECB, laat staan het IMF te kloppen. Vooral die laatste was een doembeeld. Er moest en zou bespaard worden, maar wel op eigen houtje.
Niet dus; de zaak verslechterde snel, als een onvoorspelbare ziekte die om zich heen greep en de Ierse regering dwong om de lichte dwang van met name Duitsland te ondergaan. 'Onvoorspelbaarheid', is dat niet de achternaam van 'speculatie'? Maar er is nog meer: Duitsland wil niet per sé weten van een sterke Euro. Niettemin is de toestand van Ierland en de kettingreactie die het dreigt te veroorzaken van die mate, dat er zonder ingreep misschien wel geen Euro meer zou zijn.
ZIEKTE
Maar waar gaat dit nu in feite om? Laatst publiceerde De Morgen dat de totale reserve van de grootste financiële spelers (dat wil zeggen de verzameling van beleggingsgeld waarover ze beschikken) makkelijk die van elke Centrale Bank ter wereld verdubbelt. Zij voeren met andere woorden de wet. De wet van het kapitaal, want dat is nu het punt: gigantische winsten worden geïnvesteerd via dit soort financiële spelders die erop los speculeren; vergeet het maar dat geld gaat naar het bouwen van arbeidsplaatsen en dus de creatie van jobs.
Speculatie is op termijn niks anders dan een straatje zonder eind: onmogelijk te voorspellen na hoeveel keer de reële waarde van een goed te hebben vermenigvuldigd de boel in elkaar kakt, maar gebeuren zal het. Liberalen stellen dat waarde niet bestaat. Er is enkel vraag en aanbod. Speculanten spelen daar echter handig op in, door zowel vraag àls aanbod te bepalen. Herinnert u zich nog Enron? Dat was eigenlijk een voorsmaakje voor de veel grotere financiële rampen die sinds 2008 plaats vonden.
Dàt is dus de ziekte waarover in de media wordt bericht, maar waarbij de échte spelers, diegenen die het voor het zeggen hebben, anoniem blijven. Een soortement geheim vennootschap. Zonder het te zijn; de meeste media besteedt er gewoon geen aandacht aan en insinueert daarmee ook meteen dat er een speciale wet aan de gang zou zijn die ver boven onze hoofden uittorent en waar geen greep op te krijgen valt.
DICTATUUR
Het financiële wezen reguleren, daar is zelfs na de crisis, zelfs tijdens de nog steeds voortdurende en uitdiepende ramp die zich voor onze ogen afspeelt, geen sprake van. De politieke wil is er niet, het gros van de bevolking wordt niet geïnformeerd over het feit dat deze situatie niet uit de lucht is komen vallen als een soort Zwaard van Jeanne D'Arc, en ga zo maar door. Neen, dit is gewoon het alledaagse dat even een dipje beleeft, zo wordt gesuggereerd. Toch is de interventie van financiële spelers in het politieke wezen, de democratie zelfs, belangrijker dan ooit.
Meer nog dan compleet immoreel, is dit vooral irrationeel. De les dat kortetermijndenken niet geschikt is voor welvaartscreatie werd door de financiële elite niet enkel verworpen, maar zelfs omgedraaid. "Hey, laten we eens kijken hoe ver we deze keer kunnen gaan", klinkt het haast. Vermoedelijk dekken velen onder hen zich in, net zoals het grootkapitaal dat recordwinsten aan het hamsteren is.
Maar geef ze eens ongelijk. Er is de mogelijkheid om staten, de Merkels van deze wereld en Centrale Banken een bepaald beleid op te leggen. Een beleid dat erin bestaat om speculatie in de toekomst ook nog mogelijk te maken, door de bevolkingen als citroenen uit te persen. Mogelijk? Nouja, op termijnen van drie jaar dan. Na 2013 staan Griekenland en Ierland er alleen voor. Is er tegen dan niet genoeg bespaard, dan zal de winst voor speculanten tijdelijk nog omhoog gaan, vooraleer alles ontploft.
ACTIE!
En eigenlijk is het al ontploft. In het gezicht van het grootkapitaal en de politieke elites. Als een boemerang teruggekeerd. Alleen is er nu een uitstel van executie, een verschuiving van de crisis voor later. Net zoals de wisselkoersen elkaar de loef trachten af te steken, en landen een race to the bottom inzetten om de lonen zo laag mogelijk te houden. Allemaal een doodlopende straat.
De enige oplossing binnen dit systeem is creatieve destructie. Het werd al vaak gezegd, en het is ook al veel gebeurd. Wat zeggen we? Het gebéurt. De defensie-industrie in de V.S. wordt stilaan opnieuw de motor van de Amerikaanse economie, dus is een partijtje provocatie in de Gele Zee mooi meegenomen. De kapitalistische klasse zal haar winstmachine ten koste van alles behouden. Ook oorlog. Want neen, een wereldwijde loonsstijging om consumptie weer aan te zwengelen, kan omwille van allerlei marktprincipes nu eenmaal niet.
Dus wat doen we eraan? Iers Europarlementslid Joe Higgins gaf al aan zo duidelijk mogelijk te willen zijn waar deze situatie vandaan komt, wie verantwoordelijk is en vooral wie het potentieel heeft om iets te veranderen. De werkende mensen, het merendeel van de bevolking kan dat. Maar nu moet het snel gaan: vakbonden moeten informatiecampagnes starten; het onderhandelingsmodel moet opgegeven worden, en actie op straat zal meer de regel dan de uitzondering moeten zijn. Klinkt drastisch, zegt u?
De afkalving van de democratie is nochtans veel drastischer. Er is de facto geen democratie meer, net omdat de financiële markten een éénzijdig beleid bepalen. Een fiasco mee veroorzaken waar 90% van de bevolking niks mee te maken heeft. Dit is godverdomme totalitarisme. Te meer omdat niemand enig benul heeft van wat gaande is, terwijl het voor iedereens ogen plaats vindt.
Een verregaande en noodzakelijke radicalisering valt niet te forceren, maar laten we beginnen bij het begin: politiseer de acties, informeer de mensen en discussieer ermee. Het is tijd om ludieke acties en laagdrempelige toestanden naar de prullenmand te verwijzen; zelfs al is het bewustzijn in België nu laag, de financiële tsunami zal (on)aangekondigd voor onze deur staan en de politici zullen er niks kunnen of willen aan doen. Het is aan ons om voorbereid te zijn.
België zou volgens een artikel in de Britse krant The Guardian ook op het slechte pad zitten. In die zin dat de rente op staatsleningen blijft stijgen. Lang niet tot op het niveau van Spanje of Portugal, maar toch. Als er één iets is dat we konden leren in de tijdslijn van de financieeleconomische crisis, dan is het wel hoe snel gebeurtenissen elkaar opvolgen.
Nadat de Wisselkoersoorlog een aantal weken in het nieuws kwam, is Ierland nu een nieuwe hot item van de wereldwijde financiële malaise. Dat conflict om de wisselkoersen was overigens nog een vaag teken van beterschap; China kent immers een groei die opnieuw het niveau van voor de crisis haalt, terwijl Duitsland zowaar baat heeft bij een zwakke euro omwille van haar exportgerichte economie.
TRAGEDIE
Maar de redding van Ierland is niets anders dan een tragedie. De week dat de intresten op staatsleningen nog 10% bedroegen, beweerde de Ierse regering dat het er absoluut niet aan dacht om op de deur van het ECB, laat staan het IMF te kloppen. Vooral die laatste was een doembeeld. Er moest en zou bespaard worden, maar wel op eigen houtje.
Niet dus; de zaak verslechterde snel, als een onvoorspelbare ziekte die om zich heen greep en de Ierse regering dwong om de lichte dwang van met name Duitsland te ondergaan. 'Onvoorspelbaarheid', is dat niet de achternaam van 'speculatie'? Maar er is nog meer: Duitsland wil niet per sé weten van een sterke Euro. Niettemin is de toestand van Ierland en de kettingreactie die het dreigt te veroorzaken van die mate, dat er zonder ingreep misschien wel geen Euro meer zou zijn.
ZIEKTE
Maar waar gaat dit nu in feite om? Laatst publiceerde De Morgen dat de totale reserve van de grootste financiële spelers (dat wil zeggen de verzameling van beleggingsgeld waarover ze beschikken) makkelijk die van elke Centrale Bank ter wereld verdubbelt. Zij voeren met andere woorden de wet. De wet van het kapitaal, want dat is nu het punt: gigantische winsten worden geïnvesteerd via dit soort financiële spelders die erop los speculeren; vergeet het maar dat geld gaat naar het bouwen van arbeidsplaatsen en dus de creatie van jobs.
Speculatie is op termijn niks anders dan een straatje zonder eind: onmogelijk te voorspellen na hoeveel keer de reële waarde van een goed te hebben vermenigvuldigd de boel in elkaar kakt, maar gebeuren zal het. Liberalen stellen dat waarde niet bestaat. Er is enkel vraag en aanbod. Speculanten spelen daar echter handig op in, door zowel vraag àls aanbod te bepalen. Herinnert u zich nog Enron? Dat was eigenlijk een voorsmaakje voor de veel grotere financiële rampen die sinds 2008 plaats vonden.
Dàt is dus de ziekte waarover in de media wordt bericht, maar waarbij de échte spelers, diegenen die het voor het zeggen hebben, anoniem blijven. Een soortement geheim vennootschap. Zonder het te zijn; de meeste media besteedt er gewoon geen aandacht aan en insinueert daarmee ook meteen dat er een speciale wet aan de gang zou zijn die ver boven onze hoofden uittorent en waar geen greep op te krijgen valt.
DICTATUUR
Het financiële wezen reguleren, daar is zelfs na de crisis, zelfs tijdens de nog steeds voortdurende en uitdiepende ramp die zich voor onze ogen afspeelt, geen sprake van. De politieke wil is er niet, het gros van de bevolking wordt niet geïnformeerd over het feit dat deze situatie niet uit de lucht is komen vallen als een soort Zwaard van Jeanne D'Arc, en ga zo maar door. Neen, dit is gewoon het alledaagse dat even een dipje beleeft, zo wordt gesuggereerd. Toch is de interventie van financiële spelers in het politieke wezen, de democratie zelfs, belangrijker dan ooit.
Meer nog dan compleet immoreel, is dit vooral irrationeel. De les dat kortetermijndenken niet geschikt is voor welvaartscreatie werd door de financiële elite niet enkel verworpen, maar zelfs omgedraaid. "Hey, laten we eens kijken hoe ver we deze keer kunnen gaan", klinkt het haast. Vermoedelijk dekken velen onder hen zich in, net zoals het grootkapitaal dat recordwinsten aan het hamsteren is.
Maar geef ze eens ongelijk. Er is de mogelijkheid om staten, de Merkels van deze wereld en Centrale Banken een bepaald beleid op te leggen. Een beleid dat erin bestaat om speculatie in de toekomst ook nog mogelijk te maken, door de bevolkingen als citroenen uit te persen. Mogelijk? Nouja, op termijnen van drie jaar dan. Na 2013 staan Griekenland en Ierland er alleen voor. Is er tegen dan niet genoeg bespaard, dan zal de winst voor speculanten tijdelijk nog omhoog gaan, vooraleer alles ontploft.
ACTIE!
En eigenlijk is het al ontploft. In het gezicht van het grootkapitaal en de politieke elites. Als een boemerang teruggekeerd. Alleen is er nu een uitstel van executie, een verschuiving van de crisis voor later. Net zoals de wisselkoersen elkaar de loef trachten af te steken, en landen een race to the bottom inzetten om de lonen zo laag mogelijk te houden. Allemaal een doodlopende straat.
De enige oplossing binnen dit systeem is creatieve destructie. Het werd al vaak gezegd, en het is ook al veel gebeurd. Wat zeggen we? Het gebéurt. De defensie-industrie in de V.S. wordt stilaan opnieuw de motor van de Amerikaanse economie, dus is een partijtje provocatie in de Gele Zee mooi meegenomen. De kapitalistische klasse zal haar winstmachine ten koste van alles behouden. Ook oorlog. Want neen, een wereldwijde loonsstijging om consumptie weer aan te zwengelen, kan omwille van allerlei marktprincipes nu eenmaal niet.
Dus wat doen we eraan? Iers Europarlementslid Joe Higgins gaf al aan zo duidelijk mogelijk te willen zijn waar deze situatie vandaan komt, wie verantwoordelijk is en vooral wie het potentieel heeft om iets te veranderen. De werkende mensen, het merendeel van de bevolking kan dat. Maar nu moet het snel gaan: vakbonden moeten informatiecampagnes starten; het onderhandelingsmodel moet opgegeven worden, en actie op straat zal meer de regel dan de uitzondering moeten zijn. Klinkt drastisch, zegt u?
De afkalving van de democratie is nochtans veel drastischer. Er is de facto geen democratie meer, net omdat de financiële markten een éénzijdig beleid bepalen. Een fiasco mee veroorzaken waar 90% van de bevolking niks mee te maken heeft. Dit is godverdomme totalitarisme. Te meer omdat niemand enig benul heeft van wat gaande is, terwijl het voor iedereens ogen plaats vindt.
Een verregaande en noodzakelijke radicalisering valt niet te forceren, maar laten we beginnen bij het begin: politiseer de acties, informeer de mensen en discussieer ermee. Het is tijd om ludieke acties en laagdrempelige toestanden naar de prullenmand te verwijzen; zelfs al is het bewustzijn in België nu laag, de financiële tsunami zal (on)aangekondigd voor onze deur staan en de politici zullen er niks kunnen of willen aan doen. Het is aan ons om voorbereid te zijn.
woensdag 13 oktober 2010
"De modale Fransman is boos en begrijpt de stakers niet"
De Franse staking tegen de nieuwe pensioenwet werd gisteren twee keer weergegeven in het VRT-Journaal. In twee minuten slaagde correspondente Hanne Decoutere erin om zowel verkeerde feiten te insinueren, alsook een standpunt in te nemen dat de staking als 'zinloos' afschildert.
Ook het NOS-Journaal bij onze Nederlandse buren gaf niet meer dan twee minuten aandacht aan deze staking (1), die nochtans tussen de 2 en 4 miljoen mensen op de been zou gebracht hebben. Maar: de toon van de NOS-berichtgeving kon niet meer contrasteren dan met die van de VRT (2).
De NOS vertrok vanuit het feit dat 70% van de Fransen in september achter de staking tegen pensioenhervorming stonden, volgens een peiling die in de Franse media verscheen (3). Daarnaast zou iets meer dan 60% van de Fransen ook te vinden zijn voor langlopende acties, zo werd door de krant Le Parisien bevonden (4). Bovendien is de deelname aan deze staking groter dan eerdere acties in september.
Cijfers dus, die de NOS niet kon negeren, vermits de draagkracht van een staking natuurlijk een onmisbaar item is in de berichtgeving erover. De 'modale Fransmannen' die op de Nederlandse tv kwamen, stonden dan ook positief tegenover de staking. Iets wat in elk geval een stuk representatiever en correcter is dan wat we van de VRT te zien kregen.
Wat viel er te zien? Eerst een normale reportage, met reacties van stakende scholieren en manifestanten, om vervolgens een 'lamgelegd' treinstation als uitgangspunt te nemen voor wat 'de modale Fransman' denkt. Inderdaad, het citaat uit de titel komt rechtstreeks van de offscreen commentaar van de verslaggeefsster ter plekke. Iets wat enkel op nattevingerwerk en een specifieke context gebaseerd is, niét op de eerder genoemde feiten.
Hanne Decoutere vond het ook nog nodig om zich tot slot af te vragen of zo'n staking wel nut had, vermits "de wet al aangenomen is en enkel nog in dienst moet treden" en "bovendien slechts 8% van de Franse werknemers lid zijn van de vakbond". Wat dat laatste ertoe doet, is niet meteen duidelijk.
Maar het is in elk geval een beetje zorgwekkend: een reporter geeft haar opinie over de staking, zonder zich te baseren op feiten, en insinueert zaken die omwille van gebrekkige informatie en het gebrek aan een ander standpunt of opinie, als feiten worden geserveerd.
Dat er met de mainstream media énorm veel misloopt op vlak van berichtgeving, weten we al langer. Desinformatie en 'bandwerk', met alle fouten, vertekeningen en verlies aan informatie van dien zijn al langer schering en inslag. Het lijkt er evenwel op dat de VRT met de verslaggeving die gisteren uit Parijs gaat, de 'Fox-stap' neemt, waarbij onomwonden één specifieke mening en agenda wordt weergegeven, zonder zich daarbij te baseren op harde feiten.
De manier waarop Hanne Decoutere gisteren reporteerde over de staking is niets meer en niets minder dan de Vlaamse versie van de fameuze 'People say'-methodiek die we al langer bij FOX en andere agendagebonden media zien, met name in de V.S.
We kunnen hopen dat dit een geïsoleerd incident was, maar we mogen ook niet vergeten dat dit nog steeds de Openbare Omroep is. Dit soort berichtgeving moet dus systematisch aangekaart worden, te meer omdat de omroep in feite gerund wordt door vertegenwoordigers van de verkozen partijen.
Misschien hebben weinigen onder hen belang bij een positieve berichtgeving over stakingen in het buitenland, die schijnbaar wél strijdbaar zijn en verder willen gaan dan de obligate stadswandeling?
Een open deur.
Bronnen:
1: http://nos.nl/video/190813-grote-stakingsdag-in-frankrijk.html
2: http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/101012_Frankrijk_Stakingen
3: http://www.lefigaro.fr/flash-eco/2010/10/09/97002-20101009FILWWW00356-71-des-francais-favorables-a-la-greve.php
4: http://fr.news.yahoo.com/4/20101011/tts-france-retraites-sondage-ca02f96.html
Ook het NOS-Journaal bij onze Nederlandse buren gaf niet meer dan twee minuten aandacht aan deze staking (1), die nochtans tussen de 2 en 4 miljoen mensen op de been zou gebracht hebben. Maar: de toon van de NOS-berichtgeving kon niet meer contrasteren dan met die van de VRT (2).
De NOS vertrok vanuit het feit dat 70% van de Fransen in september achter de staking tegen pensioenhervorming stonden, volgens een peiling die in de Franse media verscheen (3). Daarnaast zou iets meer dan 60% van de Fransen ook te vinden zijn voor langlopende acties, zo werd door de krant Le Parisien bevonden (4). Bovendien is de deelname aan deze staking groter dan eerdere acties in september.
Cijfers dus, die de NOS niet kon negeren, vermits de draagkracht van een staking natuurlijk een onmisbaar item is in de berichtgeving erover. De 'modale Fransmannen' die op de Nederlandse tv kwamen, stonden dan ook positief tegenover de staking. Iets wat in elk geval een stuk representatiever en correcter is dan wat we van de VRT te zien kregen.
Wat viel er te zien? Eerst een normale reportage, met reacties van stakende scholieren en manifestanten, om vervolgens een 'lamgelegd' treinstation als uitgangspunt te nemen voor wat 'de modale Fransman' denkt. Inderdaad, het citaat uit de titel komt rechtstreeks van de offscreen commentaar van de verslaggeefsster ter plekke. Iets wat enkel op nattevingerwerk en een specifieke context gebaseerd is, niét op de eerder genoemde feiten.
Hanne Decoutere vond het ook nog nodig om zich tot slot af te vragen of zo'n staking wel nut had, vermits "de wet al aangenomen is en enkel nog in dienst moet treden" en "bovendien slechts 8% van de Franse werknemers lid zijn van de vakbond". Wat dat laatste ertoe doet, is niet meteen duidelijk.
Maar het is in elk geval een beetje zorgwekkend: een reporter geeft haar opinie over de staking, zonder zich te baseren op feiten, en insinueert zaken die omwille van gebrekkige informatie en het gebrek aan een ander standpunt of opinie, als feiten worden geserveerd.
Dat er met de mainstream media énorm veel misloopt op vlak van berichtgeving, weten we al langer. Desinformatie en 'bandwerk', met alle fouten, vertekeningen en verlies aan informatie van dien zijn al langer schering en inslag. Het lijkt er evenwel op dat de VRT met de verslaggeving die gisteren uit Parijs gaat, de 'Fox-stap' neemt, waarbij onomwonden één specifieke mening en agenda wordt weergegeven, zonder zich daarbij te baseren op harde feiten.
De manier waarop Hanne Decoutere gisteren reporteerde over de staking is niets meer en niets minder dan de Vlaamse versie van de fameuze 'People say'-methodiek die we al langer bij FOX en andere agendagebonden media zien, met name in de V.S.
We kunnen hopen dat dit een geïsoleerd incident was, maar we mogen ook niet vergeten dat dit nog steeds de Openbare Omroep is. Dit soort berichtgeving moet dus systematisch aangekaart worden, te meer omdat de omroep in feite gerund wordt door vertegenwoordigers van de verkozen partijen.
Misschien hebben weinigen onder hen belang bij een positieve berichtgeving over stakingen in het buitenland, die schijnbaar wél strijdbaar zijn en verder willen gaan dan de obligate stadswandeling?
Een open deur.
Bronnen:
1: http://nos.nl/video/190813-grote-stakingsdag-in-frankrijk.html
2: http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/101012_Frankrijk_Stakingen
3: http://www.lefigaro.fr/flash-eco/2010/10/09/97002-20101009FILWWW00356-71-des-francais-favorables-a-la-greve.php
4: http://fr.news.yahoo.com/4/20101011/tts-france-retraites-sondage-ca02f96.html
donderdag 30 september 2010
Opinie: Reflectie over een betoging
Wat u na de gigademonstratie van het Europees Vakverbond vast niét uitgebreid zag in de traditionele media: de betoging zélf. Naast de gebrekkige, tendentieuze en ronduit foutieve berichtgeving, leek het alsof enkel toplui van vakbonden -en vakbondsfederaties een forum mochten krijgen. Weinig of geen betogers die zélf aan het woord kwamen, laat staan een discours dat ook maar enigszins afwijkt dan dat van de vakbondstop. Neen, een groot stuk van de aandacht ging zelfs naar de verkeerselende. Niet dat de Europese demonstratie propaganda was voor échte strijd.
Marc Puyol
Qua luidruchtigheid, platheid en gebrek aan inhoud, hebben onze eigen vakbondsorganisaties een nieuwe mijlpaal gevestigd. Duidelijke ordewoorden ontbraken, toespraken aan het begin waren de facto onbestaand, en een compleet gebrek aan organisatie -een rode draad in dit stuk- stortten de enorme mobilisatie zowel voor, tijdens als na de betoging in chaos.
Toegegeven, een vlekkenloze start van zo'n enorme toeloop is niet vanzelfsprekend, wat ook in 2005 al eens het geval was. Dit neemt niet weg dat er toen wél nog toespraken waren, en niet alles werd overdonderd door een oorverdovende mengelmoes van voetzoekers, toeters, vuvuzela's en muziekinstallaties die 'Dos Cervezas' afspelen. De schuld van gewone syndicalisten? Lijkt me sterk. De vakbondstop deed er in elk geval alles aan om naar aanloop van deze betoging niet té veel reclame te maken. Het gevolg was dan ook dat buitenlandse delegaties aan het einde de meerderheid uitmaakten. Het verschil tussen pakweg de CGT en ABVV was dat van dag en nacht: strijdbare slogans, georganiseerd campagne voeren en politiek materiaal uitdelen tegenover te luide muziek (niet bepaald strijdliederen, overigens), geen politieke inhoud en vooral desorganisatie.
Chaotisch verloop
Een desorganisatie die nog eens in de verf gezet werd toen een black block z'n weg zocht in de betoging, hoewel het daar duidelijk niks te zoeken had. Een ietwat uit de kluiten gewassen ordedienst met een paar metallo's had een schandalig politie-optreden kunnen voorkomen, simpelweg door dit soort groepen af te zonderen van de hoofdbetoging, wat perfect zonder geweld kan. Wegens gebrek daaraan werden ook gewone vakbondsleden bestookt met traangas en werden veel onschuldige betogers -ook leden van die 'black block'- hardhandig opgepakt. Los daarvan is er geen excuus voor een alweer belachelijk optreden van de politie, waartegen de slachtoffers zich -naar het voorbeeld van Gent vorig jaar- zeker moeten organiseren.
Om het schaandaal van de dag compleet te maken, konden we overigens zien hoe de Europese Wijk met friese ruiters werd beveiligd en Justitie, de Deutsche Bank en de Nationale Loterij door zogenaamde 'robocops' bewaakt werden. En toch: geen enkele kritische noot in de media; enkel begrip voor het 'goede werk van de ordediensten'.
Hierdoor werd de betoging uiteengereten, wat samen met een veel te lang traject resulteerde in een desolaat einde: amper tien mensen stonden voor het gigantische podium bij het Jubelpark, terwijl delen van de geluidsinstallatie vroegtijdig afgebroken werden.
Dankzij veel buitenlandse delegaties was er dus nog een strijdbare ondertoon, maar wat met onze eigen instrumenten van de arbeidersklasse? Nog maar eens werd bewezen dat deze geen échte onafhankelijkheid kennen, noch van de overheid, noch van traditionele partijen. De leiding remt het potentieel enkel maar af, terwijl de hoge syndicalisatiegraad en traditie van strijd precies enorme troeven zijn van de Belgische georganiseerde werkende klasse.
Kritisch zijn
Kritiek op de vakbondstop, de organisatie van dit soort evenementen en vooral het gebrek aan inhoud en ordewoorden is dan ook meer dan welkom. Vooral de noodzaak van onafhankelijke vakbonden moet opnieuw hoog op de agenda komen, en dus ook de eis om banden met CD&V of Sp.A consequent door te snijden en Gennez, samen met haar PES-vertegenwoordigers, in het vervolg niet zomaar welkom te heten op dit soort mobilisaties. Het tegenovergestelde -wat vandaag bestààt- betekent in feite warm en koud tegelijk blazen, wat in de praktijk een gebrekkige verdediging van arbeidersrechten -en verworvenheden betekent.
De onmiddelijke verdediging op korte termijn van die verworvenheden, alsook de zogenaamde 'damage control', is een strategie waar de meeste werknemers vandaag, vanuit een logische reflex, genoegen mee nemen. Het 'andere' zou immers niet realistisch genoeg zijn, en de media, vakbondstop en traditionele politiek werken elke dag hard om dat zo te houden. Toch zal deze houding op termijn altijd tot een interne tegenstelling leiden, die resulteert in nederlagen voor de linkerzijde en desillusie onder de werkende klasse.
Welke logica?
Want, het is inderdaad zo dat besparingen binnen de huidige logica 'sociaal' zijn: kiezen tussen de pest en de cholera als het ware, en er zijn toch geen alternatieven, zo stelt de burgerij. Vakbondsleiders overal in Europa hebben daar geen sluitend antwoord op en beperkten zich tot het beïnvloeden van besparingen. En daar zit het hem: breken met die logica. Iets wat onze vakbonden vandaag onvoldoende doen, los van strijdbare slogans en amusante 'spandoekenoorlogen', die vooral niet zichtbaar waren afgelopen woensdag in Brussel. Strijdbare syndicale militantenkernen bestaan zeker, evenals linkse militanten in allerlei organisaties. Zij hebben de positie, (soms) het programma en vooral het potentieel om kritieken zoals deze om te zetten in de omvorming van vakbonden tot democratische, onafhankelijke en vooral strijdbare instrumenten. Helaas gebeurt dit vandaag te weinig, terwijl een strategie van de facto corporatisme onvoldoende gaat zijn om de essentie van de besparingen -sociale afbraak en verarming- af te stoppen.
Toch klinken er binnen de linkerzijde weinig kritische stemmen. Er is geen noodzaak aan volledig nieuwe vakbonden, integendeel. Dat zou absurd zijn, gezien het potentieel dat de vakbonden vandaag al bezitten. Het gaat enkel om de onafhankelijkheid ervan en hoe deze in het strijdtoneel worden ingezet. Wat na de 29e? Werd er enkel maar wat stoom afgelaten? Er zijn géén perspectieven voor de duizenden militanten die kwamen opdagen, terwijl er op zich niks werd bereikt in Brussel. De strijd zou nu nog maar pas mogen beginnen en toch lijkt deze al afgelopen. Alsof de werkende klasse -dé centrale speler in de strijd tegen besparingen- haar deel al gedaan heeft en het nu aan de 'experts' is om de zaak verder af te handelen.
Publieke opinie
Op lange termijn wordt de positie van de vakbond hierdoor evenwel niet beter. Gebrekkige perspectieven, collaboratie met traditionele partijen en een log bureaucratisch aparaat (soms met het nodige nepotisme) zijn mee de oorzaak van het feit dat een enorme proportie van de vakbondsleden rechts stemt. De kans is zelfs groot dat wie in Brussel was naast iemand liep die op De Wever stemde. Maar is dat zo abnormaal? Populisten als Dedecker, De Wever zélf en een groot deel van de rechterzijde kunnen steeds verwijzen naar de positie van de vakbonden als feitelijk deel van de overheid en hoe 'hun macht' daarbij enorm is toegenomen. Een 'macht' dat het met een andere houding al lang was kwijt gespeeld, maar je kan je steeds meer afvragen of dat wel zo'n slechte zaak zou zijn. Neen, dit is uiteraard geen pleidooi voor de afschaffing van subsidies of wat dan ook, maar louter voor de terugkeer naar de core business van vakbonden: klassenstrijd.
Het succes van vakbonden hangt vandaag immers niet zozeer af van de strijdbaarheid ervan, maar met name van de diensten die deze aanbieden. Dit is ook de voornaamste reden dat de Liberale Vakbond steeds meer leden heeft.
Niet dat er vanuit die dienstenlogica geen goeie initiatieven komen, integendeel, maar net zoals bij traditionele (centrumlinkse) partijen gaat het vaak om symptoombestrijding zonder meer. Een analogie met de betoging van woensdag bestaat ook op kleiner niveau: de mogelijkheid om eens stoom af te laten op infovergaderingen, allerlei nuttige zaken die zeker moeten blijven bestaan, maar liefst nààst die eerder genoemde 'core business'.
Alternatief?
Wat is hiervoor nodig? Om te beginnen de eerder genoemde onafhankelijkheid, maar meteen daarmee ook de openheid naar andere linkse krachten/stromingen buiten de eigen zuil. Daar bestaan vandaag al voorbeelden van, zoals FGTB Jeunes Charleroi of lokale ABVV Jongeren-afdelingen die samen in zee gaan met LSP om lokale jongerenmarsen voor werk te organiseren. Daar waar strijdbare militantengroepen zitten, kunnen zo'n initiatieven genomen worden, waarmee ook de vakbondstop onder druk gezet kan worden.
Het moet dus aan de basis, bij de militanten zélf beginnen, door een consequente houding aan te nemen, samen met andere linkse krachten, en op die manier trachten de positie van de vakbond op een ander spoor te brengen. Daar eindigt het echter niet: zogenaamde 'onafhankelijke' vakbonden in het buitenland worden ook geparalliseerd door een bange en vaak corrupte leiding. Interne democratie is dan ook een volgende noodzakelijke stap om de strijdbaarheid te kunnen garanderen.
Om tot dit soort stappen te kunnen komen, moet de linkerzijde alsook haar eigen vakbondsmilitanten -en delegee's in zekere zin het goede voorbeeld te geven, door zich steeds democratisch te organiseren in verzet tegen wat dan ook (neem nu bijvoorbeeld politiegeweld op betogingen of aan piketten), kritisch te blijven tegenover ordewoorden -of gebrek daaraan- van de vakbondstop, en bij dit alles vooral veel geduld te hebben en vooral bouwend te werken. Zo heeft de onafhankelijke Pakistaanse federatie van vakbonden TURCP (samen met PWF en vele andere organisaties) het heft in eigen handen genomen om hulp te bieden na de catastrofale overstromingen. Dit doet het via democratisch verkozen militanten die verantwoording moeten kunnen afleggen voor de aanwending van hulp. Hierdoor is deze hulp, hoe kleinschalig ook, vele malen effectiever én belangenloos in vergelijking met vele NGO's (groot en klein) en overheden uit binnen -en buitenland.
Een kritiekloze houding tegenover onze vakbondstop kan vanuit een pragmatisch kortetermijnperspectief misschien wat opleveren, maar zal op langere termijn enkel leiden tot nieuwe nederlagen. De moeilijke weg is eens te meer de beste.
Marc Puyol
Qua luidruchtigheid, platheid en gebrek aan inhoud, hebben onze eigen vakbondsorganisaties een nieuwe mijlpaal gevestigd. Duidelijke ordewoorden ontbraken, toespraken aan het begin waren de facto onbestaand, en een compleet gebrek aan organisatie -een rode draad in dit stuk- stortten de enorme mobilisatie zowel voor, tijdens als na de betoging in chaos.
Toegegeven, een vlekkenloze start van zo'n enorme toeloop is niet vanzelfsprekend, wat ook in 2005 al eens het geval was. Dit neemt niet weg dat er toen wél nog toespraken waren, en niet alles werd overdonderd door een oorverdovende mengelmoes van voetzoekers, toeters, vuvuzela's en muziekinstallaties die 'Dos Cervezas' afspelen. De schuld van gewone syndicalisten? Lijkt me sterk. De vakbondstop deed er in elk geval alles aan om naar aanloop van deze betoging niet té veel reclame te maken. Het gevolg was dan ook dat buitenlandse delegaties aan het einde de meerderheid uitmaakten. Het verschil tussen pakweg de CGT en ABVV was dat van dag en nacht: strijdbare slogans, georganiseerd campagne voeren en politiek materiaal uitdelen tegenover te luide muziek (niet bepaald strijdliederen, overigens), geen politieke inhoud en vooral desorganisatie.
Chaotisch verloop
Een desorganisatie die nog eens in de verf gezet werd toen een black block z'n weg zocht in de betoging, hoewel het daar duidelijk niks te zoeken had. Een ietwat uit de kluiten gewassen ordedienst met een paar metallo's had een schandalig politie-optreden kunnen voorkomen, simpelweg door dit soort groepen af te zonderen van de hoofdbetoging, wat perfect zonder geweld kan. Wegens gebrek daaraan werden ook gewone vakbondsleden bestookt met traangas en werden veel onschuldige betogers -ook leden van die 'black block'- hardhandig opgepakt. Los daarvan is er geen excuus voor een alweer belachelijk optreden van de politie, waartegen de slachtoffers zich -naar het voorbeeld van Gent vorig jaar- zeker moeten organiseren.
Om het schaandaal van de dag compleet te maken, konden we overigens zien hoe de Europese Wijk met friese ruiters werd beveiligd en Justitie, de Deutsche Bank en de Nationale Loterij door zogenaamde 'robocops' bewaakt werden. En toch: geen enkele kritische noot in de media; enkel begrip voor het 'goede werk van de ordediensten'.
Hierdoor werd de betoging uiteengereten, wat samen met een veel te lang traject resulteerde in een desolaat einde: amper tien mensen stonden voor het gigantische podium bij het Jubelpark, terwijl delen van de geluidsinstallatie vroegtijdig afgebroken werden.
Dankzij veel buitenlandse delegaties was er dus nog een strijdbare ondertoon, maar wat met onze eigen instrumenten van de arbeidersklasse? Nog maar eens werd bewezen dat deze geen échte onafhankelijkheid kennen, noch van de overheid, noch van traditionele partijen. De leiding remt het potentieel enkel maar af, terwijl de hoge syndicalisatiegraad en traditie van strijd precies enorme troeven zijn van de Belgische georganiseerde werkende klasse.
Kritisch zijn
Kritiek op de vakbondstop, de organisatie van dit soort evenementen en vooral het gebrek aan inhoud en ordewoorden is dan ook meer dan welkom. Vooral de noodzaak van onafhankelijke vakbonden moet opnieuw hoog op de agenda komen, en dus ook de eis om banden met CD&V of Sp.A consequent door te snijden en Gennez, samen met haar PES-vertegenwoordigers, in het vervolg niet zomaar welkom te heten op dit soort mobilisaties. Het tegenovergestelde -wat vandaag bestààt- betekent in feite warm en koud tegelijk blazen, wat in de praktijk een gebrekkige verdediging van arbeidersrechten -en verworvenheden betekent.
De onmiddelijke verdediging op korte termijn van die verworvenheden, alsook de zogenaamde 'damage control', is een strategie waar de meeste werknemers vandaag, vanuit een logische reflex, genoegen mee nemen. Het 'andere' zou immers niet realistisch genoeg zijn, en de media, vakbondstop en traditionele politiek werken elke dag hard om dat zo te houden. Toch zal deze houding op termijn altijd tot een interne tegenstelling leiden, die resulteert in nederlagen voor de linkerzijde en desillusie onder de werkende klasse.
Welke logica?
Want, het is inderdaad zo dat besparingen binnen de huidige logica 'sociaal' zijn: kiezen tussen de pest en de cholera als het ware, en er zijn toch geen alternatieven, zo stelt de burgerij. Vakbondsleiders overal in Europa hebben daar geen sluitend antwoord op en beperkten zich tot het beïnvloeden van besparingen. En daar zit het hem: breken met die logica. Iets wat onze vakbonden vandaag onvoldoende doen, los van strijdbare slogans en amusante 'spandoekenoorlogen', die vooral niet zichtbaar waren afgelopen woensdag in Brussel. Strijdbare syndicale militantenkernen bestaan zeker, evenals linkse militanten in allerlei organisaties. Zij hebben de positie, (soms) het programma en vooral het potentieel om kritieken zoals deze om te zetten in de omvorming van vakbonden tot democratische, onafhankelijke en vooral strijdbare instrumenten. Helaas gebeurt dit vandaag te weinig, terwijl een strategie van de facto corporatisme onvoldoende gaat zijn om de essentie van de besparingen -sociale afbraak en verarming- af te stoppen.
Toch klinken er binnen de linkerzijde weinig kritische stemmen. Er is geen noodzaak aan volledig nieuwe vakbonden, integendeel. Dat zou absurd zijn, gezien het potentieel dat de vakbonden vandaag al bezitten. Het gaat enkel om de onafhankelijkheid ervan en hoe deze in het strijdtoneel worden ingezet. Wat na de 29e? Werd er enkel maar wat stoom afgelaten? Er zijn géén perspectieven voor de duizenden militanten die kwamen opdagen, terwijl er op zich niks werd bereikt in Brussel. De strijd zou nu nog maar pas mogen beginnen en toch lijkt deze al afgelopen. Alsof de werkende klasse -dé centrale speler in de strijd tegen besparingen- haar deel al gedaan heeft en het nu aan de 'experts' is om de zaak verder af te handelen.
Publieke opinie
Op lange termijn wordt de positie van de vakbond hierdoor evenwel niet beter. Gebrekkige perspectieven, collaboratie met traditionele partijen en een log bureaucratisch aparaat (soms met het nodige nepotisme) zijn mee de oorzaak van het feit dat een enorme proportie van de vakbondsleden rechts stemt. De kans is zelfs groot dat wie in Brussel was naast iemand liep die op De Wever stemde. Maar is dat zo abnormaal? Populisten als Dedecker, De Wever zélf en een groot deel van de rechterzijde kunnen steeds verwijzen naar de positie van de vakbonden als feitelijk deel van de overheid en hoe 'hun macht' daarbij enorm is toegenomen. Een 'macht' dat het met een andere houding al lang was kwijt gespeeld, maar je kan je steeds meer afvragen of dat wel zo'n slechte zaak zou zijn. Neen, dit is uiteraard geen pleidooi voor de afschaffing van subsidies of wat dan ook, maar louter voor de terugkeer naar de core business van vakbonden: klassenstrijd.
Het succes van vakbonden hangt vandaag immers niet zozeer af van de strijdbaarheid ervan, maar met name van de diensten die deze aanbieden. Dit is ook de voornaamste reden dat de Liberale Vakbond steeds meer leden heeft.
Niet dat er vanuit die dienstenlogica geen goeie initiatieven komen, integendeel, maar net zoals bij traditionele (centrumlinkse) partijen gaat het vaak om symptoombestrijding zonder meer. Een analogie met de betoging van woensdag bestaat ook op kleiner niveau: de mogelijkheid om eens stoom af te laten op infovergaderingen, allerlei nuttige zaken die zeker moeten blijven bestaan, maar liefst nààst die eerder genoemde 'core business'.
Alternatief?
Wat is hiervoor nodig? Om te beginnen de eerder genoemde onafhankelijkheid, maar meteen daarmee ook de openheid naar andere linkse krachten/stromingen buiten de eigen zuil. Daar bestaan vandaag al voorbeelden van, zoals FGTB Jeunes Charleroi of lokale ABVV Jongeren-afdelingen die samen in zee gaan met LSP om lokale jongerenmarsen voor werk te organiseren. Daar waar strijdbare militantengroepen zitten, kunnen zo'n initiatieven genomen worden, waarmee ook de vakbondstop onder druk gezet kan worden.
Het moet dus aan de basis, bij de militanten zélf beginnen, door een consequente houding aan te nemen, samen met andere linkse krachten, en op die manier trachten de positie van de vakbond op een ander spoor te brengen. Daar eindigt het echter niet: zogenaamde 'onafhankelijke' vakbonden in het buitenland worden ook geparalliseerd door een bange en vaak corrupte leiding. Interne democratie is dan ook een volgende noodzakelijke stap om de strijdbaarheid te kunnen garanderen.
Om tot dit soort stappen te kunnen komen, moet de linkerzijde alsook haar eigen vakbondsmilitanten -en delegee's in zekere zin het goede voorbeeld te geven, door zich steeds democratisch te organiseren in verzet tegen wat dan ook (neem nu bijvoorbeeld politiegeweld op betogingen of aan piketten), kritisch te blijven tegenover ordewoorden -of gebrek daaraan- van de vakbondstop, en bij dit alles vooral veel geduld te hebben en vooral bouwend te werken. Zo heeft de onafhankelijke Pakistaanse federatie van vakbonden TURCP (samen met PWF en vele andere organisaties) het heft in eigen handen genomen om hulp te bieden na de catastrofale overstromingen. Dit doet het via democratisch verkozen militanten die verantwoording moeten kunnen afleggen voor de aanwending van hulp. Hierdoor is deze hulp, hoe kleinschalig ook, vele malen effectiever én belangenloos in vergelijking met vele NGO's (groot en klein) en overheden uit binnen -en buitenland.
Een kritiekloze houding tegenover onze vakbondstop kan vanuit een pragmatisch kortetermijnperspectief misschien wat opleveren, maar zal op langere termijn enkel leiden tot nieuwe nederlagen. De moeilijke weg is eens te meer de beste.
maandag 20 september 2010
LeffingeLeuren: een groots klein festival
Het huizenhoge cliché dat de titel van dit verslag meegekregen heeft, moést ergens gebruikt worden en lag eigenlijk ook al vast. LeffingeLeuren bevestigde dit jaar nogmaals dat het een ietwat onderkend, maar briljant festival is met een prijs/kwaliteit-verhouding die zelden geëvenaard wordt.
De affiche was vermoedelijk al de beste ooit, en de weekendkaarten waren dan ook uitverkocht. Met een groter festivalterrein én uitgebreide camping was het anders slaperige dorpje bij Middelkerke helemaal klaar voor opnieuw een zeer aangenaam en muzikaal hoogstaande editie.
De prijs van de camping is, gezien de beperkte service, evenwel een tegenvaller: 11,5 euro. De festivaltickets zélf zijn ook een pak duurder in vergelijking met vroeger, maar op dat vlak is Leffinge dan ook sterk geëvolueerd, wat de prijzen enigszins rechtvaardigt.
Voor het overige ziet het festival eruit zoals je kan verwachten van een klein evenement dat binnen z'n categorie tot de absolute top behoort: prima organisatie, degelijk geluid en een gezellige sfeer. Enige minpuntje is het publiek, dat vaak veel te jong (en dus wat luidruchtig en onwetend) uitvalt. Daar kan de organisatie niks aan doen; sowieso is de programmatie gericht op fijnproevers louter dan scholieren. Voor tieners die een eerste festival willen doen, is Leffinge anderzijds wel ideaal. Toch kon dit de pret niet bederven in de afgelopen editie.
Dat zou absurd zijn, als je als festivalbezoeker bijvoorbeeld de luxe hebt om Leffinge aan te vatten met een optreden van Amatorski in Zaal de Zwerver (een briljante luxe is het trouwens om een concertzaal op een festival te hebben). De Gentse band, bekend om een belachelijk gehyped nummer, bewees zonder problemen dat 'Come Home' tot hun mindere werk behoort. De rest van hun oevre heeft meer persoonlijkheid en is beduidend vernieuwender. Het Vlaamse antwoord op Sigur Ros zou geen slechte manier zijn om hen te beschrijven. Prima optreden, ondanks een wat babbelgraag publiek en het niet spelen van hun beste nummer, 'Same stars we shared'.
Babylon Circus bleek de ideale naam te zijn om in de grote tent de boel degelijk op gang te trekken. Ze hebben al een aantal hitjes die goed werken bij een divers publiek en zijn dan ook het prototype van een festivalband. Hoewel wat té hippie-achtig bij momenten, was ook dit een sterk concert.
Iemand die verloren leek gelopen te zijn op de affiche was Paul Weller. Of ook weer niet: LeffingeLeuren programmeert graag onbekende of onderschatte grootheden uit het buiteland. Het draait uiteindelijk om de kwaliteit, en die heeft Paul Weller natuurlijk. Het werd een klasse-optreden, evenwel zonder échte hoogtepunten. Het publiek lustte het logischerwijze niet heel erg graag en bovendien was het geluid wat belabberd bij momenten. Toch kon deze Britpoples geslaagd worden genoemd.
Een klein nadeel op het festival is de beperkte capaciteit van Zaal de Zwerver. Daardoor moest de passage van het hippe Balthazar geruild worden voor de commerciële éénheidsworst van Tocadisco. Muzikaal gezien waardeloos, maar wel het optreden dat het meeste volk trok over het hele weekend. Opnieuw wordt een belangrijke tendens bevestigd: met name een jonger publiek gaat voor het feestgevoel, liefst zonder al te veel complexiteiten. 'Whoa whoa' roepen (ook volledig nààst de beat) hoort daar uiteraard ook bij.
De tweede dag begon pas écht bij Le Peuple de l'Herbe, wat zonder twijfel het meest energieke optreden van het weekend werd. Het collectief klinkt absoluut niet Frans en vormt alweer een voorbeeld van geëngageerde hip hop, vrij van negatieve cliché's. Nouja, zoals hip hop oospronkelijk bedoeld werd, quoi.
Perfect daarbij aansluitend was Roots Manuva, ook bekend van z'n werk met Gorillaz. Ook hier niks aan te merken op de sterkte van het optreden, al viel het geluid wat tegen en konden een aantal nummers niet overtuigen. Duidelijk een zaalact.
Vierde keer Abysnthe Minded op Leffinge, en dus telkens een beetje hoger op de affiche. Vreemd genoeg moest de band liefst een half uur zélf soundchecken. Ook tijdens het optreden werd duidelijk dat Absynthe Minded nog net iets beter zal moeten kunnen doen om zich te onderscheiden. Het gaat op zich om zeer mooi gemaakte muziek die live ook nog eens overkomt, maar de band zélf is vaak niet veel meer dan zanger Bert Ostyn, met al de beperkingen van dien.
Het cliché voor Lee 'Scratch' Perry blijft (gedeeltelijk) rechtop: ofwel zeer slecht, ofwel een geniaal feestje. Nu was het ergens tussenin, daar zijn trage dub op zich goed gebracht werd (vooral dankzij een prima band) en de 74-jarige legende redelijk nuchter leek. Maar: het ging te traag. Pas op het einde werd getoond wat het potentieel kon geweest zijn van dit optreden. Niet dat we veel meer kunnen vragen van een bejaarde man, natuurlijk.
Ode aan de held die vlak na het optreden van Perry geniale dubstep loeihard door de PA liet blazen. Het bleek de perfecte opwarmer te zijn voor Mixmaster Mike, oftewel het bekendste knoppengenie die vaak ook in dienst van Beastie Boys werkt. Begrijp het niet verkeerd: hij is echt wel geniaal, maar we zien hem toch liever bij de drie veertigers uit New York. Echt slechte platen draaien deed-ie niet, maar er zat anderzijds ook geen persoonlijkheid in een set die om de nanoseconde van nummer veranderde. Soms zaten er echt prachtige ingevingen tussen, afgewisseld met de vetste dubstep die op de man op z'n laptop had staan. Uiteindelijk verwaterde de boel echter, wat nog eens duidelijk maakt dat dj-sets (deze keer écht live) niet om kwantiteit, maar om kwaliteit draaien.
Zondagen op Leffinge hadden vroeger de slechte naam van saai en sfeerloos te zijn. Enerzijds omwille van de (oudere) dagjesmensen, en anderzijds omdat veel andere bezoekers s'anderendaags op de schoolbanken moeten zitten. De organisatie had daar dit jaar iets uitstekends op gevonden: Blackbox Revelation relatief vroeg programmeren als publiekstrekker, wat een schot in de roos bleek te zijn. Hun optreden was niet beter dan vorig jaar, maar de nog steeds piepjonge band maakte duidelijk veel technische progressie sinds de vorige passage; er was zelfs plaats voor een heus potje jammen in het midden van de set, en de overgang tussen 'I think I like you' en 'Do I know you' was pure klasse. Nu nog wat origineler uit de hoek komen en werken aan die drumpartijen!
Dankzij de strategische programmatie viel het optreden van 65 Days of Static helemaal niét in het water. Deze band heeft nog niet de herkenbaarheid van Explosions in the Sky, maar compenseren dit door zowaar 'dansbare postrock' te maken. Het sloeg ook aan, want zelfs met een wat te rustig eerste deel, ontplofte de boel vanaf hun bekende 'Radio Protector'. Prachtig om deze band nog eens te zien.
Admiral Freebee liet zijn amateuristische onderbrokenlol voor één keer thuis (misschien door het feit dat Flip Kowlier nu in z'n band zit), maar vermits zijn Engelse teksten nog steeds ondermaats zijn, ging het richting een échte Amerikaanse band: Viva L'American Death Ray Music. Een mondvol voor een optreden in het kleine, gezellige Café De Zwerver (dat fungeerde als 'vierde podium', na de tent, de zaal en het Marktplein). Het werd een interessante show, vooral bestaande uit experimentele blues met duidelijke Malinese invloeden. Een goede ontdekking, met andere woorden.
De afsluiter van LeffingeLeuren 2010 is vermoedelijk de grootste band die het festival ooit al wist te strikken. Niemand minder dan Wilco sloot een vreemd genoeg niet uitverkochte festivaldag af. Na de zegetochten op Pukkelpop en in de AB vorig jaar, kan men bezwaarlijk nog stellen dat dit een Amerikaanse band is voor een Amerikaans publiek. Ook hier zijn ze bekend, zij het niet goed genoeg. Ergens kan gesteld worden dat ze niet thuis horen op een kleine setting als Leffinge, maar ze kozen zélf voor een bescheiden Europese tournee, wat hun komst naar deze uithoek dus perfect rechtvaardigt. Op vraag van de organisatie bracht de band geen gewoonlijke marathonset, wat jammer was voor de fans, maar gezien de omstandigheden ook begrijpelijk. Klagen konden we evenwel niet: deze band kan liedjes maken als geen ander, volgens de Gouden Snede van de moderne popmuziek. Daar eindigt het niet bij: werkelijk élk nummer plakt moeiteloos aan je brein, en wordt meestal in een cocon van avantgardistische noisebreakdowns en onnavolgbare gitaarsolo's gestopt. Van de bovenste plank dus, en dat in een dorpje dat ooit onstond rond een mesthoop. Er waren enkel maar hoogtepunten, en hoewel de reactie van het publiek lauw was, amuseerde de band zich duidelijk. Kortom: precies wat verwacht mocht worden van een band als Wilco.
Datzelfde geldt ook voor de rest van de affiche en het hele festival op zich. Zondagnacht kon met veel plezier naar de desolate camping getrokken worden, en van het optreden van Wilco wordt nog weken nagenoten. Volgend jaar zal het kleine LeffingeLeuren, zonder gigantische marketingmachines en met de ideale rust na een drukke festivalzomer, opnieuw één van de meest genietbare evenementen worden dat ons festivallandschap te bieden heeft. Oh, en de 1Minute Awards voor kortfilms zal natuurlijk ook opnieuw plaatsvinden, als uniek aspect van een al even uniek festival.
De affiche was vermoedelijk al de beste ooit, en de weekendkaarten waren dan ook uitverkocht. Met een groter festivalterrein én uitgebreide camping was het anders slaperige dorpje bij Middelkerke helemaal klaar voor opnieuw een zeer aangenaam en muzikaal hoogstaande editie.
De prijs van de camping is, gezien de beperkte service, evenwel een tegenvaller: 11,5 euro. De festivaltickets zélf zijn ook een pak duurder in vergelijking met vroeger, maar op dat vlak is Leffinge dan ook sterk geëvolueerd, wat de prijzen enigszins rechtvaardigt.
Voor het overige ziet het festival eruit zoals je kan verwachten van een klein evenement dat binnen z'n categorie tot de absolute top behoort: prima organisatie, degelijk geluid en een gezellige sfeer. Enige minpuntje is het publiek, dat vaak veel te jong (en dus wat luidruchtig en onwetend) uitvalt. Daar kan de organisatie niks aan doen; sowieso is de programmatie gericht op fijnproevers louter dan scholieren. Voor tieners die een eerste festival willen doen, is Leffinge anderzijds wel ideaal. Toch kon dit de pret niet bederven in de afgelopen editie.
Dat zou absurd zijn, als je als festivalbezoeker bijvoorbeeld de luxe hebt om Leffinge aan te vatten met een optreden van Amatorski in Zaal de Zwerver (een briljante luxe is het trouwens om een concertzaal op een festival te hebben). De Gentse band, bekend om een belachelijk gehyped nummer, bewees zonder problemen dat 'Come Home' tot hun mindere werk behoort. De rest van hun oevre heeft meer persoonlijkheid en is beduidend vernieuwender. Het Vlaamse antwoord op Sigur Ros zou geen slechte manier zijn om hen te beschrijven. Prima optreden, ondanks een wat babbelgraag publiek en het niet spelen van hun beste nummer, 'Same stars we shared'.
Babylon Circus bleek de ideale naam te zijn om in de grote tent de boel degelijk op gang te trekken. Ze hebben al een aantal hitjes die goed werken bij een divers publiek en zijn dan ook het prototype van een festivalband. Hoewel wat té hippie-achtig bij momenten, was ook dit een sterk concert.
Iemand die verloren leek gelopen te zijn op de affiche was Paul Weller. Of ook weer niet: LeffingeLeuren programmeert graag onbekende of onderschatte grootheden uit het buiteland. Het draait uiteindelijk om de kwaliteit, en die heeft Paul Weller natuurlijk. Het werd een klasse-optreden, evenwel zonder échte hoogtepunten. Het publiek lustte het logischerwijze niet heel erg graag en bovendien was het geluid wat belabberd bij momenten. Toch kon deze Britpoples geslaagd worden genoemd.
Een klein nadeel op het festival is de beperkte capaciteit van Zaal de Zwerver. Daardoor moest de passage van het hippe Balthazar geruild worden voor de commerciële éénheidsworst van Tocadisco. Muzikaal gezien waardeloos, maar wel het optreden dat het meeste volk trok over het hele weekend. Opnieuw wordt een belangrijke tendens bevestigd: met name een jonger publiek gaat voor het feestgevoel, liefst zonder al te veel complexiteiten. 'Whoa whoa' roepen (ook volledig nààst de beat) hoort daar uiteraard ook bij.
De tweede dag begon pas écht bij Le Peuple de l'Herbe, wat zonder twijfel het meest energieke optreden van het weekend werd. Het collectief klinkt absoluut niet Frans en vormt alweer een voorbeeld van geëngageerde hip hop, vrij van negatieve cliché's. Nouja, zoals hip hop oospronkelijk bedoeld werd, quoi.
Perfect daarbij aansluitend was Roots Manuva, ook bekend van z'n werk met Gorillaz. Ook hier niks aan te merken op de sterkte van het optreden, al viel het geluid wat tegen en konden een aantal nummers niet overtuigen. Duidelijk een zaalact.
Vierde keer Abysnthe Minded op Leffinge, en dus telkens een beetje hoger op de affiche. Vreemd genoeg moest de band liefst een half uur zélf soundchecken. Ook tijdens het optreden werd duidelijk dat Absynthe Minded nog net iets beter zal moeten kunnen doen om zich te onderscheiden. Het gaat op zich om zeer mooi gemaakte muziek die live ook nog eens overkomt, maar de band zélf is vaak niet veel meer dan zanger Bert Ostyn, met al de beperkingen van dien.
Het cliché voor Lee 'Scratch' Perry blijft (gedeeltelijk) rechtop: ofwel zeer slecht, ofwel een geniaal feestje. Nu was het ergens tussenin, daar zijn trage dub op zich goed gebracht werd (vooral dankzij een prima band) en de 74-jarige legende redelijk nuchter leek. Maar: het ging te traag. Pas op het einde werd getoond wat het potentieel kon geweest zijn van dit optreden. Niet dat we veel meer kunnen vragen van een bejaarde man, natuurlijk.
Ode aan de held die vlak na het optreden van Perry geniale dubstep loeihard door de PA liet blazen. Het bleek de perfecte opwarmer te zijn voor Mixmaster Mike, oftewel het bekendste knoppengenie die vaak ook in dienst van Beastie Boys werkt. Begrijp het niet verkeerd: hij is echt wel geniaal, maar we zien hem toch liever bij de drie veertigers uit New York. Echt slechte platen draaien deed-ie niet, maar er zat anderzijds ook geen persoonlijkheid in een set die om de nanoseconde van nummer veranderde. Soms zaten er echt prachtige ingevingen tussen, afgewisseld met de vetste dubstep die op de man op z'n laptop had staan. Uiteindelijk verwaterde de boel echter, wat nog eens duidelijk maakt dat dj-sets (deze keer écht live) niet om kwantiteit, maar om kwaliteit draaien.
Zondagen op Leffinge hadden vroeger de slechte naam van saai en sfeerloos te zijn. Enerzijds omwille van de (oudere) dagjesmensen, en anderzijds omdat veel andere bezoekers s'anderendaags op de schoolbanken moeten zitten. De organisatie had daar dit jaar iets uitstekends op gevonden: Blackbox Revelation relatief vroeg programmeren als publiekstrekker, wat een schot in de roos bleek te zijn. Hun optreden was niet beter dan vorig jaar, maar de nog steeds piepjonge band maakte duidelijk veel technische progressie sinds de vorige passage; er was zelfs plaats voor een heus potje jammen in het midden van de set, en de overgang tussen 'I think I like you' en 'Do I know you' was pure klasse. Nu nog wat origineler uit de hoek komen en werken aan die drumpartijen!
Dankzij de strategische programmatie viel het optreden van 65 Days of Static helemaal niét in het water. Deze band heeft nog niet de herkenbaarheid van Explosions in the Sky, maar compenseren dit door zowaar 'dansbare postrock' te maken. Het sloeg ook aan, want zelfs met een wat te rustig eerste deel, ontplofte de boel vanaf hun bekende 'Radio Protector'. Prachtig om deze band nog eens te zien.
Admiral Freebee liet zijn amateuristische onderbrokenlol voor één keer thuis (misschien door het feit dat Flip Kowlier nu in z'n band zit), maar vermits zijn Engelse teksten nog steeds ondermaats zijn, ging het richting een échte Amerikaanse band: Viva L'American Death Ray Music. Een mondvol voor een optreden in het kleine, gezellige Café De Zwerver (dat fungeerde als 'vierde podium', na de tent, de zaal en het Marktplein). Het werd een interessante show, vooral bestaande uit experimentele blues met duidelijke Malinese invloeden. Een goede ontdekking, met andere woorden.
De afsluiter van LeffingeLeuren 2010 is vermoedelijk de grootste band die het festival ooit al wist te strikken. Niemand minder dan Wilco sloot een vreemd genoeg niet uitverkochte festivaldag af. Na de zegetochten op Pukkelpop en in de AB vorig jaar, kan men bezwaarlijk nog stellen dat dit een Amerikaanse band is voor een Amerikaans publiek. Ook hier zijn ze bekend, zij het niet goed genoeg. Ergens kan gesteld worden dat ze niet thuis horen op een kleine setting als Leffinge, maar ze kozen zélf voor een bescheiden Europese tournee, wat hun komst naar deze uithoek dus perfect rechtvaardigt. Op vraag van de organisatie bracht de band geen gewoonlijke marathonset, wat jammer was voor de fans, maar gezien de omstandigheden ook begrijpelijk. Klagen konden we evenwel niet: deze band kan liedjes maken als geen ander, volgens de Gouden Snede van de moderne popmuziek. Daar eindigt het niet bij: werkelijk élk nummer plakt moeiteloos aan je brein, en wordt meestal in een cocon van avantgardistische noisebreakdowns en onnavolgbare gitaarsolo's gestopt. Van de bovenste plank dus, en dat in een dorpje dat ooit onstond rond een mesthoop. Er waren enkel maar hoogtepunten, en hoewel de reactie van het publiek lauw was, amuseerde de band zich duidelijk. Kortom: precies wat verwacht mocht worden van een band als Wilco.
Datzelfde geldt ook voor de rest van de affiche en het hele festival op zich. Zondagnacht kon met veel plezier naar de desolate camping getrokken worden, en van het optreden van Wilco wordt nog weken nagenoten. Volgend jaar zal het kleine LeffingeLeuren, zonder gigantische marketingmachines en met de ideale rust na een drukke festivalzomer, opnieuw één van de meest genietbare evenementen worden dat ons festivallandschap te bieden heeft. Oh, en de 1Minute Awards voor kortfilms zal natuurlijk ook opnieuw plaatsvinden, als uniek aspect van een al even uniek festival.
dinsdag 27 juli 2010
Opinie: All I want is Music
Het drama van Duisburg maakte vorige week op tragische wijze duidelijk wat overdreven commercie op grote culturele evenementen kan betekenen: zelfs in een land met een goede traditie van organisatie en veiligheid kon een ramp ontstaan die te wijten was aan pure waanzin.
Deze waanzin bestaat ook in België, ook al valt dit niet noodzakelijk te merken aan de veiligheid van grote evenementen. Concentraties van volk zoals op de Love Parade zijn haast nergens ter wereld gekend, laat staan bij ons. De platte winstzucht en profileringsdrang die tot zo'n ramp leidden echter wel. Meer dan ooit bij ons.
In de afgelopen weken bezocht ik twee grote Belgische festivals, Rock Werchter en Dour. De ene staat bekend om een groots programma, laatstgenoemde als een internationaal 'alternatief' festival. Wat echter bleek, is dat het organiseren op zich van dit soort evenementen steeds minder rond muziek draait.
Commercialisering is een fenomeen dat al een lange tijd geleden werd ingezet. Talloos zijn de keren dat ik mij eraan ergerde op Marktrock (toen nog met de oude formule), Pukkelpop, en zelfs kleinere festivals zoals Boomtown. Ook op Werchter dit jaar zag je de hoogmis van sponsors met een jong doelpubliek, bijhorende gadgets, sluikreclame én de lawaaierige stands. Tot het optreden van Pearl Jam kon dit echter de pret niet bederven voor muziekliefhebbers: de optredens gingen in volle glorie door en wie dat wou kon tussenin naar de schabouwelijke sponsorstands gaan om daar wat rond te hangen of te feesten.
Toen Eddie Vedder samen met een heel resem andere rocksterren het festival afsloot, vond de organisatie het echter nodig om het optreden, dat te vroeg eindigde, te ontsieren met vuurwerk gebracht door de sponsor (dat stond althans te lezen op de grote schermen). Op het moment dat de commercie rechtstreeks ingrijpt in de muziek, moet er een lijn getrokken worden.
De oorspronkelijke organisator van The Love Parade trok deze lijn al in 2006. Sindsdien verloor het evenement zijn oorspronkelijke doel, formaat en sfeer. Het werd een grote Openlucht-I Love Techno, waarbij allerlei sponsors letterlijk honderdduizenden mensen konden bereiken. Allemaal gratis, dat wel... maar geen muziek zonder een woordje van de sponsor. In 2010 werd een stap verder gegaan: het stratenfestival moest verplaatst worden naar een vaste stek mét hoofdpodium. Veel te veel volk voor een te kleine, gesloten oppervlakte, enkel bereikbaar via een tunnel. Het gevolg is gekend.
Maar ach, een vaste stek is een betere uitgangspositie voor sponsors, en bovendien moest de faam van de Europese Culturele Hoofdstad (een gedeelte titel in het Ruhrgebied) intact gehouden worden. Dit heet: liever geen jongeren die op MDMA liggen te neuken in een lokaal park. Zonder te veel gespeculeer: het punt is en blijft dat het onmogelijke geprobeerd werd, in een poging om een intrinsiek oncommercieel evenement verder 'verkoopbaar' te maken.
Terug naar België: de stands op Dour waren dezelfde als die op Werchter: plat seksisme als verkooptechniek, samen met erg luide muziek en allerlei irritante attributen. Er bestaat blijkbaar een publiek voor op onze festivals. Deze campagne werd in de Borinage echter verder gezet ten koste van livemuziek. Inderdaad, optredens werden verstoord (en in één geval zelfs overgenomen) door een sponsormachine die op hol geslagen was.
Resultaat: een nederlaag voor de muziekliefhebber, het aantrekken van mensen die helemaal niks te zoeken hebben op festivals (en vaak geen enkel optreden zien), en de hele idee van wat een festival ooit was of kon geweest zijn, doorgespoeld in de Dixie-toiletten. Hiermee wordt een klimaat gecreëerd dat het mogelijk maakt om, in de eindeloze zoektocht naar winst van sponsoren en organisatoren, absurde beslissingen te nemen. Zoals: een half miljoen mensen via een tunnel laten passeren. Het draait immers al lang niet meer om de muziek en het vreedzaam samen zijn, maar om de creatie van een product (samen met de promotie van andere producten) voor een zo ruim mogelijk publiek.
Festivals moeten hun ziel terug krijgen. Dat verdienen muziekliefhebbers, maar ook de jeugd op zich. Het traditionele jonge publiek van deze evenementen moet zich in de eerste plaats belangeloos kunnen amuseren. Enkel zo kan ook op lange termijn de veiligheid gegarandeerd worden. Dat kan vandaag niet meer, zei u?
Om maar één voorbeeld te geven: Glastonbury, het meest mythische van alle traditionele festivals, vierde dit jaar z'n 40e verjaardag. Al die tijd zonder winstoogmerk, op basis van duizenden vrijwilligers en telkens met meer dan honderdduizend bezoekers per dag. Eat this, Schueremans.
Marc Puyol
Deze waanzin bestaat ook in België, ook al valt dit niet noodzakelijk te merken aan de veiligheid van grote evenementen. Concentraties van volk zoals op de Love Parade zijn haast nergens ter wereld gekend, laat staan bij ons. De platte winstzucht en profileringsdrang die tot zo'n ramp leidden echter wel. Meer dan ooit bij ons.
In de afgelopen weken bezocht ik twee grote Belgische festivals, Rock Werchter en Dour. De ene staat bekend om een groots programma, laatstgenoemde als een internationaal 'alternatief' festival. Wat echter bleek, is dat het organiseren op zich van dit soort evenementen steeds minder rond muziek draait.
Commercialisering is een fenomeen dat al een lange tijd geleden werd ingezet. Talloos zijn de keren dat ik mij eraan ergerde op Marktrock (toen nog met de oude formule), Pukkelpop, en zelfs kleinere festivals zoals Boomtown. Ook op Werchter dit jaar zag je de hoogmis van sponsors met een jong doelpubliek, bijhorende gadgets, sluikreclame én de lawaaierige stands. Tot het optreden van Pearl Jam kon dit echter de pret niet bederven voor muziekliefhebbers: de optredens gingen in volle glorie door en wie dat wou kon tussenin naar de schabouwelijke sponsorstands gaan om daar wat rond te hangen of te feesten.
Toen Eddie Vedder samen met een heel resem andere rocksterren het festival afsloot, vond de organisatie het echter nodig om het optreden, dat te vroeg eindigde, te ontsieren met vuurwerk gebracht door de sponsor (dat stond althans te lezen op de grote schermen). Op het moment dat de commercie rechtstreeks ingrijpt in de muziek, moet er een lijn getrokken worden.
De oorspronkelijke organisator van The Love Parade trok deze lijn al in 2006. Sindsdien verloor het evenement zijn oorspronkelijke doel, formaat en sfeer. Het werd een grote Openlucht-I Love Techno, waarbij allerlei sponsors letterlijk honderdduizenden mensen konden bereiken. Allemaal gratis, dat wel... maar geen muziek zonder een woordje van de sponsor. In 2010 werd een stap verder gegaan: het stratenfestival moest verplaatst worden naar een vaste stek mét hoofdpodium. Veel te veel volk voor een te kleine, gesloten oppervlakte, enkel bereikbaar via een tunnel. Het gevolg is gekend.
Maar ach, een vaste stek is een betere uitgangspositie voor sponsors, en bovendien moest de faam van de Europese Culturele Hoofdstad (een gedeelte titel in het Ruhrgebied) intact gehouden worden. Dit heet: liever geen jongeren die op MDMA liggen te neuken in een lokaal park. Zonder te veel gespeculeer: het punt is en blijft dat het onmogelijke geprobeerd werd, in een poging om een intrinsiek oncommercieel evenement verder 'verkoopbaar' te maken.
Terug naar België: de stands op Dour waren dezelfde als die op Werchter: plat seksisme als verkooptechniek, samen met erg luide muziek en allerlei irritante attributen. Er bestaat blijkbaar een publiek voor op onze festivals. Deze campagne werd in de Borinage echter verder gezet ten koste van livemuziek. Inderdaad, optredens werden verstoord (en in één geval zelfs overgenomen) door een sponsormachine die op hol geslagen was.
Resultaat: een nederlaag voor de muziekliefhebber, het aantrekken van mensen die helemaal niks te zoeken hebben op festivals (en vaak geen enkel optreden zien), en de hele idee van wat een festival ooit was of kon geweest zijn, doorgespoeld in de Dixie-toiletten. Hiermee wordt een klimaat gecreëerd dat het mogelijk maakt om, in de eindeloze zoektocht naar winst van sponsoren en organisatoren, absurde beslissingen te nemen. Zoals: een half miljoen mensen via een tunnel laten passeren. Het draait immers al lang niet meer om de muziek en het vreedzaam samen zijn, maar om de creatie van een product (samen met de promotie van andere producten) voor een zo ruim mogelijk publiek.
Festivals moeten hun ziel terug krijgen. Dat verdienen muziekliefhebbers, maar ook de jeugd op zich. Het traditionele jonge publiek van deze evenementen moet zich in de eerste plaats belangeloos kunnen amuseren. Enkel zo kan ook op lange termijn de veiligheid gegarandeerd worden. Dat kan vandaag niet meer, zei u?
Om maar één voorbeeld te geven: Glastonbury, het meest mythische van alle traditionele festivals, vierde dit jaar z'n 40e verjaardag. Al die tijd zonder winstoogmerk, op basis van duizenden vrijwilligers en telkens met meer dan honderdduizend bezoekers per dag. Eat this, Schueremans.
Marc Puyol
Abonneren op:
Reacties (Atom)




