Powered By Blogger

Zoeken in deze blog

zaterdag 25 december 2010

Waarom Slayer draaien in een bushokje ook tof is

Het is weer voorbij. Meer mensen dan we zouden durven vermoeden zullen ongetwijfeld opgelucht zijn. Music For Life betekent immers ook een grootschalige sociale controle. Zélfs binnen de liefdadigheidssector. Zeggen dat er ook negatieve conclusies te trekken vallen, behalve het feit dat Vlaanderen dus niét uitsluitend uit koudhartige N-VA-stemmers bestaat, is een open deur intrappen.

De afgelopen edities kwamen scherpe opiniestukken bovendrijven omtrent het Music For Life-initiatief. De vakgroep Derde Wereldstudies van de UGent vroeg zich vorig jaar af of MFL niet eerder problematieken toedekt, louter dan deze aan te kaarten. De retorische vraag werd beantwoord toen MFL-security op de Zuid in Gent een spandoek verwijderde van een actiegroep voor daklozen. Hiermee werd dus al duidelijk dat MFL een steeds groter monopolie op caritas wil innemen. Er is jaarlijks één thema en één goed doel, punt. Andere organisaties doen dit ook, maar palmen daarvoor natuurlijk nog niet de hele VRT-mediagroep (en andere) in.

Er was ook een bericht over het feit dat MFL zo'n groot fenomeen geworden is, dat andere NGO's eronder te lijden hebben. Het is kwaliteitslabel, en niet zozeer organisaties, maar vooral particuliere initiatieven kunnen daarvan meegenieten. Initiatieven die vaak enkel voor MFL werden opgericht. Wat de rest van het jaar dan moet gebeuren, is niet duidelijk. Wel begint de gekte rond de poppenkast in het glazen huis elke keer vroeger. Het Rode Kruis is in elk geval altijd de grote gebeneficieerde.

Een Gentse scholiere schreef een raak opiniestuk na afloop van MFL. Er wordt in gesteld dat het absoluut niet duidelijk is waar het ingezamelde geld naartoe gaat. Op zich staat er dus niks nieuws in -dat is immers ook het geval bij andere liefdadigheidscampagnes- maar het helpt ook wel andere vragen oproepen.

ONKRITISCH

Een eerste kwestie is inderdaad dat geld zélf. Waarover gaat het nu eigenlijk? Trek productiekosten af (inderdaad, of dacht je dat het een verliesoperatie betrof voor Stu Bru?), administratieve rompslomp, en andere beslommeringen, en je houdt ongetwijfeld al een pak minder over aan de 5 miljoen ingezamelde euro's.

Maar wat is 5 miljoen euro? Wat zegt dit nu? Moeten we aannemen dat de meerderheid van de bevolking debiel genoeg is om te denken dat dit een grote som geld betekent? Zeker niet, maar als niemand openlijk en publiek die vraag opwerpt, kan zo'n cijfer ook niet deftig gerelativeerd en geplaatst worden. Vorig jaar werd na de inzamelactie wel gezegd hoeveel hulp kon uitgedeeld worden in Burundi. Het ging om een half miljoen muskietnetten ter bestrijding van malaria. Mooi, maar dat is -de schaal van de problematiek in achting genomen- fuck all.

En dat zijn die 5 miljoen euro ook, fuck all. Dat kan niet genoeg herhaald worden. Het meest perverse effect van een actie als MFL is precies dit. De distortie van een zeer ernstige realiteit. En tegelijk slaagt deze pure vorm van 19e-eeuwse caritas -want laten we een kat een kat noemen- er perfect in om problemen als AIDS, landmijnen en watertekorten voor te stellen als iets waar toch maar wat kan aan gedaan worden als elk individu een klein beetje moeite doet. Maar dat het überhaupt opgelost kan worden, vergeet het maar. Dit wordt duidelijk gesuggereerd door élke vorm van politiek volledig uit de actie te zuiveren.

Hetzelfde met kritische noten. Eerder werden al opiniestukken en bepaalde berichten aangehaald, maar deze vinden voor alle duidelijkheid geen echte weerklank in de mainstream media. Het medium dat zich er immers wel aan waagt, kleurt niet binnen de lijntjes. Want, het VRT-imperium is wel degelijk machtig. Studio Brussel verdubbelde sinds de eerste MFL z'n luistercijfers, Jan van Biesen gaf al openlijk toe dat het om een schitterend marketingmodel gaat, kortom, een win-win situatie. Het zou een te groot risico zijn voor grote mediagroepen om kritische noten te plaatsen bij iets wat al sinds aanvang enkel positief onthaald werd. Door letterlijk het hele establishment. Zelfs N-VA zamelde geld in aan de stations of at 'frietjes for life'.

PROFITEURS

Laten we even dat laatste beeld vasthouden. Nu moet het voor veel mensen beginnen dagen. Liefdadigheid van het MFL-soort is danig onschuldig dat zelfs rechtse organisaties deze met veel plezier -en veel cynisme- onderschrijven. Ga maar na, bij VLD werd 2600 euro ingezameld om De Gucht jr. zijn haar te laten afscheren. Tweeduizend. Zeshonderd. Euro. De StuBru-presentator die het in ontvangst nam, was er waarschijnlijk nog blij mee ook. Dit is niet enkel alweer een voorbeeld van de realiteitsdistortie die MFL betekent, maar ook van het feit dat talloze parasiterende bv's en politici hiervan profiteren.

Wie? De commerciële media, de horde bv's, muziekgroepen, politici, notabelen en ga zo maar door die in ruil voor een godverdomse aalmoes of vrijwillige implicatie hun marktwaarde zien stijgen. Kwantificeer eens die stijging, en zet het om in een monetaire waarde. Dat kàn trouwens. Wedden dat het een veelvoud oplevert van het totale MFL-bedrag?

Tot zover hebben we dus: realiteitsdistortie, een symbolisch bedrag dat als niet symbolisch wordt bestempeld, het toedekken van andere problemen en bijhorende initiatieven, de depolitisering van maatschappelijk engagement, het profitariaat van bekend Vlaanderen en de politieke klasse, en ten slotte -iets subjectiever weliswaar- het irritante gehalte van Music For Life. Maar over dat laatste hoeven we het nu niet te hebben.

Blijft er dan iéts positiefs over? Jazeker. MFL bewijst zonder enige twijfel dat mensen warm gemaakt kunnen worden voor iets. Iets waar ze zelf op zich niet bij te winnen hebben. Want laat het duidelijk zijn, behalve de bv's, politici en de handvol mediageile bakvissen, zijn er ook veel andere jongeren en scholieren die effectief de straat op gegaan zijn. Er zijn dus mensen die iets doén. Maar goed, de basis waarop is een ander paar mouwen. Bovendien eclipseert de actie zélf ook de problematiek die het als doel heeft. Hoeveel mensen weten nog waarover het in 2008 ging? Ik weet het begod ook niet meer.

KATHODE

Music For Life slaagt erin om een aantrekkingspool van engagement te worden, maar ontwapent dat engagement tegelijk ook. Die ontwapening gebeurt door het media-gebeuren (het middel, niet het doel), de status van bv's, van politici, de rol van de overheid en de rol van liefdadigheid in het algemeen in een ronduit fout daglicht te stellen. En als ik zeg "fout", dan bedoel ik dat deze optiek uitermate partijdig is. Het bevestigt een bepaalde maatschappelijke orde, een bepaalde gang van zaken. Net zoals traditionele caritas komt het vooral sociale reproductie ten goede.


In die zin, en zonder te overdrijven, zou een 'Music for Death' actie bestaande uit een vereldeld bushokje, met daarin drie Carazuipende metalheads die de hele dag Slayer draaien, op termijn evenveel opleveren. Er wordt immers in beide gevallen niet aan de verhoudingen geraakt die aan de basis van dergelijke problematieken liggen. Bovendien wordt het een jaarlijkse gewoonte om rond de feestdagen iets te doen. En in de rest van het jaar? Er kan onmogelijk een andere actie zijn die even 'tof' is als   Music For Life, toch? Inderdaad, de overstromingen in Pakistan of de Hulp voor Haïti eerder dit jaar leverden opvallend weinig op.

5 miljoen na aftrek voor onmiddellijke hulp zal wel iets doen (cf. de half miljoen muskietennetten), maar kan in mijn opinie de negatieve gevolgen van alles wat hierboven wordt opgesomd niet compenseren. En onmiddellijke ontwikkelingshulp -zowel voor humanitaire rampen als voor voortdurende problemen- zal nodig blijven. De inzameling daarvan zal naast en vooràl samen met de strijd voor maatschappelijke verandering moeten plaats vinden. Dit wil tegelijk ook zeggen dat de poppenkast van de Groenplaats eigenlijk geen goeie zaak was.

zaterdag 27 november 2010

Sense of Urgency

Griekenland en Ierland moesten gered worden. Portugal zou volgen. Indien Spanje gespaard dient te worden van de financiële ondergang, dan is het fonds van de Europese Centrale Bank meteen op. In hoeverre natuurlijk het überhaupt mogelijk is om de vierde economie van de Eurozone te redden. Vrijdag viel de beurs in Madrid 7%, terwijl premier Zapatero en de Spaanse Nationale Bank er alles aan doen om de gemoederen te bedaren.

België zou volgens een artikel in de Britse krant The Guardian ook op het slechte pad zitten. In die zin dat de rente op staatsleningen blijft stijgen. Lang niet tot op het niveau van Spanje of Portugal, maar toch. Als er één iets is dat we konden leren in de tijdslijn van de financieeleconomische crisis, dan is het wel hoe snel gebeurtenissen elkaar opvolgen.

Nadat de Wisselkoersoorlog een aantal weken in het nieuws kwam, is Ierland nu een nieuwe hot item van de wereldwijde financiële malaise. Dat conflict om de wisselkoersen was overigens nog een vaag teken van beterschap; China kent immers een groei die opnieuw het niveau van voor de crisis haalt, terwijl Duitsland zowaar baat heeft bij een zwakke euro omwille van haar exportgerichte economie.

TRAGEDIE

Maar de redding van Ierland is niets anders dan een tragedie. De week dat de intresten op staatsleningen nog 10% bedroegen, beweerde de Ierse regering dat het er absoluut niet aan dacht om op de deur van het ECB, laat staan het IMF te kloppen. Vooral die laatste was een doembeeld. Er moest en zou bespaard worden, maar wel op eigen houtje.

Niet dus; de zaak verslechterde snel, als een onvoorspelbare ziekte die om zich heen greep en de Ierse regering dwong om de lichte dwang van met name Duitsland te ondergaan. 'Onvoorspelbaarheid', is dat niet de achternaam van 'speculatie'? Maar er is nog meer: Duitsland wil niet per sé weten van een sterke Euro. Niettemin is de toestand van Ierland en de kettingreactie die het dreigt te veroorzaken van die mate, dat er zonder ingreep misschien wel geen Euro meer zou zijn.

ZIEKTE


Maar waar gaat dit nu in feite om? Laatst publiceerde De Morgen dat de totale reserve van de grootste financiële spelers (dat wil zeggen de verzameling van beleggingsgeld waarover ze beschikken) makkelijk die van elke Centrale Bank ter wereld verdubbelt. Zij voeren met andere woorden de wet. De wet van het kapitaal, want dat is nu het punt: gigantische winsten worden geïnvesteerd via dit soort financiële spelders die erop los speculeren; vergeet het maar dat geld gaat naar het bouwen van arbeidsplaatsen en dus de creatie van jobs.

Speculatie is op termijn niks anders dan een straatje zonder eind: onmogelijk te voorspellen na hoeveel keer de reële waarde van een goed te hebben vermenigvuldigd de boel in elkaar kakt, maar gebeuren zal het. Liberalen stellen dat waarde niet bestaat. Er is enkel vraag en aanbod. Speculanten spelen daar echter handig op in, door zowel vraag àls aanbod te bepalen. Herinnert u zich nog Enron? Dat was eigenlijk een voorsmaakje voor de veel grotere financiële rampen die sinds 2008 plaats vonden.

Dàt is dus de ziekte waarover in de media wordt bericht, maar waarbij de échte spelers, diegenen die het voor het zeggen hebben, anoniem blijven. Een soortement geheim vennootschap. Zonder het te zijn; de meeste media besteedt er gewoon geen aandacht aan en insinueert daarmee ook meteen dat er een speciale wet aan de gang zou zijn die ver boven onze hoofden uittorent en waar geen greep op te krijgen valt.

DICTATUUR


Het financiële wezen reguleren, daar is zelfs na de crisis, zelfs tijdens de nog steeds voortdurende en uitdiepende ramp die zich voor onze ogen afspeelt, geen sprake van. De politieke wil is er niet, het gros van de bevolking wordt niet geïnformeerd over het feit dat deze situatie niet uit de lucht is komen vallen als een soort Zwaard van Jeanne D'Arc, en ga zo maar door. Neen, dit is gewoon het alledaagse dat even een dipje beleeft, zo wordt gesuggereerd. Toch is de interventie van financiële spelers in het politieke wezen, de democratie zelfs, belangrijker dan ooit.

Meer nog dan compleet immoreel, is dit vooral irrationeel. De les dat kortetermijndenken niet geschikt is voor welvaartscreatie werd door de financiële elite niet enkel verworpen, maar zelfs omgedraaid. "Hey, laten we eens kijken hoe ver we deze keer kunnen gaan", klinkt het haast. Vermoedelijk dekken velen onder hen zich in, net zoals het grootkapitaal dat recordwinsten aan het hamsteren is.

Maar geef ze eens ongelijk. Er is de mogelijkheid om staten, de Merkels van deze wereld en Centrale Banken een bepaald beleid op te leggen. Een beleid dat erin bestaat om speculatie in de toekomst ook nog mogelijk te maken, door de bevolkingen als citroenen uit te persen. Mogelijk? Nouja, op termijnen van drie jaar dan. Na 2013 staan Griekenland en Ierland er alleen voor. Is er tegen dan niet genoeg bespaard, dan zal de winst voor speculanten tijdelijk nog omhoog gaan, vooraleer alles ontploft.

ACTIE!


En eigenlijk is het al ontploft. In het gezicht van het grootkapitaal en de politieke elites. Als een boemerang teruggekeerd. Alleen is er nu een uitstel van executie, een verschuiving van de crisis voor later. Net zoals de wisselkoersen elkaar de loef trachten af te steken, en landen een race to the bottom inzetten om de lonen zo laag mogelijk te houden. Allemaal een doodlopende straat.

De enige oplossing binnen dit systeem is creatieve destructie. Het werd al vaak gezegd, en het is ook al veel gebeurd. Wat zeggen we? Het gebéurt. De defensie-industrie in de V.S. wordt stilaan opnieuw de motor van de Amerikaanse economie, dus is een partijtje provocatie in de Gele Zee mooi meegenomen. De kapitalistische klasse zal haar winstmachine ten koste van alles behouden. Ook oorlog. Want neen, een wereldwijde loonsstijging om consumptie weer aan te zwengelen, kan omwille van allerlei marktprincipes nu eenmaal niet.

Dus wat doen we eraan? Iers Europarlementslid Joe Higgins gaf al aan zo duidelijk mogelijk te willen zijn waar deze situatie vandaan komt, wie verantwoordelijk is en vooral wie het potentieel heeft om iets te veranderen. De werkende mensen, het merendeel van de bevolking kan dat. Maar nu moet het snel gaan: vakbonden moeten informatiecampagnes starten; het onderhandelingsmodel moet opgegeven worden, en actie op straat zal meer de regel dan de uitzondering moeten zijn. Klinkt drastisch, zegt u?

De afkalving van de democratie is nochtans veel drastischer. Er is de facto geen democratie meer, net omdat de financiële markten een éénzijdig beleid bepalen. Een fiasco mee veroorzaken waar 90% van de bevolking niks mee te maken heeft. Dit is godverdomme totalitarisme. Te meer omdat niemand enig benul heeft van wat gaande is, terwijl het voor iedereens ogen plaats vindt.

Een verregaande en noodzakelijke radicalisering valt niet te forceren, maar laten we beginnen bij het begin: politiseer de acties, informeer de mensen en discussieer ermee. Het is tijd om ludieke acties en laagdrempelige toestanden naar de prullenmand te verwijzen; zelfs al is het bewustzijn in België nu laag, de financiële tsunami zal (on)aangekondigd voor onze deur staan en de politici zullen er niks kunnen of willen aan doen. Het is aan ons om voorbereid te zijn.

woensdag 13 oktober 2010

"De modale Fransman is boos en begrijpt de stakers niet"

De Franse staking tegen de nieuwe pensioenwet werd gisteren twee keer weergegeven in het VRT-Journaal. In twee minuten slaagde correspondente Hanne Decoutere erin om zowel verkeerde feiten te insinueren, alsook een standpunt in te nemen dat de staking als 'zinloos' afschildert.

Ook het NOS-Journaal bij onze Nederlandse buren gaf niet meer dan twee minuten aandacht aan deze staking (1), die nochtans tussen de 2 en 4 miljoen mensen op de been zou gebracht hebben. Maar: de toon van de NOS-berichtgeving kon niet meer contrasteren dan met die van de VRT (2).

De NOS vertrok vanuit het feit dat 70% van de Fransen in september achter de staking tegen pensioenhervorming stonden, volgens een peiling die in de Franse media verscheen (3). Daarnaast zou iets meer dan 60% van de Fransen ook te vinden zijn voor langlopende acties, zo werd door de krant Le Parisien bevonden (4). Bovendien is de deelname aan deze staking groter dan eerdere acties in september.

Cijfers dus, die de NOS niet kon negeren, vermits de draagkracht van een staking natuurlijk een onmisbaar item is in de berichtgeving erover. De 'modale Fransmannen' die op de Nederlandse tv kwamen, stonden dan ook positief tegenover de staking. Iets wat in elk geval een stuk representatiever en correcter is dan wat we van de VRT te zien kregen.

Wat viel er te zien? Eerst een normale reportage, met reacties van stakende scholieren en manifestanten, om vervolgens een 'lamgelegd' treinstation als uitgangspunt te nemen voor wat 'de modale Fransman' denkt. Inderdaad, het citaat uit de titel komt rechtstreeks van de offscreen commentaar van de verslaggeefsster ter plekke. Iets wat enkel op nattevingerwerk en een specifieke context gebaseerd is, niét op de eerder genoemde feiten.

Hanne Decoutere vond het ook nog nodig om zich tot slot af te vragen of zo'n staking wel nut had, vermits "de wet al aangenomen is en enkel nog in dienst moet treden" en "bovendien slechts 8% van de Franse werknemers lid zijn van de vakbond". Wat dat laatste ertoe doet, is niet meteen duidelijk.

Maar het is in elk geval een beetje zorgwekkend: een reporter geeft haar opinie over de staking, zonder zich te baseren op feiten, en insinueert zaken die omwille van gebrekkige informatie en het gebrek aan een ander standpunt of opinie, als feiten worden geserveerd.

Dat er met de mainstream media énorm veel misloopt op vlak van berichtgeving, weten we al langer. Desinformatie en 'bandwerk', met alle fouten, vertekeningen en verlies aan informatie van dien zijn al langer schering en inslag. Het lijkt er evenwel op dat de VRT met de verslaggeving die gisteren uit Parijs gaat, de 'Fox-stap' neemt, waarbij onomwonden één specifieke mening en agenda wordt weergegeven, zonder zich daarbij te baseren op harde feiten.

De manier waarop Hanne Decoutere gisteren reporteerde over de staking is niets meer en niets minder dan de Vlaamse versie van de fameuze 'People say'-methodiek die we al langer bij FOX en andere agendagebonden media zien, met name in de V.S.

We kunnen hopen dat dit een geïsoleerd incident was, maar we mogen ook niet vergeten dat dit nog steeds de Openbare Omroep is. Dit soort berichtgeving moet dus systematisch aangekaart worden, te meer omdat de omroep in feite gerund wordt door vertegenwoordigers van de verkozen partijen.

Misschien hebben weinigen onder hen belang bij een positieve berichtgeving over stakingen in het buitenland, die schijnbaar wél strijdbaar zijn en verder willen gaan dan de obligate stadswandeling?

Een open deur.



Bronnen:

1: http://nos.nl/video/190813-grote-stakingsdag-in-frankrijk.html

2: http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/101012_Frankrijk_Stakingen

3: http://www.lefigaro.fr/flash-eco/2010/10/09/97002-20101009FILWWW00356-71-des-francais-favorables-a-la-greve.php

4: http://fr.news.yahoo.com/4/20101011/tts-france-retraites-sondage-ca02f96.html

donderdag 30 september 2010

Opinie: Reflectie over een betoging

Wat u na de gigademonstratie van het Europees Vakverbond vast niét uitgebreid zag in de traditionele media: de betoging zélf. Naast de gebrekkige, tendentieuze en ronduit foutieve berichtgeving, leek het alsof enkel toplui van vakbonden -en vakbondsfederaties een forum mochten krijgen. Weinig of geen betogers die zélf aan het woord kwamen, laat staan een discours dat ook maar enigszins afwijkt dan dat van de vakbondstop. Neen, een groot stuk van de aandacht ging zelfs naar de verkeerselende. Niet dat de Europese demonstratie propaganda was voor échte strijd.

Marc Puyol

Qua luidruchtigheid, platheid en gebrek aan inhoud, hebben onze eigen vakbondsorganisaties een nieuwe mijlpaal gevestigd. Duidelijke ordewoorden ontbraken, toespraken aan het begin waren de facto onbestaand, en een compleet gebrek aan organisatie -een rode draad in dit stuk- stortten de enorme mobilisatie zowel voor, tijdens als na de betoging in chaos.
Toegegeven, een vlekkenloze start van zo'n enorme toeloop is niet vanzelfsprekend, wat ook in 2005 al eens het geval was. Dit neemt niet weg dat er toen wél nog toespraken waren, en niet alles werd overdonderd door een oorverdovende mengelmoes van voetzoekers, toeters, vuvuzela's en muziekinstallaties die 'Dos Cervezas' afspelen. De schuld van gewone syndicalisten? Lijkt me sterk. De vakbondstop deed er in elk geval alles aan om naar aanloop van deze betoging niet té veel reclame te maken. Het gevolg was dan ook dat buitenlandse delegaties aan het einde de meerderheid uitmaakten. Het verschil tussen pakweg de CGT en ABVV was dat van dag en nacht: strijdbare slogans, georganiseerd campagne voeren en politiek materiaal uitdelen tegenover te luide muziek (niet bepaald strijdliederen, overigens), geen politieke inhoud en vooral desorganisatie.

Chaotisch verloop

Een desorganisatie die nog eens in de verf gezet werd toen een black block z'n weg zocht in de betoging, hoewel het daar duidelijk niks te zoeken had. Een ietwat uit de kluiten gewassen ordedienst met een paar metallo's had een schandalig politie-optreden kunnen voorkomen, simpelweg door dit soort groepen af te zonderen van de hoofdbetoging, wat perfect zonder geweld kan. Wegens gebrek daaraan werden ook gewone vakbondsleden bestookt met traangas en werden veel onschuldige betogers -ook leden van die 'black block'- hardhandig opgepakt. Los daarvan is er geen excuus voor een alweer belachelijk optreden van de politie, waartegen de slachtoffers zich -naar het voorbeeld van Gent vorig jaar- zeker moeten organiseren.
Om het schaandaal van de dag compleet te maken, konden we overigens zien hoe de Europese Wijk met friese ruiters werd beveiligd en Justitie, de Deutsche Bank en de Nationale Loterij door zogenaamde 'robocops' bewaakt werden. En toch: geen enkele kritische noot in de media; enkel begrip voor het 'goede werk van de ordediensten'.

Hierdoor werd de betoging uiteengereten, wat samen met een veel te lang traject resulteerde in een desolaat einde: amper tien mensen stonden voor het gigantische podium bij het Jubelpark, terwijl delen van de geluidsinstallatie vroegtijdig afgebroken werden.
Dankzij veel buitenlandse delegaties was er dus nog een strijdbare ondertoon, maar wat met onze eigen instrumenten van de arbeidersklasse? Nog maar eens werd bewezen dat deze geen échte onafhankelijkheid kennen, noch van de overheid, noch van traditionele partijen. De leiding remt het potentieel enkel maar af, terwijl de hoge syndicalisatiegraad en traditie van strijd precies enorme troeven zijn van de Belgische georganiseerde werkende klasse.

Kritisch zijn

Kritiek op de vakbondstop, de organisatie van dit soort evenementen en vooral het gebrek aan inhoud en ordewoorden is dan ook meer dan welkom. Vooral de noodzaak van onafhankelijke vakbonden moet opnieuw hoog op de agenda komen, en dus ook de eis om banden met CD&V of Sp.A consequent door te snijden en Gennez, samen met haar PES-vertegenwoordigers, in het vervolg niet zomaar welkom te heten op dit soort mobilisaties. Het tegenovergestelde -wat vandaag bestààt- betekent in feite warm en koud tegelijk blazen, wat in de praktijk een gebrekkige verdediging van arbeidersrechten -en verworvenheden betekent.

De onmiddelijke verdediging op korte termijn van die verworvenheden, alsook de zogenaamde 'damage control', is een strategie waar de meeste werknemers vandaag, vanuit een logische reflex, genoegen mee nemen. Het 'andere' zou immers niet realistisch genoeg zijn, en de media, vakbondstop en traditionele politiek werken elke dag hard om dat zo te houden. Toch zal deze houding op termijn altijd tot een interne tegenstelling leiden, die resulteert in nederlagen voor de linkerzijde en desillusie onder de werkende klasse.

Welke logica?

Want, het is inderdaad zo dat besparingen binnen de huidige logica 'sociaal' zijn: kiezen tussen de pest en de cholera als het ware, en er zijn toch geen alternatieven, zo stelt de burgerij. Vakbondsleiders overal in Europa hebben daar geen sluitend antwoord op en beperkten zich tot het beïnvloeden van besparingen. En daar zit het hem: breken met die logica. Iets wat onze vakbonden vandaag onvoldoende doen, los van strijdbare slogans en amusante 'spandoekenoorlogen', die vooral niet zichtbaar waren afgelopen woensdag in Brussel. Strijdbare syndicale militantenkernen bestaan zeker, evenals linkse militanten in allerlei organisaties. Zij hebben de positie, (soms) het programma en vooral het potentieel om kritieken zoals deze om te zetten in de omvorming van vakbonden tot democratische, onafhankelijke en vooral strijdbare instrumenten. Helaas gebeurt dit vandaag te weinig, terwijl een strategie van de facto corporatisme onvoldoende gaat zijn om de essentie van de besparingen -sociale afbraak en verarming- af te stoppen.

Toch klinken er binnen de linkerzijde weinig kritische stemmen. Er is geen noodzaak aan volledig nieuwe vakbonden, integendeel. Dat zou absurd zijn, gezien het potentieel dat de vakbonden vandaag al bezitten. Het gaat enkel om de onafhankelijkheid ervan en hoe deze in het strijdtoneel worden ingezet. Wat na de 29e? Werd er enkel maar wat stoom afgelaten? Er zijn géén perspectieven voor de duizenden militanten die kwamen opdagen, terwijl er op zich niks werd bereikt in Brussel. De strijd zou nu nog maar pas mogen beginnen en toch lijkt deze al afgelopen. Alsof de werkende klasse -dé centrale speler in de strijd tegen besparingen- haar deel al gedaan heeft en het nu aan de 'experts' is om de zaak verder af te handelen.

Publieke opinie

Op lange termijn wordt de positie van de vakbond hierdoor evenwel niet beter. Gebrekkige perspectieven, collaboratie met traditionele partijen en een log bureaucratisch aparaat (soms met het nodige nepotisme) zijn mee de oorzaak van het feit dat een enorme proportie van de vakbondsleden rechts stemt. De kans is zelfs groot dat wie in Brussel was naast iemand liep die op De Wever stemde. Maar is dat zo abnormaal? Populisten als Dedecker, De Wever zélf en een groot deel van de rechterzijde kunnen steeds verwijzen naar de positie van de vakbonden als feitelijk deel van de overheid en hoe 'hun macht' daarbij enorm is toegenomen. Een 'macht' dat het met een andere houding al lang was kwijt gespeeld, maar je kan je steeds meer afvragen of dat wel zo'n slechte zaak zou zijn. Neen, dit is uiteraard geen pleidooi voor de afschaffing van subsidies of wat dan ook, maar louter voor de terugkeer naar de core business van vakbonden: klassenstrijd.

Het succes van vakbonden hangt vandaag immers niet zozeer af van de strijdbaarheid ervan, maar met name van de diensten die deze aanbieden. Dit is ook de voornaamste reden dat de Liberale Vakbond steeds meer leden heeft.

Niet dat er vanuit die dienstenlogica geen goeie initiatieven komen, integendeel, maar net zoals bij traditionele (centrumlinkse) partijen gaat het vaak om symptoombestrijding zonder meer. Een analogie met de betoging van woensdag bestaat ook op kleiner niveau: de mogelijkheid om eens stoom af te laten op infovergaderingen, allerlei nuttige zaken die zeker moeten blijven bestaan, maar liefst nààst die eerder genoemde 'core business'.

Alternatief?

Wat is hiervoor nodig? Om te beginnen de eerder genoemde onafhankelijkheid, maar meteen daarmee ook de openheid naar andere linkse krachten/stromingen buiten de eigen zuil. Daar bestaan vandaag al voorbeelden van, zoals FGTB Jeunes Charleroi of lokale ABVV Jongeren-afdelingen die samen in zee gaan met LSP om lokale jongerenmarsen voor werk te organiseren. Daar waar strijdbare militantengroepen zitten, kunnen zo'n initiatieven genomen worden, waarmee ook de vakbondstop onder druk gezet kan worden.

Het moet dus aan de basis, bij de militanten zélf beginnen, door een consequente houding aan te nemen, samen met andere linkse krachten, en op die manier trachten de positie van de vakbond op een ander spoor te brengen. Daar eindigt het echter niet: zogenaamde 'onafhankelijke' vakbonden in het buitenland worden ook geparalliseerd door een bange en vaak corrupte leiding. Interne democratie is dan ook een volgende noodzakelijke stap om de strijdbaarheid te kunnen garanderen.

Om tot dit soort stappen te kunnen komen, moet de linkerzijde alsook haar eigen vakbondsmilitanten -en delegee's in zekere zin het goede voorbeeld te geven, door zich steeds democratisch te organiseren in verzet tegen wat dan ook (neem nu bijvoorbeeld politiegeweld op betogingen of aan piketten), kritisch te blijven tegenover ordewoorden -of gebrek daaraan- van de vakbondstop, en bij dit alles vooral veel geduld te hebben en vooral bouwend te werken. Zo heeft de onafhankelijke Pakistaanse federatie van vakbonden TURCP (samen met PWF en vele andere organisaties) het heft in eigen handen genomen om hulp te bieden na de catastrofale overstromingen. Dit doet het via democratisch verkozen militanten die verantwoording moeten kunnen afleggen voor de aanwending van hulp. Hierdoor is deze hulp, hoe kleinschalig ook, vele malen effectiever én belangenloos in vergelijking met vele NGO's (groot en klein) en overheden uit binnen -en buitenland.

Een kritiekloze houding tegenover onze vakbondstop kan vanuit een pragmatisch kortetermijnperspectief misschien wat opleveren, maar zal op langere termijn enkel leiden tot nieuwe nederlagen. De moeilijke weg is eens te meer de beste.

maandag 20 september 2010

LeffingeLeuren: een groots klein festival

Het huizenhoge cliché dat de titel van dit verslag meegekregen heeft, moést ergens gebruikt worden en lag eigenlijk ook al vast. LeffingeLeuren bevestigde dit jaar nogmaals dat het een ietwat onderkend, maar briljant festival is met een prijs/kwaliteit-verhouding die zelden geëvenaard wordt.

De affiche was vermoedelijk al de beste ooit, en de weekendkaarten waren dan ook uitverkocht. Met een groter festivalterrein én uitgebreide camping was het anders slaperige dorpje bij Middelkerke helemaal klaar voor opnieuw een zeer aangenaam en muzikaal hoogstaande editie.
De prijs van de camping is, gezien de beperkte service, evenwel een tegenvaller: 11,5 euro. De festivaltickets zélf zijn ook een pak duurder in vergelijking met vroeger, maar op dat vlak is Leffinge dan ook sterk geëvolueerd, wat de prijzen enigszins rechtvaardigt.
Voor het overige ziet het festival eruit zoals je kan verwachten van een klein evenement dat binnen z'n categorie tot de absolute top behoort: prima organisatie, degelijk geluid en een gezellige sfeer. Enige minpuntje is het publiek, dat vaak veel te jong (en dus wat luidruchtig en onwetend) uitvalt. Daar kan de organisatie niks aan doen; sowieso is de programmatie gericht op fijnproevers louter dan scholieren. Voor tieners die een eerste festival willen doen, is Leffinge anderzijds wel ideaal. Toch kon dit de pret niet bederven in de afgelopen editie.

Dat zou absurd zijn, als je als festivalbezoeker bijvoorbeeld de luxe hebt om Leffinge aan te vatten met een optreden van Amatorski in Zaal de Zwerver (een briljante luxe is het trouwens om een concertzaal op een festival te hebben). De Gentse band, bekend om een belachelijk gehyped nummer, bewees zonder problemen dat 'Come Home' tot hun mindere werk behoort. De rest van hun oevre heeft meer persoonlijkheid en is beduidend vernieuwender. Het Vlaamse antwoord op Sigur Ros zou geen slechte manier zijn om hen te beschrijven. Prima optreden, ondanks een wat babbelgraag publiek en het niet spelen van hun beste nummer, 'Same stars we shared'.
Babylon Circus bleek de ideale naam te zijn om in de grote tent de boel degelijk op gang te trekken. Ze hebben al een aantal hitjes die goed werken bij een divers publiek en zijn dan ook het prototype van een festivalband. Hoewel wat té hippie-achtig bij momenten, was ook dit een sterk concert.
Iemand die verloren leek gelopen te zijn op de affiche was Paul Weller. Of ook weer niet: LeffingeLeuren programmeert graag onbekende of onderschatte grootheden uit het buiteland. Het draait uiteindelijk om de kwaliteit, en die heeft Paul Weller natuurlijk. Het werd een klasse-optreden, evenwel zonder échte hoogtepunten. Het publiek lustte het logischerwijze niet heel erg graag en bovendien was het geluid wat belabberd bij momenten. Toch kon deze Britpoples geslaagd worden genoemd.
Een klein nadeel op het festival is de beperkte capaciteit van Zaal de Zwerver. Daardoor moest de passage van het hippe Balthazar geruild worden voor de commerciële éénheidsworst van Tocadisco. Muzikaal gezien waardeloos, maar wel het optreden dat het meeste volk trok over het hele weekend. Opnieuw wordt een belangrijke tendens bevestigd: met name een jonger publiek gaat voor het feestgevoel, liefst zonder al te veel complexiteiten. 'Whoa whoa' roepen (ook volledig nààst de beat) hoort daar uiteraard ook bij.

De tweede dag begon pas écht bij Le Peuple de l'Herbe, wat zonder twijfel het meest energieke optreden van het weekend werd. Het collectief klinkt absoluut niet Frans en vormt alweer een voorbeeld van geëngageerde hip hop, vrij van negatieve cliché's. Nouja, zoals hip hop oospronkelijk bedoeld werd, quoi.
Perfect daarbij aansluitend was Roots Manuva, ook bekend van z'n werk met Gorillaz. Ook hier niks aan te merken op de sterkte van het optreden, al viel het geluid wat tegen en konden een aantal nummers niet overtuigen. Duidelijk een zaalact.
Vierde keer Abysnthe Minded op Leffinge, en dus telkens een beetje hoger op de affiche. Vreemd genoeg moest de band liefst een half uur zélf soundchecken. Ook tijdens het optreden werd duidelijk dat Absynthe Minded nog net iets beter zal moeten kunnen doen om zich te onderscheiden. Het gaat op zich om zeer mooi gemaakte muziek die live ook nog eens overkomt, maar de band zélf is vaak niet veel meer dan zanger Bert Ostyn, met al de beperkingen van dien.
Het cliché voor Lee 'Scratch' Perry blijft (gedeeltelijk) rechtop: ofwel zeer slecht, ofwel een geniaal feestje. Nu was het ergens tussenin, daar zijn trage dub op zich goed gebracht werd (vooral dankzij een prima band) en de 74-jarige legende redelijk nuchter leek. Maar: het ging te traag. Pas op het einde werd getoond wat het potentieel kon geweest zijn van dit optreden. Niet dat we veel meer kunnen vragen van een bejaarde man, natuurlijk.
Ode aan de held die vlak na het optreden van Perry geniale dubstep loeihard door de PA liet blazen. Het bleek de perfecte opwarmer te zijn voor Mixmaster Mike, oftewel het bekendste knoppengenie die vaak ook in dienst van Beastie Boys werkt. Begrijp het niet verkeerd: hij is echt wel geniaal, maar we zien hem toch liever bij de drie veertigers uit New York. Echt slechte platen draaien deed-ie niet, maar er zat anderzijds ook geen persoonlijkheid in een set die om de nanoseconde van nummer veranderde. Soms zaten er echt prachtige ingevingen tussen, afgewisseld met de vetste dubstep die op de man op z'n laptop had staan. Uiteindelijk verwaterde de boel echter, wat nog eens duidelijk maakt dat dj-sets (deze keer écht live) niet om kwantiteit, maar om kwaliteit draaien.

Zondagen op Leffinge hadden vroeger de slechte naam van saai en sfeerloos te zijn. Enerzijds omwille van de (oudere) dagjesmensen, en anderzijds omdat veel andere bezoekers s'anderendaags op de schoolbanken moeten zitten. De organisatie had daar dit jaar iets uitstekends op gevonden: Blackbox Revelation relatief vroeg programmeren als publiekstrekker, wat een schot in de roos bleek te zijn. Hun optreden was niet beter dan vorig jaar, maar de nog steeds piepjonge band maakte duidelijk veel technische progressie sinds de vorige passage; er was zelfs plaats voor een heus potje jammen in het midden van de set, en de overgang tussen 'I think I like you' en 'Do I know you' was pure klasse. Nu nog wat origineler uit de hoek komen en werken aan die drumpartijen!
Dankzij de strategische programmatie viel het optreden van 65 Days of Static helemaal niét in het water. Deze band heeft nog niet de herkenbaarheid van Explosions in the Sky, maar compenseren dit door zowaar 'dansbare postrock' te maken. Het sloeg ook aan, want zelfs met een wat te rustig eerste deel, ontplofte de boel vanaf hun bekende 'Radio Protector'. Prachtig om deze band nog eens te zien.
Admiral Freebee liet zijn amateuristische onderbrokenlol voor één keer thuis (misschien door het feit dat Flip Kowlier nu in z'n band zit), maar vermits zijn Engelse teksten nog steeds ondermaats zijn, ging het richting een échte Amerikaanse band: Viva L'American Death Ray Music. Een mondvol voor een optreden in het kleine, gezellige Café De Zwerver (dat fungeerde als 'vierde podium', na de tent, de zaal en het Marktplein). Het werd een interessante show, vooral bestaande uit experimentele blues met duidelijke Malinese invloeden. Een goede ontdekking, met andere woorden.
De afsluiter van LeffingeLeuren 2010 is vermoedelijk de grootste band die het festival ooit al wist te strikken. Niemand minder dan Wilco sloot een vreemd genoeg niet uitverkochte festivaldag af. Na de zegetochten op Pukkelpop en in de AB vorig jaar, kan men bezwaarlijk nog stellen dat dit een Amerikaanse band is voor een Amerikaans publiek. Ook hier zijn ze bekend, zij het niet goed genoeg. Ergens kan gesteld worden dat ze niet thuis horen op een kleine setting als Leffinge, maar ze kozen zélf voor een bescheiden Europese tournee, wat hun komst naar deze uithoek dus perfect rechtvaardigt. Op vraag van de organisatie bracht de band geen gewoonlijke marathonset, wat jammer was voor de fans, maar gezien de omstandigheden ook begrijpelijk. Klagen konden we evenwel niet: deze band kan liedjes maken als geen ander, volgens de Gouden Snede van de moderne popmuziek. Daar eindigt het niet bij: werkelijk élk nummer plakt moeiteloos aan je brein, en wordt meestal in een cocon van avantgardistische noisebreakdowns en onnavolgbare gitaarsolo's gestopt. Van de bovenste plank dus, en dat in een dorpje dat ooit onstond rond een mesthoop. Er waren enkel maar hoogtepunten, en hoewel de reactie van het publiek lauw was, amuseerde de band zich duidelijk. Kortom: precies wat verwacht mocht worden van een band als Wilco.

Datzelfde geldt ook voor de rest van de affiche en het hele festival op zich. Zondagnacht kon met veel plezier naar de desolate camping getrokken worden, en van het optreden van Wilco wordt nog weken nagenoten. Volgend jaar zal het kleine LeffingeLeuren, zonder gigantische marketingmachines en met de ideale rust na een drukke festivalzomer, opnieuw één van de meest genietbare evenementen worden dat ons festivallandschap te bieden heeft. Oh, en de 1Minute Awards voor kortfilms zal natuurlijk ook opnieuw plaatsvinden, als uniek aspect van een al even uniek festival.

dinsdag 27 juli 2010

Opinie: All I want is Music

Het drama van Duisburg maakte vorige week op tragische wijze duidelijk wat overdreven commercie op grote culturele evenementen kan betekenen: zelfs in een land met een goede traditie van organisatie en veiligheid kon een ramp ontstaan die te wijten was aan pure waanzin.

Deze waanzin bestaat ook in België, ook al valt dit niet noodzakelijk te merken aan de veiligheid van grote evenementen. Concentraties van volk zoals op de Love Parade zijn haast nergens ter wereld gekend, laat staan bij ons. De platte winstzucht en profileringsdrang die tot zo'n ramp leidden echter wel. Meer dan ooit bij ons.

In de afgelopen weken bezocht ik twee grote Belgische festivals, Rock Werchter en Dour. De ene staat bekend om een groots programma, laatstgenoemde als een internationaal 'alternatief' festival. Wat echter bleek, is dat het organiseren op zich van dit soort evenementen steeds minder rond muziek draait.

Commercialisering is een fenomeen dat al een lange tijd geleden werd ingezet. Talloos zijn de keren dat ik mij eraan ergerde op Marktrock (toen nog met de oude formule), Pukkelpop, en zelfs kleinere festivals zoals Boomtown. Ook op Werchter dit jaar zag je de hoogmis van sponsors met een jong doelpubliek, bijhorende gadgets, sluikreclame én de lawaaierige stands. Tot het optreden van Pearl Jam kon dit echter de pret niet bederven voor muziekliefhebbers: de optredens gingen in volle glorie door en wie dat wou kon tussenin naar de schabouwelijke sponsorstands gaan om daar wat rond te hangen of te feesten.

Toen Eddie Vedder samen met een heel resem andere rocksterren het festival afsloot, vond de organisatie het echter nodig om het optreden, dat te vroeg eindigde, te ontsieren met vuurwerk gebracht door de sponsor (dat stond althans te lezen op de grote schermen). Op het moment dat de commercie rechtstreeks ingrijpt in de muziek, moet er een lijn getrokken worden.

De oorspronkelijke organisator van The Love Parade trok deze lijn al in 2006. Sindsdien verloor het evenement zijn oorspronkelijke doel, formaat en sfeer. Het werd een grote Openlucht-I Love Techno, waarbij allerlei sponsors letterlijk honderdduizenden mensen konden bereiken. Allemaal gratis, dat wel... maar geen muziek zonder een woordje van de sponsor. In 2010 werd een stap verder gegaan: het stratenfestival moest verplaatst worden naar een vaste stek mét hoofdpodium. Veel te veel volk voor een te kleine, gesloten oppervlakte, enkel bereikbaar via een tunnel. Het gevolg is gekend.

Maar ach, een vaste stek is een betere uitgangspositie voor sponsors, en bovendien moest de faam van de Europese Culturele Hoofdstad (een gedeelte titel in het Ruhrgebied) intact gehouden worden. Dit heet: liever geen jongeren die op MDMA liggen te neuken in een lokaal park. Zonder te veel gespeculeer: het punt is en blijft dat het onmogelijke geprobeerd werd, in een poging om een intrinsiek oncommercieel evenement verder 'verkoopbaar' te maken.

Terug naar België: de stands op Dour waren dezelfde als die op Werchter: plat seksisme als verkooptechniek, samen met erg luide muziek en allerlei irritante attributen. Er bestaat blijkbaar een publiek voor op onze festivals. Deze campagne werd in de Borinage echter verder gezet ten koste van livemuziek. Inderdaad, optredens werden verstoord (en in één geval zelfs overgenomen) door een sponsormachine die op hol geslagen was.

Resultaat: een nederlaag voor de muziekliefhebber, het aantrekken van mensen die helemaal niks te zoeken hebben op festivals (en vaak geen enkel optreden zien), en de hele idee van wat een festival ooit was of kon geweest zijn, doorgespoeld in de Dixie-toiletten. Hiermee wordt een klimaat gecreëerd dat het mogelijk maakt om, in de eindeloze zoektocht naar winst van sponsoren en organisatoren, absurde beslissingen te nemen. Zoals: een half miljoen mensen via een tunnel laten passeren. Het draait immers al lang niet meer om de muziek en het vreedzaam samen zijn, maar om de creatie van een product (samen met de promotie van andere producten) voor een zo ruim mogelijk publiek.

Festivals moeten hun ziel terug krijgen. Dat verdienen muziekliefhebbers, maar ook de jeugd op zich. Het traditionele jonge publiek van deze evenementen moet zich in de eerste plaats belangeloos kunnen amuseren. Enkel zo kan ook op lange termijn de veiligheid gegarandeerd worden. Dat kan vandaag niet meer, zei u?

Om maar één voorbeeld te geven: Glastonbury, het meest mythische van alle traditionele festivals, vierde dit jaar z'n 40e verjaardag. Al die tijd zonder winstoogmerk, op basis van duizenden vrijwilligers en telkens met meer dan honderdduizend bezoekers per dag. Eat this, Schueremans.


Marc Puyol

dinsdag 20 juli 2010

Het Grote Dourverslag!

Dour staat niet toevallig bekend als het zwaarste (en soms warmste) festival in België. Ook dit jaar werd het een uitputtingsslag, met veel, heel veel optredens van s'middags tot s'morgens vroeg, zon, een epische onweersbui op woensdag, maar helaas met de middenmoot als rode draad.

Het is achteraf altijd opzoeken geblazen wàt je nu precies allemaal hebt gezien. Veel zapwerk hoort er altijd bij op Dour, dat in de eerste plaats een festival blijft om dingen te ontdekken. Toch poogde de organisatie dit jaar met één grote headliner een nieuwe stap te zetten. Dat mislukte behoorlijk. In het verleden is Dour wel eens het festival geweest waarop fantastische revelaties naar voor kwamen (ik denk maar aan Explosions in the Sky in 2004), maar vandaag is het programma minder daarop gericht, en zien we vooral dansbare namen, lokale pop-rock bandjes en dus die paar 'grotere namen'. Gelukkig blijft de hip hop programmatie van dj Lefto nog stevig rechtop staan, en dat zal in dit verslag nog duidelijk worden.

Met 125000 bezoekers over vier dagen was het dus wat minder deze keer, en de prijs van 110 euro (ter vergelijking: het huidige formaat van festival mét vergelijkbaar budget kostte in 2004 slechts 70 euro) zal vermoedelijk de hoofdfactor zijn. De organisatoren krabben zich aan het haar en zoeken excuses in een poging het alternatieve imago van Dour in stand te houden. Niettemin valt het verschil tussen Dour en andere grote Belgische festivals steeds verder te zoeken.

Dag 1 begon zeer stevig met Kapitan Korsakov, dat spijtig genoeg veel te luid en slecht gemixt speelde. Mintzkov is één van die bands die niet op Dour zouden mogen staan, wegens irrelevant voor een 'European Alternative Music Event for Music Lovers'. Iets dat dan weer wél altijd bij Dour past: New York Ska-Jazz Ensemble. Nouja, de naam zegt het zelf al, maar ook de dwarsfluit op het einde van het optreden zorgde voor een persoonlijke touch.
Meteen nadien begon de carrousel van -al dan niet plaatselijke- van oorsprong Franstalige Synthpop-rock bandjes. Allemaal in het kielzog van en inferieur aan Ghinzu, die de laatste dag zou headlinen. Piano Club was de eerste die door de mand viel.
Neen, dan toch liever het stevige werk van Baroness. Met veel echo's van de genialiteit van Mastodon, maar helaas spelend met waardeloze drumpartijen, werd dit een kleine teleurstelling.
Na een ommetje bij de redelijk goed klinkende Wax Tailor, ging het richting mainstage. The Maccabees geven een eigen invulling aan gitaarpop, met enkele ska-invloeden. Het aangename optreden werd echter gefnuikt door het helse circus dat 'The Fountain of Happiness' heet. Voor wie al op Werchter was: de Coca-Cola stand, dus. Daarover later nog meer.
Meteen nadien viel al meteen de muzikale climax van Dour: Faith No More. Over het optreden kunnen we kort zijn: geniaal, maar niet thuis horend op dit festival. Het geluid was al de hele vier dagen erbarmelijk op het hoofdpodium, maar de wei en het podium zélf zijn gewoon veel te klein voor een band van dat kaliber. En toch stond het niet vol, wat het nog wat extra pijnlijk maakte. Voor de fans en Patton was er echter niks aan de hand: covers van 'Boom Bom Pow en 'Ben' (jawel, respectievelijk Black Eyed Peas en Michael Jackson), de aanranding van een reuzeballon, brandhout maken van een bakvis, een kind aan het wenen brengen en ten slotte een spot kapotslaan, het is niet meer dan normaal. Ook op Pukkelpop wisselden apocalyptische taferelen zich af met genialiteit, maar dan in veel betere omstandigheden, ook al was het optreden ginder dan weer te kort. Inderdaad, de sets van Dour en Pukkelpop hadden gewisseld mogen worden. Uiteindelijk draait het allemaal rond Patton, en hij blijft een held die op dezelfde hoogte mag staan als pakweg Thom Yorke. Een man met een missie, die doet wat veel mensen uit het publiek denken (bijvoorbeeld bij de VIP's op Pukkelpop), een idealist, iemand met een fantastische smaak en een zeer groot hart. Hij had toch wat meer mogen halen uit zijn carrière, maar wie weet krijgen we binnenkort alweer een opwindend project voorgeschoteld.
Na deze gemengde gevoelens, kon Moderat wat soelaas brengen. Kijk, dàt is nou eens intelligente elektronica. Een heuse verademing in vergelijking met de stevig oprukkende, maar volledig gratuite en hersenloze beats en synths van onder meer The Subs.
Simian Mobile Disco zit ergens tussen die twee uiteinden en de twee componenten ervan wilden de schijn hoog houden dat het om een 'live' set ging, door al hun materieel richting publiek te plaatsen (en zij dus met hun rug ernaar stonden). Maar ook dat maakte niet bijster veel indruk.
Vervolgens Drum Corps. De queeste naar extreme muziek met een gigantische hoek eraf zal nooit gestopt worden, maar dit duo liet de twijfel toch even toeslaan. Evenwel net iets stiller dan My Bloody Valentine, hoorden we (nouja, 'voelden we' is een betere omschrijving) niks meer en niks minder dan breakcore met daarbovenop harcore metalgitaren (uitgevoerd door een blanke dubbelganger van Bob Marley) en sporadische hardcore punkzang... Hier hoeft geen tekening bij gemaakt te worden. Er zijn grenzen, en Drum Corps overschrijdt die moeiteloos.
Na dit belachelijke schouwspel was het goed om te 'chillen' bij The Count & SidenSchlaftshofbronx (of iets in die richting) en Hermanos Inglesos. Twee inwisselbare dj-sets waarbij die laatste nu nog steeds niet degelijk kunnen mixen.

Dag 2 begon ook niet spectaculair, met de irritante Los Campesinos! (voorafgegaan door de opnieuw irrelevante want op elke scoutsfuif aanwezige Customs) op de mainstage.
Serena Maneesh was dan een betere optie, maar ook daar was het geluid pokkeluid. Op Dour wordt er namelijk als volgt geredeneerd: gezien de PA niet windvast is en dateert van de vorige eeuw, zetten we het best luid genoeg om erger te voorkomen. Vroeger kon je dat aanvaarden, want het festival was goedkoop en daarbij hoort nu éénmaal wat amateurisme. Nu zou er toch iets aan gedaan mogen worden.
The Futureheads op The Last Arena (de mainstage) werden van extra bassen voorzien door de goede mensen van Coca-Cola, waarna het tijd was voor The Hypnotic Brass Ensemble, oftwel één van de liefst drie verschillende Dournamen die met niemand minder dan Gorillaz op tournee gaan. Zij bewezen goed waarom, maar een beter alternatief blijft Youngblood Brass Band, dat misschien wat te duur uitviel voor Damon Albarn.
Op de Red Frequency Stage volgde het trieste dieptepunt van deze festivalzomer: Dog Eat Dog. Aanvankelijk was dit een afwisseling van hilariteit met nostalgie, waarbij met name de zanger goed weet wat z'n plaats is en dit duidelijk nog enigszins voor z'n plezier doet. Maar toen liep het mis: bij het voorlaatste nummer mochten de 'cowgirls' van de Joe Piler Saloon (de stand van een biermerk), die al het hele optreden irritant stonden te wezen aan de zijkant van het podium, wat reclame maken voor hun (tijdelijke) werkgever. De hele band deed mee, terwijl rode hoeden in het publiek gegooid werden. "Joepileer, olee oleee" klonk het. "Mannen weten waarom" was misschien nog net iets te moeilijk om uit te spreken. De plicht riep, en dus werd er overgegaan tot het gooien van afval richting podium (waarbij moet gezegd worden dat de security zeer correct bleef, ook tijdens de rest van het festival). De rest van het publiek stond er wat apathisch naar te kijken.
De tegenpool van deze pathetische bedoening was te vinden in de Club Circuit Marquee, die slechts met een paar honderd mensen en een vuvuzela gevuld was: The Black Heart Procession. Geniale, dieptrieste muziek die al op plaat erg goed klinkt, maar zich op deze Dour tot de grootste ontdekking en ook wel tot runner-up inzake optredens ontpopte.
Dan werd het tijd voor chAos (de A staat voor anarchy, uiteraard). Atari Teenage Riot is terug! En hoe! Muziek spelen kunnen ze nog steeds niet, maar de creatie van slamdancing in het publiek en overbrengen van een nihilistische boodschap alleszins wel. De bindteksten waren iets politieker getint en het moet gezegd, van dit soort anarchisten mogen er gerust meer rondlopen.
De bronzen medaille van Dour 2010 gaat naar Chris Cunningam. Zijn set was een amalgaam van breakcore en elektronische geluidjes waar geen hoogte van te krijgen viel, samen met een strak geregisseerd visueel spektakel (logisch, want hij is zelf in de eerste plaats regisseur). Mensen die op het ogenblik van dit optreden aan de hallucinogene drugs zaten, waren eraan voor de moeite. De meest groteske, nachtmerrie-opwekkende en mindfuckende beelden passeerden de revue, terwijl ook alles wat uit de speakers kwam even onvoorspelbaar klonk. Briljant.
Techno is dood, en dat werd bewezen door de sets die op zaterdagavond in de Club Circuit Marquee te horen waren: ook Carl Craig en Dave Clarke plegen vadermoord, als het ware. A-Trak was dan weer populistischer ingesteld, maar bracht wel vakwerk. Daarmee werd een zware en bewogen dag afgesloten.

Dag 3 bleek uiteindelijk de minste te zijn, ook al was er op papier heel wat lekkers te beschouwen. Op vlak van hip hop zat het evenwel strak: Pablo Andres begon op een onmogelijk uur en kreeg moeiteloos de bosjes mensen in de CCM mee (ook Lefto stond goedkeurend mee te knikken). Sociaal geëngageerde rap, gratis te verkrijgen on the interwebs. Opzoeken, die handel. Per ongeluk ook een stukje van The Mahones meegepikt, een foute versie van Dropkick Murphy's. Dubbelfout, met andere woorden.
Opnieuw een synthpop-rockbandje dat in de poel van Ghinzu tracht te zwemmen: de Brusselse Vismets. Een stevige portie arrogantie, veel ambitie, maar verder niks speciaals.
De volgende van de Gorillaz-reeks: Little Dragon. Zeer goede zangeres, maar een veel te stijve band. Albarn zal evenwel ook voor een stuk op de looks zijn afgegaan. De nieuwe Björk is ze qua stem immers zeker niet.
Mayer Hawthorne en zijn bandje bestaan dan wel voor 80% uit bleekscheten, de Motown sound brengen ze feilloos over. Het klinkt allemaal vrij ouderwets en weinig origineel, maar het is wel vakwerk.
Os Mutantes is iets Portugees, maar wélk genre precies, was niet meteen duidelijk. Tijd om dit te achterhalen was er niet, want Black Mountain stond te wachten. Nog steeds weinig bekend, ondanks enkele zeer sterke nummers die zelfs radiohitjes zijn geworden. Perfect optreden in de 'kleine tent op de prerie', maar opnieuw weinig navolging vanuit het publiek. Exact hetzelfde scenario voor Spoon: adepten van Wilco en andere geniale bands (Radiohead, om maar iets te zeggen), heeft deze band simpelweg géén slechte nummers. Maar net als Black Mountain missen ze wat publiciteit. Eén en ander zal wel liggen aan de mix van genres, waardoor het geluid van deze groepen minder herkenbaar is.
Zoals gezegd waren er op deze Dour drie rode draden in de programmatie: irrelevante bands, synthpopbands uit de Franstalige wereld en Gorillaz-bands. Tot die eerste groep behoorde ook Das Pop, dat voor een opvallend lege tent speelde.
De La Soul mét liveband. Dat biedt een enorme meerwaarde. Bijvoorbeeld op een Pukkelpoppodium, want op Dour kwam het nooit goed met het geluid. Eén van de mc's was enkel te horen door de monitors. Desondanks werd het een mooi feestje. Meteen in de hip hopsfeer gebleven, want Pete Rock was nog eens in het land samen met CL Smooth (volgens hem ging het evenwel om 'Brussels', wat niet onlogisch is). Weinig ritme, maar wel sterke midschool hip hop zoals het hoort.
Benga (of was het nu Skream) staat altijd voor de betere Dubstep, een aantrekkelijke niche, die evenwel even lang zal meegaan als genres die vier jaar geleden nog groot waren op festivals als Dour. Breakcore, bijvoorbeeld. Stond daar in deze editie überhaupt iets van geprogrammeerd?
Neen, dan toch liever Lefto himself (samen met Sinbad): een perfecte hip hop set tot diep in de nacht. Meer moest dat niet worden, hoewel het toch een érg late nacht werd.

Dag 4 had vaak iets weg van dat 'dagje te veel': een tam publiek bij het hoofdpodium en bands die er zélf niet veel zin meer lijken in te hebben. Het was ook de dag waarop definitief duidelijk werd dat Dour het rijk der mainstreamfestivals is binnengetreden. Weliswaar niet op vlak van programmatie, maar wel op vlak van de citroenpers dat het hele gebeuren geworden is. Jongeren op Dour hebben al vaak geen groot budget, en de sponsorstands, bier -en etensprijzen, alsook het gebrek aan drinkbaar water op het terrein roepen enorme vragen op.
Rond de mainstage waren liefst vier sponsorstands inclusief geluidsinstallatie: de eerder genoemde Joe Piler en Coca Cola-stands, en daarnaast ook Red Bull en Proximus Go For Music. Allen werkten ze met op overdreven seksistische wijze uitgedoste jobstudentes die onder contract staan voor 'promowerk', maar in wezen gewoon betaald worden om, euh, tja, de slet uit te hangen. Dan zeggen alle eikels op het festival in koor: "hé, bloete waiven die danseeeuh! Laten we daarheen gaan!". Dat dit tussen optredens door gebeurt is al behoorlijk érg, maar tijdens de shows? Neen, zo'n wantoestanden zag ik in de verste verte niet op Werchter of Pukkelpop. Een enorme fout van de organisatie en schaamteloze sponsors. Wraakroepend en eigenlijk goed voor een duidelijke statement, maar zoals gezegd is het publiek compleet onverschillig. Het ergste is dat dit 10 jaar geleden nooit gelukt was. Stof om over na te denken.
De muziek dan maar: Melissa auf der Maur, ook bekend van The Smashing Pumpkins, bracht niet veel speciaals. Okee, dat is een makkelijke uitleg, maar veel woorden hoeven er niet aan vuil gemaakt te worden: goeie rockshow, niks meer.
Tinariwen is al van een andere orde. Dit soort muziek biedt een schat aan informatie voor muziekantropologen (als die al bestaan, natuurlijk). Deze desert blues is één van de voornaamste fundamenten van de hedendaagse pop -en rockmuziek. Het klonk evenwel ééntonig, maar ook heel erg mooi. Ontspannen sfeer ook, maar ook hier gooide de Cola-stand roet in het eten.
Dat was -weeral- niks anders bij The Raveonettes. De Denen kregen enkele jaren geleden te maken met een diefstal van al hun instrumenten en verloren misschien daardoor wat van hun oorspronkelijke geluid. Toch was het een goed optreden... tot ook hier de Cola-stand één en ander wist te verneuken. Tijd om eens te gaan praten met whoever's in charge. De security ter plekke was heel correct en wist mij door te verwijzen naar een gast die eruit zag als een beginnende pooier. Die vertelde mij dat de stand maar 5 minuten meer zou openblijven. Vermits het al de laatste dag was, besefte ik dat ik deze consequente lijn gewoon al bij de eerste verstoring had moeten toepassen. Maar het was vast toch een verloren strijd.
De tweede grote ontdekking van het weekend: Medine + Collectif Din Records! Been -en beenharde Franse rap recht uit de banlieues met als enige doel een vuist in het gezicht van Sarkozy te planten. Geen gelul door elkaar, geen onnodige pauzes om wat te dollen met het publiek. Nope, dit was een collectief met een missie. Chapeau!
Veruit de populairste naam van deze Dour was Ghinzu, die als baas-boven-baas van alle franstalige synthpoprockbandjes (denk ook aan Girls in Hawaii of Montevideo, die deze keer niet aanwezig waren) een thuiswedstrijd speelde. Internationaal bezig aan de grootste Belgische doorbraak sinds dEUS, valt het live ook wel te snappen waarom er zoveel te doen is rond Ghinzu. Sterke band.
Devendra Banhart was één van de meest getalenteerde artiesten op deze Dour. De set was festival-gericht. Dit betekent: weinig dromerige en aanstellerige passages, veel soul -en Lou Reed-invloeden. Een straf optreden, met andere woorden. Ook hier: opvallend weinig volk in de Club Circuit Marquee, in tegenstelling tot de optredens van bands met radiohits (ook hier slaan Pure FM en StuBru onverbiddelijk toe) en alles waar hersenloos op te dansen valt. De toekomst lijkt inderdaad behoorlijk zwart, want dit is nu éénmaal de weg die is ingeslagen.
Na een enorm vermoeiend festival was Calvin Harris als afsluiter geen slechte keuze: enorm veel hits, een live band (weliswaar zonder meerwaarde) en een 'verhoogd treintje' in het publiek. Mooi feestje, dus. Maar dan was het genoeg: van veel confort is er op Dour al geen sprake, en de ambitie om bij de twee publieken te horen die het festival telt (het dagpubliek en het nachtpubliek) eist toch wel z'n tol.

De conclusie is dus dat Dour geen échte hoogtepunten had, maar dat er net zoals bij Pukkelpop nog steeds veel ontdekt kan worden. Wat we dit jaar kregen is echter te weinig, zowel voor de prijs als voor de reputatie van het festival. En dat staat nog los van de wantoestanden die eerder werden beschreven.

Tot slot -en voor de duidelijkheid en volledigheid in deze wirwar van concertverslagen- de top 10 van Dour Festival 2010:

10) Pete Rock
9) Tinariwen
8) Atari Teenage Riot
7) Spoon
6) Black Mountain
5) Medine
4) Devendra Banhart
3) Chris Cunningham
2) Black Heart Procession
1) Faith No More

dinsdag 6 juli 2010

Het Grote Werchterverslag!

Verstikkende hitte, boerenbedrog en steeds meer het idee hebben dat de camping de place to be is. Zo kan je Werchter 2010, wellicht mijn laatste ooit, samenvatten.

Op Dag 1 kregen we al een voorproef van de hel die vrijdag richting Rotselaar zou afzakken. Kyteman's Hip Hop Orchestra paste goed bij de warmte en bracht een liveshow doorspekt van talent en inventiviteit. De invloeden zijn echter zo danig divers, dat de persoonlijkheid van de act moeilijk vast te pinnen is.
Terwijl De Jeugd van Tegenwoordig de teloorgang der Nederlandse Taal promootte, maakte de wei zich op voor Skunk Anansie, dat amper een kwartier later al aan de slag mocht.
Zangeres Skin heeft niks van haar stem, charisma of act verloren. Vandaar dat het ook een raadsel was waarom een knoert van een echo op de zang werd geplaatst tijdens de eerste twee nummers. Hierdoor viel Charlie Big Potato (je weet wel, met die clip waar je als 12-jarige bang van werd) wat in het water. De rest van het optreden was, om De Morgen te citeren, 'waardige nostalgie': weliswaar veel van de pluimen verloren en een band die nooit ter hoogte van de zangeres zal kunnen staan, maar nog steeds een mooie herinnering aan betere tijden. Van de nieuwe plaat moet echter niet veel verwacht worden.
In de Marquee was het ondertussen naar verluidt al 40 graden. De uitgelaten massa wachtte enthousiast op The XX, dat nog veel zal moeten werken om hun hype en plaats op de affiche te verdienen. De plaat is ook in een sauna even verslavend, maar na een tijd werd hun optreden louter achtergrondmuziek voor bakkende en bradende mensen. Te stil, te weinig dynamisch en té sfeerafhankelijk (denk een donkere concertzaal in putje winter) om van een succes te kunnen spreken.
Dat was wel anders bij Stereophonics, die opvallend hoog op de affiche stonden. Geldwolf Schueremans wist dat Werchter in recordtempo zou uitverkopen, dus een subtopper met wat radiohitjes als voorprogramma van Muse mocht geen probleem zijn. Dit werd echter minder goed onthaald door het publiek, hoewel ook gezegd moet worden dat de band niet echt hun best deed. De set was het strakste van het weekend en de muziek paste zeer goed bij het weer. Anderzijds straalde het één en al routine uit, en heeft deze band nog steeds te veel dertien-in-een-dozijn-nummers. Afsluiter Dakota was het logische hoogtepunt.
Muse kwam, zag en overwon net zoals in 2007. De bombast van hun laatste twee platen blijft een storende factor, maar ze kennen hun eigen favorieten wel: Origin of Symmetry (beter bekend als een mix van Radiohead en Rage Against The Machine) kwam érg goed aan bod. Wel viel het op dat de nog steeds jonge band weinig ritme stak in hun optreden. Gelukkig werd dit gecompenseerd door het ene hoogtepunt na het andere. Bij afsluiter Knights of Cydonia ontplofte de wei. Matthew Bellamy is toch wel een klein genie en stuurde de vetste geluiden tussen en middenin nummers de wei in.
Faithless was veel te laat, en dus was het rond kwart voor 1 tijd om op de camping de batterijen op te laden.

Dag 2 werd dus officieel de warmste Werchterdag aller tijden. Uiteindelijk viel dat wel mee. Met name de edities van vorig jaar en 2003 kregen ook al te maken met tropische hitte. Genoeg drinken en niet in de zon staan was voldoende om de vrijdag door te komen.
Coheed&Cambria is hét bewijs waarom Werchter minstens een derde podium nodig heeft. De band, een vermoedelijk slachtoffer van de gevreesde package deals, werd net zoals Mastodon en The Mars Volta vorig jaar geconfronteerd met een onmogelijke opgave: bij extreem weer de weide overtuigen van "clomplexe" muziek. Hapklare brokken zijn het meest voorkomende dieet van de gemiddelde Werchterganger, dus uiteraard faalde de band in z'n opzet.
Het geplande verrassingsoptreden van Bruce Springsteen in de Marquee ging zoals verwacht niet door, en dus kwam The Gaslight Anthem in de plaats. Ze slaagden er perfect in om de geest van The Boss tot leven te brengen, maar iemand moet mij toch eens uitleggen wélk aspect van TGA origineel is. Groot worden ze alleszins wel, want het genre is perfect voor stadions met een capaciteit vanaf 50000 toeschouwers.
Corinne Bailey-Rae bezorgde de mensen in de Marquee een verdiend middagdutje, waarna het tijd was voor de Bakvishoogmis op de Mainstage. Een band bestaande enkel uit douchebags, genaamd 30 Seconds To Mars stond er namelijk geprogrammeerd. Muziekliefhebbers dienen in een grote boog om deze band te lopen, maar de muziek is danig ergerlijk, dat ook filmliefhebbers hetzelfde zouden mogen doen in het geval van Jared Leto. Die verdient enkel maar onheil na een dergelijk schouwspel.
Editors zou volgens 'kenners' het beste optreden geweest zijn op Rock Werchter 2010. Dit zegt inderdaad veel over deze editie, want de geschreven pers zat er zeker niet zo ver naast. Neen, het absolute hoogtepunt was het niet, maar de band rond Alexander De Croo-lookalike zal het enorm ver schoppen. Ze hebben een eigen geluid, ook al zijn invloeden uit de vroege jaren '80 meer dan duidelijk. Of het nu met Joy Division gitaren of Joy Division synths te doen is, Editors kan je van steeds verder herkennen. Bovendien is het likkebaarden geblazen bij het aanschouwen van wat voor instrumenten op het podium gebruikt worden. De ene klepper na de andere werd gelanceerd en het enige minpuntje was het iets tragere ritme waarin veel nummers werden gespeeld.
Het laatste optreden ooit van LCD Soundsystem op Belgische bodem werd niet het verwachte hoogtepunt. In vergelijking met vroeger draaide het wat minder rond James Murphy (gelukkig maar), en toch waren er zowel veel hoogtepunten als laagtepunten. In de lijn van het festival was Murphy bezopen en lalde hij enkele nummers door de micro. Oudere 'klassiekers' en het betere materiaal van hun laatste -overigens schitterende- plaat brachten soelaas.
Die andere bakvis-hoogmis, waarmee de dag werd afgesloten, werd met gefronste wenkbrauwen vanuit de chilloutweide bekeken, maar gelukkig niet tot op het einde.

Op Dag 3 werd de Werchter-weide tijdens het optreden van Delphic natgeregend. Beter kon niet: Delphic hoefde niet voor een lege tent te spelen, zorgde voor een goed en verfrissend optreden, en al het stof ging eventjes uit de lucht. Das Pop had geen last meer van de regen, maar bracht niet wat verwacht zou kunnen worden van een Vlaamse band op Werchter. Ze zijn een stuk meer de moeite waard als headliner van kleine landelijke festivalletjes.
Een iets betere Belgische band, Channel Zero, kreeg een belachelijk uur toegewezen, maar deed alles wat het kon. In de voorste vakken ontstonden bij momenten zelfs fraaie moshpits, en de zang en het geluid waren absoluut feilloos. Prima optreden dus, en als de nieuwe plaat goed zit, kan de band misschien toch nog internationaal doorbreken. Want vergis u niet: dit is één van de beste metalbands van Continentaal Europa.
Yeasayer werd gedeeltelijk overgeslagen ten voordele van Channel Zero, maar dat was slechts ten dele terecht. Weinig bands (behalve uit Brooklyn) die een meer verfrissend geluid brengen, dat verrassend goed werd onthaald door het publiek in de Marquee.
Dé verrassing van het weekend: Porcupine Tree, geprogrammeerd in de Marquee op een vooravond, bracht een feilloze set en kreeg het publiek moeiteloos mee. Op voorhand kon nochtans gedacht worden dat dit in de verste verte geen festivalact was, maar dit is een band die duidelijk ook het hoogste niveau aankan. Wie weet kunnen de leden zich nog aan een doorbraak verwachten.
In diezelfde tent (en ver erbuiten) ging de massa compleet los bij Florence + The Machine. Waarom is niet geheel duidelijk, en dit optreden riep meer vragen op dan het er beantwoordde. Zoals bijvoorbeeld: waarom wordt Florence en haar bandje op handen gedragen? Of: waarom worden compleet structuurloze nummers zonder hitpotentie dan toch hits? En vooral: wélk genre en wat voor muziek spéélt die nu eigenlijk? Het enige wat we weten, is dat er heel wat aanstellerig gedrag was op het podium, afgewisseld met een sterke zang en een paar nummers die wél nog enigszins een kern hadden en dus ook konden blijven plakken (waaronder de alom bekende cover, natuurlijk). Dit uitroepen tot absoluut hoogtepunt van het weekend gaat er dus ver over, beste Canvas.
Het optreden van P!nk illustreert de teloorgang van het Werchter-publiek: de wei voller dan ooit en 'de show' als belangrijkste element. Ga dan toch naar het circus! Neen, op die manier komt het niet goed met de mainstreamfestivals in België. Het publiek is kritieklozer dan ooit en luistert graag naar 'wat uit de boxen komt'. Bedankt, Studio Brussel, voor het verneuken van onze jeugd.
Empire of the Sun speelt al hun nummers in een triestig register en is op zich daardoor al waardeloos. Maar ook hier speelde 'de show' een grote rol, en wachtte iedereen op hun twee oorwurmen van hitjes. De irritante zanger kwam amper boven de herrie van P!nk uit, maar het optreden bleek toch een succes. Over tien jaar staat dit echter gewoon op een verzamelplaat 'Foute 80's revival bands uit de noughties'. Of zo.
Voor show én humor én gitaarmuren is er maar één adres: Rammstein! Ook dit is een act die vaak meer op een langgerekte clip lijkt, maar hier mag het gewoon. Zonder pyro's was Rammstein nooit zo groot geworden, maar nog minder zonder hun fantastische humor, perfect geïllustreerd door zanger Till Lindemann (zélf overigens professioneel pyromaan). Het publiek werd verwelkomd door een Duitse vlag ter grote van de mainstage, wat gezien de prestatie van Klose en co eerder op de dag, toch wel een understatement leek. Voor de rest niks verrassends: spectaculair stunt-en vliegwerk, ei zo na derde graadsbrandwonden, de spanning waarbij elk moment iets mis leek te kunnen gaan, en heel wat bekende Rammsteinnummers. Tja, je zou soms haast de muziek vergeten. Het optreden stopte al na anderhalfuur, waarbij de toegift voor meer dan de helft bestond uit een boot in het publiek met daarop een toetsenist die op geen enkel momen van het optreden live speelde (en dat ook niet verborg). Dat was een half uur eerder dan gepland, maar zoiets was te verwachten.

Dag 4 was ondanks het afzeggen van Wolfmother zonder enige twijfel de beste. Bij opnieuw zeer warm weer een hele dag mainstage doen was dan ook de boodschap. Pijnlijk genoeg moesten Gomez en Dirty Projectors er aan geloven, maar de reeks optredens op het grote podium was té goed om er iets van te missen.
Oostendenaars The Van Jets mochten openen en deden dat veel beter dan in 2007, toen de band bijzonder verlegen overkwam. The Black Keys gaven een uitstekend vervolg daaraan, door 'futuristische blues' op een veel te groot podium complexloos te brengen, zonder onder de indruk te zijn van de omstandigheden. Het was wel een beetje vals spel van hun kant, want de helft van het optreden werd met twee vrienden (een bassist en een toetsenist) afgerond. Ga dat zien in een zaal in uw buurt!
Een trip down memory lane van formaat: de ultieme grungeband Alice in Chains is terug! Nouja, 'ultiem': de band verloor niet enkel veel van z'n pluimen, het onderging zelfs een amputatie in 2002. Layne Staley is onvervangbaar, maar William Duvall deed zeer goed z'n best. Tot aan de spreekwoordelijke schoenzolen geraken is toch al heel wat, de stem van Staley in achting genomen. Het optreden verliep feilloos en de band had er ondanks het vroege uur enorm zin in. Maar goed, eens je pakweg de legendarische bootleg 'Live in Glasgow 1993' beluistert, besef je dat het optreden van zondag op Werchter 2010 gebracht werd door een veredelde coverband. Het gaat niet alleen om de stem, maar natuurlijk ook het ritme, de 'vibe', het publiek, de genadeloze moshpits, de drugs... Grunge breng je niet zomaar terug. Toch moeten we met z'n allen AiC bedanken voor een schitterend vleugje nostalgie, 20 jaar na dato. Het nieuwe materiaal valt zelfs nog goed te pruimen!
Hoe ver kan Vampire Weekend komen? Het optreden in Werchter doet vermoeden dat het niet vet meer zal worden voor wat ongetwijfeld de lichtzinnigste band van de Brooklyn-scene is. Ze brengen pop, okee, maar live klinkt het zo mogelijk nog softer dan op plaat. Hun set was verkeerd opgebouwd en veel nummers zijn onderling inwisselbaar. Bovendien kon het publiek vooral de eerste plaat appreciëren, en komt Contra, ondanks een nummer-één plek in de V.S. vooralsnog weinig over.
Tijd voor het échte werk dan: Them Crooked fucking Voltures. Oftwel: drie rockgoden van de bovenste kringen die samen een feestje houden, spelen voor het plezier, en er ook nog eens een ex-lid van Queens of the Stone Age bij sleuren. Een mooie plek op de affiche en een fanstastisch hard geluid maakten het af. TCV werd één van de hoogtepunten, en dat is op zich ook niet moeilijk gezien het niveau. De muziek is niet groots, de band wél. Hopelijk krijgt dit project nog een lang staartje. Overigens was Dave Grohl de absolute uitblinker.
De programmatie van Arcade Fire (tussen twee oerrockbands) was niet echt geslaagd, maar dat had weinig invloed op een uitstekend optreden van de Canadezen. De bombarie van 2007, die een iets minder tweede album en een bewogen tour met zich meebracht, werd duidelijk thuis gelaten. Een zeer goeie zaak! De band speelde bevrijd, bracht enkele veelbelovende nummers (behalve 'Month of May', wat hoogstens een B-kantje zou mogen worden), maar vooral: de spirit van 2005, toen ze ongekroonde indiekoningen werden, was weer heel even terug! Hoogepunten waren dan ook de nummers van 'Funeral', zonder twijfel één van de beste platen van het afgelopen decennium.
En dan zat het er bijna op voor het muzikale luik van dit Werchter: wat op voorhand het hoogtepunt was, Pearl Jam, werd het ook na afloop. Hoewel. Zoals vermeld, lag het niveau al niet hoog, maar Pearl Jam zag een uitstekend optreden gefnuikt door tijdsgebrek. Waarom ze dan zélf kozen voor twee pauzes is dan ook onduidelijk. Mochten ze aan één stuk door gespeeld hebben, dan was dit legendarisch geweest. Het optreden kon dus nooit goed op gang komen, ondanks een (zatte) Vedder die schitterend bij stem was en een halsbrekend ritme. Veel paradoxen, perfect geïllustreerd door het eindpunt: de cover van 'Kick Out The Jams' (MC5, een nummer met één van de beste gitaarpartijen ooit) in samenwerking met Alain Johannes en Dave Grohl die losging op een tamboerijn. Het beste van Seattle stond dus zowaar op het podium! En dan: toen het optreden naar een kookpunt groeide, werd het vuurwerk al aangestoken (een serieus 'WTF-moment'), en even later kwam een boodschap van de sponsor ('provider of the fireworks') op het scherm, terwijl de bandleden van het podium liepen. Haastig, verward en vooral zeer jammer... dat waren de laatste indrukken.
Geen wonder dus dat er massaal brandjes gesticht werden op het terrein, bij het begin van wat nog een woelige nacht zou worden. Zes mensen zouden uiteindelijk opgepakt zijn.

Het was een mindere Werchter op muzikaal vlak, maar het werd vooral duidelijk dat met zo'n publiek alles kan aangevangen worden. Mensen gaan voor het merk, voor het plezier op de camping (velen zién gewoon geen optredens), en die lijn zal zich doorzetten, tenzij de nadruk opnieuw op muziek komt. Dat wil dus ook zeggen: laat bands voldoende spelen en stop met dat boerenbedrog. De aangekondigde settijden klopten vaak niet, de hele vrijdag in de Marquee begon onaangekondigd 20 minuten vroeger... wat moet hiermee aangevangen worden als Werchter zogezegd het 'beste festival ter wereld' is? Niet alleen eens een jaartje overslaan, maar gewoon uitkijken naar betere (buitenlandse) alternatieven is dus de boodschap.

Nog een woordje over het Nucleair Forum Nucléaire: wat deed DAT daar? Niet aangekondigd op de site, had deze lobby van Albert Freire (meer info: klik) een gigantische stand, waar de eigen radioactieve lading (!) kon gemeten en vergeleken worden met die van Miss België. Daaruit zou dan moeten geconcludeerd worden dat we amper aan straling worden blootgesteld en dat pakweg kosmische straling schadelijker is dan kerncentrales (duh)... en toch doet de lobby zich voor als 'neutraal'. Hun merch in de vorm van grote en kleine vaten nucleair afval (een schitterende oefening in cynisme) was vooral nuttig voor alcoholconsumptie. Maar dit is ongehoord. Schueremans gebruikt zijn (nouja, 'zijn') festival nu dus ook al voor politieke doeleinden en vangt er vermoedelijk een smak geld voor.

Nog een reden om naar festivals te gaan waar de corporate bullshit ver weg blijft? Stevie Wonder, Gorillaz en Prince komen aardig in de buurt. Dit jaar waren ze op Glastonbury en Roskilde te bezichtigen. Volgend jaar zal het programma dààr vast opnieuw beter zijn dan dat van Rock Werchter. Neem daarbij een organisatie die niet op winst uit is, een veel betere sfeer en een fantastisch publiek, en de conclusie is snel getrokken. Het is niet voor iedereen weg gelegd, natuurlijk... maar wie niet tevreden is over Werchter moet er toch maar eens over nadenken.

vrijdag 11 juni 2010

Waarom ik kandidaat ben voor LSP op 13 juni

Hallo,

De verkiezingen van 13 juni naderen. Ikzelf ben bij deze verkiezingen kandidaat voor LSP - Linkse Socialistische Partij - in West-Vlaanderen. Wellicht heb je van LSP, wegens ons beperkt budget en middelen, nog niet zoveel gehoord tijdens deze campagne. Daarom deze voorstelling:
Onze centrale slogan in de verkiezingscampagne is:
Verdeel de rijkdom, niet de werknemers!
De crisis, veroorzaakt door een kleine groep rijken en bankiers wordt vandaag betaald door de gewone werknemers. Heel wat mensen verloren de afgelopen maanden hun job doordat de hebzucht van een kleine groep bankiers en kapitalisten geen grenzen kende. LSP vind het dan ook onaanvaardbaar dat net de banken vandaag gered worden met miljarden belastinggeld. Zij kregen miljarden terwijl de regering de afgelopen jaren stelde dat er nergens geld te vinden was voor de broodnodige verhoging van de pensioenen, de afbouw van de wachtlijsten in de zorg, de verlaging van de ziektekosten, het verhogen van de koopkracht, etc...
Ondertussen valt de regering omwille van communautair opbod dat al drie jaar bezig is, maar waarbij geen oplossingen voor reële problemen naar voor geschoven werden door de traditionele partijen; inclusief Sp.A en Groen! in de oppositie.
In tegenstelling tot de meeste andere partijen voeren we een heel inhoudelijke campagne, waarbij we bewust provoceren en tot nadenken aanzetten met een tweetalige affiche. We willen daarbij de aandacht vestigen op de noodzaak aan solidariteit tussen Walen en Vlamingen. We moeten samen sterk staan tegen de besparingen die ons opgelegd zullen worden.
Hierbij kunnen we het ons niet veroorloven om de sociale zekerheid, maar ook strijd op zich te verdelen. We zijn geen Belgicistische partij, integendeel. We denken echter dat een duurzame oplossing voor de communautaire problematiek in ons land er enkel kan komen door een sociaal beleid via investeringen in huisvesting en onderwijs om tweetaligheid te kunnen garanderen. Regio, nationaliteit noch afkomst mogen bepalen welke rechten je krijgt!

LSP, de Linkse Socialistische Partij heeft slechts een beperkt budget in vergelijking met andere partijen en krijgt in het mediacircus ook bijna geen aandacht. Toch zijn we ervan overtuigd dat ons programma vandaag cruciaal is in deze crisis – Daarom hopen we dat jij voor ons stemt en onder andere dit bericht verder helpt verspreiden, etc. We krijgen steeds meer goeie reacties, maar dit betekent nog niet dat onze score hoog zal liggen, omdat veel mensen 'nuttig' willen stemmen. Een stem voor ons is dat echter nog meer, omdat LSP (samen met PVDA) de enige partij is die 100% tegen besparingen ingaat en na de verkiezingen gewoon blijft verder strijden. Dàt is zonder enige twijfel belangrijker dan 'het minste kwaad' naar het parlement stemmen en mee de besparingen laten uitvoeren.
Wat wij echter ook heel sterk benadrukken, is het internationale aspect. LSP maakt deel uit van een internationale organisatie (CWI - www.socialistworld.net) dat in 40 verschillende landen actief is. Joe Higgins (www.joehiggins.eu), een Europarlementariër voor onze Ierse zusterorganisatie trekt bijvoorbeeld de campagne voor internationale solidariteit met Griekenland en tégen de besparingen die eraan komen in de Eurozone.
België maakt uiteraard ook deel uit van deze context van crisis, en internationale samenwerking en solidariteit maakt ons zeker sterker. Linkse éénheid is hierbij ook een belangrijke stap, zodat échte linkse alternatieven op de kaart gezet kunnen worden.
Daarom komen we in Wallonië op met het Front des Gauches (www.frontdesgauches.be), dat meerdere radicaal-linkse organisaties omvat. Ook daar is de campagne veelbelovend en krijgen we veel positieve respons.
Wij staan voor een inzet die niet enkel rond verkiezingen draait. Stemmen voor ons kunnen de aandacht vestigen op ons programma, net zoals de ondersteuning van onze campagne of actief lid worden dat ook zijn. Je kan in elk geval alvast je steentje bijdragen door zondag op mij of andere kandidaten van LSP te stemmen!
Wie meer info wil kan terecht op onze sites: www.socialisme.be of www.stemlsp.be - of natuurlijk op Facebook
Merci alvast voor je steun,

Marc Puyol,
3e Effectief - LSP-West-Vlaanderen

Korte voorstelling:
-23 jaar en tweede keer kandidaat voor de verkiezingen
-Bijna afgestudeerd in de sociologie aan de UGent
-Politiek actief sinds 2003
-Voorzitter van Gentse LSP Non-Profitafdeling

dinsdag 25 mei 2010

Dinosaur Jr. + Built to Spill in de AB: het klinkt beter op plaat

Het fantastische weer buiten kwam gisteren nogal ongelegen; in de Ancienne Belgique stonden twee topbands geprogrammeerd die dezer dagen samen touren. Built to Spill, naar verluidt een indielegende in de V.S., maar nobele onbekenden bij ons, en Dinosaur Jr., een legende tout court.
Het voorprogramma werd geleverd door een piepjonge gitaarband uit Nashville, TN (ze deden niet voor niks denken aan Kings of Leon in hun begindagen). De simpele gitaarrock die algauw weer uit het geheugen verdwijnt brengen ze onder de naam 'Turbo Fruits'. Het is moeilijk om een slechtere bandnaam te bedenken. Dit alles werd evenwel gecompenseerd door het zeer aanstekelijke enthousiasme van de band en de wil om er te geraken. Aan zelfvertrouwen geen gebrek bij die jongens.
Dit was verre van het geval bij Built to Spill, die onverwacht aan hun optreden begonnen waren wegens een uitgelopen jamsessie tijdens het laatste nummer in de set van Turbo Fruits. De band zag er afgeleefd uit en speelde duidelijk tegen de zin van een aantal leden. Enkel één van de drie gitaristen -een kloon van James 'captain slow' May- kon af en toe eens lachen. Waar Built to Spill op plaat als een topper klinkt die gewoon te weinig naar Europa afzakt om ook hier door te breken, is het live eerder duidelijk waarom ook zij de facto gedegradeerd werden tot voorprogramma (na drie kwartier was het immers al afgelopen). Zo werden minder interessante nummers gespeeld en was er weinig energie te merken. Het geluid en de strakheid van de set waren dan weer wel goed, maar er was geen hoogtepunt te bespeuren. Built to Spill boeide dus veel minder dan verwacht. Jammer.
Niettemin zat de sfeer er tegen dan al goed in, ook al was de meerderheid van het publiek voor Dinosaur komen opdagen. Zoals gebruikelijk kwamen de drie bandleden -zonder drummer Murph, om persoonlijke redenen uit de tour gestapt- nonchalant het podium opgestrompeld. Die nonchalance zette zich ook doorheen de set verder door, want de traditionele geluidsproblemen waren een domper bij sommige nummers. Deze zijn inherent aan de speelstijl van Dinosaur Jr.: 120 dB en dus een weinig hoorbare zang. Als je de nummers kent is dat echter geen onoverkomelijkheid. Bovendien is de zang erg ondergeschikt aan de gitaarpartijen van J. Mascis. Hij stond er -hoe kan het ook anders- weer bij als de ultieme rockgeek die op haast autistische wijze soleerde en ook af en toe een poging tot zingen deed. Lou Barlow was opnieuw zijn enthousiaste zelf, en dat is ook nodig, want van 'J.' hoef je geen interactie -in welke vorm dan ook- te verwachten. Het gemis van Murph op de drums werd vaak duidelijk, ook al deed de interimmer (normaliter drummer bij Harvey Milk) goed zijn best.
Verder was de set erg gelijkaardig aan wat we eerder al op Leffingeleuren te zien hadden gekregen vorig jaar. Nu was de context uiteraard wel van een ander niveau: de AB was op het tweede balkon na uitverkocht en in het laatste deel van de set ontstond een heuse moshpit voor het podium.
Toch biedt een optreden van Dinosaur Jr. relatief weinig meerwaarde. De band is op plaat even verslavend als Lost op tv, en is live zeker ook het zien waard. Het probleem is echter dat Lou en J nog altijd niet deftig kunnen zingen, en waar hun albums sinds de reünie er alleen maar op vooruit zijn gegaan (de nummers zitten beduidend beter in mekaar dan veel van hun vroegere 'hits'), ga je geen toestanden krijgen zoals pakweg op Reading Festival begin jaren '90 (Youtube en wens dat je vroeger geboren was). Dinosaur Jr. heeft dus van zijn pluimen verloren (hoewel het technisch gezien om een reptiel gaat, natuurlijk), maar zolang dit zich niet uit in de studio kunnen we zeer tevreden zijn. En bij een volgende optreden is het aan te raden achteraan te gaan staan. Daar zou het -aldus Barlow zélf- een stuk beter klinken.
Ik sloeg zijn raad in de wind en genoot met nostalgische dertigers en jongeren van een toch wel mooie set, die enerzijds bestond uit 'Afrekening-materiaal' van 15 jaar terug (dat zegt inderdaad veel over 'de Afreking' vandaag de dag) en anderzijds uit het betere werk van 'Beyond' en 'Farm'. Bijna twee generaties die dus kunnen genieten van Dinosaur Jr., maar de ziel van de band blijft meer dan ooit dezelfde: spelen voor het plezier.

woensdag 24 februari 2010

La Roux in de AB: routineus en voorspelbaar

Gezien mijn financiële toestand is La Roux niet meteen een concert waar ik nu mijn (weinige) geld zou aan uitgeven, maar wegens omstandigheden kwam ik er toch op terecht.
Niet dat dit tegen mijn zin was; La Roux was één van de ontdekkingen van 2009 en kon in feite 80's synthpop opnieuw fris en opwindend laten klinken. Er ontstond een enorme hype rond, en ook bij ons werden meerdere hitjes gescoord. De Ancienne Belgique was dan ook volledig uitverkocht.
Als voorprogramma werd The Brown Acid voorgeschoteld. Een weinig bekende Belgische band in de lijn van Ghinzu. Maar zo ver zijn ze lang nog niet; hun mix van industrial, synthpop en Wham! kon zelden boeien en slechts één à twee degelijke songs leveren.
Elly Jackson is drie kwart La Roux, en het is ook haar herkenbare stem dat het geluid van de groep zo catchy maakt. Bij het eerste nummer was het al raak: Elly kwam het podium opgerend onder begeleiding van haar band, enkele seconden nadat 'Tigerlily' werd ingezet. De zaal, grotendeels bestaande uit wat ik zou beschrijven als "hippe seuten", was van begin tot einde enthousiast.
En op zich was dat terecht, want het zeer sterke gelijknamige debuutalbum kwam live goed tot z'n recht. La Roux is, in tegenstelling tot wat vaak gezegd werd, op dat vlak zeker en vast geen teleurstelling. Jackson mag wel wat werken aan haar longinhoud, wat gezien het feit dat ze een jaar jonger is als mezelf, toch een beetje triest is. Een grote zangeres zal ze nooit worden, maar zolang Ben Langmaid (haar rechterhand) even scherpe beats blijft producen en dezelfde sfeer kan creëren als op het debuutalbum, zal La Roux als fenomeen gestaag blijven groeien. Bijna elk nummer van die plaat blijft immers plakken en dat maakte het voor Elly Jackson erg makkelijk om de zaal in te pakken.
Té makkelijk zelfs. De set was één routine, waarbij al geweten was dat de sfeer in de zaal perfect zou zijn en iedereen de nummers haast van buiten kent. Bovendien werd geen moeite gedaan om meer te bieden dan wat al van La Roux gekend is van op de plaat. Meer zelfs: mijn recorder klokte af op een dikke 48 minuten. Dat is, de ticketprijs van 21 euro indachtig, ruim onvoldoende.
Het probleem is uiteraard dat de 'back catalogue' van La Roux veel te dun is, maar dat is op zich geen excuus. Een wat minder afgelikte set en op z'n minst een poging tot wat experimenteren of een b-kantje zijn wel het minste wat we mogen vragen bij zo'n concert.
Dit had dus even goed een festivalconcert kunnen geweest zijn, en over enkele maanden op Werchter zal het vast wel even goed of zelfs beter worden als in de AB. Maar het maakt ook duidelijk dat de thuisblijvers vandaag gelijk hadden. La Roux moet nog veel groeien, en een uitverkocht concert in de AB kwam gewoon veel te vroeg. Anderzijds hou je zo'n hype niet tegen, en drie kwartier "een plaat afdraaien" (bijna letterlijk) bleek voldoende om dat in stand te houden.
Dit doet toch maar weer nadenken: acts die veel airplay krijgen gaat het altijd voor de wind, ook al is dat niet altijd even terecht. Aan talent ontbreekt het La Roux nu zeker niet, maar het wordt toch tijd dat het publiek van popacts als deze eens wat kritischer wordt en ook eens gaat luisteren naar muziek die wat moeilijker verteerbaar is.

donderdag 18 februari 2010

Vallende sterren gesignaleerd.

Op de FB-pagina van de Algemene Vergadering van STeR Leuven is sinds een paar dagen een discussie aan de gang over het feit dat die vergadering op *exact* hetzelfde moment werd gepland als een mobilisatie van ALS en Blokbuster, waarvoor succesvol campagne wordt gevoerd in Leuven.
ALS'ers en niet-ALS'ers stelden dat zoiets contraproductief was en beide evenementen elkaar zouden moeten kunnen aanvullen. Ook werd er sterk gepleit tegen de de-mobilisatie en marginalisering van ALS door STeR (in feite moeten we in dat geval spreken van Comac), alsook het gebrek aan democratische inspraak en onmogelijkheid tot eigenheid van organisaties die binnen STeR werken.
In tegenstelling tot andere discussies op STeR-pagina's, werd er hier slechts sporadisch gecensureerd, vermoedelijk omdat te veel mensen op te korte tijd reageerden, waardoor alles zomaar wegdoen nogal zou opvallen. Bovendien telt de groep slechts een 60-tal leden.
Het laatste woord van de discussie werd geschreven door ene Mathieu De Steur, lid van Comac-Leuven. Hij schreef dat het werk van Blokbuster contraproductief was geweest ('zonder concrete resultaten') en insinueerde zelfs dat de NSV-erkenningen het resultaat waren van 'de slechte reclame die onze betogingen bezorgden aan de antifascistische beweging' en 'het feit dat we enkel focussen op ideologie, en niet wat NSV publiceert, etc.'. Naast het feit dat zoiets manifest onjuist is (in elk pamflet geven we voorbeelden van wat NSV zoal doet en voor een voorbeeld van hoe strijd loont (klik), kan men zich ook de vraag stellen of dit wel nog geloofwaardig is. Mathieu nam in deze discussie letterlijk de redenering van rechtse organisaties over, en ging nog een stap verder dan ALS/Blokbuster enkel af te schrijven als 'extremistisch en gauchistisch', wat eerder al gebeurde door anderen.
Zoals Bill Hicks het zou stellen: "this shows a commitment I cannot fucking relate to".
Mijn repliek, waarin ik de overwinningen en verworvenheden van antifascistische strijd van zowel ons als andere organisaties opsomde, alsook zijn hele logica doorprikte, werd integraal verwijderd. Ook elke andere poging om te stellen dat ik gecensureerd werd, mocht er niet meer op.
Nu, uiteraard is de pagina in kwestie voor mij ontoegankelijk geworden en kan ik niet weten of die discussie er nog staat. Dit fenomeen overkwam al meerdere ALS'ers of mensen met meningen die afweken van die van STeR.
Mathieu vond het echter nog nodig om een mail naar mij te sturen, en de uitwisseling daarvan kan ik uiteraard wél nog tonen:


Mathieu De Steur 17 februari om 23:41 Rapporteren
Gelieven niet meer te antagoniseren op STeR pagina's. Als je klachten hebt mag je je altijd wenden tot de personen die daar bevoegd voor zijn.

Dank bij voorbaat,
Mathieu De Steur.

Marc Puyol 17 februari om 23:45
Dag Mathieu,

Ik ben redelijk woedend over het feit dat je mijn repliek verwijderde. Okee, het is al de zoveelste keer dat dit gebeurt, maar het getuigt vooral van een enorme lafheid van jouw kant. Je kan er dan op z'n minst voor kiezen om heel de discussie of ook jouw laatste post te verwijderen.
Stefaan vp, Tijs en Koen H., Roel Vp, Wouter E. en vermoedelijk nog meer Comac'ers dan jij er daadwerkelijk kent zijn reeds lang op de hoogte van mijn en onze klachten. Ook andere organisaties die in STeR zitten hebben dat al gedaan, overigens. Aan ons worden -althans op FB- geen toegevingen gedaan, en dat weet je.
Als we dan toch op een vriendelijke manier dingen aan elkaar vragen: gelieve je niet meer te gedragen als een arrogante en reactionaire ******. Da's niet wat linkse mensen (zeker niet onder elkaar) moeten doen. Maar na je laatste post twijfel ik over dat 'links'.

Mkg (betekent: "Met Kameraadschappelijke Groeten"),

Marc

Mathieu De Steur 17 februari om 23:54 Rapporteren
Dan zullen uw klachten ongegrond zijn of irrelevant. Het was niet de plaats voor een politiek debat, en zo werd het ook behandeld. Gelieve ook uw emotionele uitspattingen te beperken tot de pagina's van uw organisaties of persoonlijke blogs. Indien u verder wilt discussieren over STeR, dan raad ik u ten sterkste aan om naar STeR vergaderingen te komen. Indien niet, zal ik het beschouwen als onwil van uw kant en zal er geen initiatief genomen worden vanuit STeR.

Ik wens u een goede nachtrust toe,
Mathieu De Steur.

Marc Puyol 17 februari om 23:57
Dude, serieus. Ik snap wel dat je ermee kan lachen en zo, maar je bent geen advocaat van een burgerlijke partij of iets dergelijks. Verspil mijn tijd niet verder, idioot.

Mathieu De Steur 17 februari om 23:58 Rapporteren
Een goede nachtrust, Mr. Puyol.


Uiteraard heb ik grof en 'emotioneel' gereageerd (en dat zal me worst wezen, zeker wanneer er een dergelijk laag niveau bereikt wordt), maar enerzijds de arrogantie en een complete onwil om de discussie eerlijk aan te gaan, en anderzijds de onnodige en cynische mails, tonen ergens wel aan wat voor figuur die Mathieu eigenlijk is. Kan ik hier spreken over een 'bewust linkse' persoon? Ik betwijfel het. Zijn gebrek aan inhoud wordt op zeer degelijke wijze gecompenseerd door een gezonde dosis autoritarisme.
Dit is natuurlijk een extreem voorbeeld, en STeR blijft een organisatie waarmee in de mate van het mogelijke mee samengewerkt moet worden. Samenwerking betekent ook openheid tot discussie en eerlijke communicatie onder elkaar.
Echter, het reactionaire karakter van zo'n figuren en methodes moet consequent bestreden worden, of dat nu in STeR, binnen de anarchistische beweging of elders voorkomt. Mathieu zal er vast wel niet in slagen om in z'n eentje de antifascistische beweging verder te verdelen, maar indien dit soort retoriek en manier van werken systematisch worden, dan dreigt er een stap achteruit gezet te worden. Vandaar dat ik er hier de aandacht wil op vestigen.

Voor de volledigheid: de (drukke) antifascistische agenda van de komende weken:

-Donderdag vindt er in Leuven de Algemene Vergadering van STeR plaats, op hetzelfde moment als de betoging tegen de nakende NSV-erkenning, waarbij we druk willen zetten op LOKO. Afspraak voor de betoging is 18u30 op het Ladeuzeplein. De STeR vergadering vindt plaats op hetzelfde uur, maar de locatie kan ik niet meer opzoeken wegens uit de event-page geweerd.

-Woensdag 24 februari vindt in Gent een grote mobilisatie plaats n.a.v. de NSV-meeting in het ICC, waarbij o.a. Nick Griffin aanwezig zal zijn, alsook andere negationisten. Tevens zal ook deze betoging gebruikt worden om druk te zetten op het UGent-bestuur tégen de erkenning die ondertussen door de Sociale Raad werd bevestigd.
ALS/Blokbuster mobiliseren met een politieke betoging, STeR houdt een 'manifiesta'. Beide mobilisaties zullen vermoedelijk een gelijkaardig succes hebben, maar er wordt uiteraard ook samengewerkt om de betoging tot een goed einde te brengen. Afspraak om 19u aan de Blandijn.

-Op donderdag 25 februari vinden zowel in Gent als in Leuven twee antifascistische meetings plaats onder de noemer 'jobs, geen racisme!', waarbij ALS/Blokbuster duidelijk een antifascistisch aan een sociaal-economisch programma willen koppelen.

-Op donderdag 4 maart vindt de jaarlijkse Anti-NSV betoging plaats vanaf 19u op de Dageraadplaats. STeR mobiliseert beperkt mee.

Voor meer info over deze discussie:

http://socialisme.be/lsp/archief/2010/02/18/antifa.html
http://socialisme.be/lsp/archief/2010/02/16/dresden.html
http://socialisme.be/lsp/archief/2010/02/11/leuven.html
http://www.kifkif.be/page?&orl=1&ssn=&lng=1&pge=14&sare=2548
http://antinsv.blogspot.com/
www.studententegenracisme.be