Onder het oog van de internationale gemeenschap wordt Haïti letterlijk overgenomen door de Verenigde Staten. De verschrikkelijke aardbeving van ondertussen bijna twee weken terug zou aan minstens 150000 mensen het leven gekost hebben, en neemt op veel vlakken ergere proporties aan dan de Tsunamiramp van eind 2004. Terwijl zowel onmiddelijke als structurele hulp meer dan nodig is, bekommert de V.S. zich vooral om het 'beveiligen' van de rampzone, zogezegd opdat het reddingspersoneel haar werk kan doen.
Echter, meer dan 12000 militairen sturen en dergelijke 'veiligheid' uitdrukkelijk op de eerste plaats stellen, doet vermoeden dat er meer zit achter de V.S.-interventie. Veel meer.
Het meest frappante hieraan, is dat de Obama-administratie en zijn twee voorgangers (Bush Jr. en Clinton) niet veel moeite doen om hun reële bedoelingen te verdoezelen. Dat is niet verwonderlijk, gezien het V.S.imperialisme in Haïti de afgelopen decennia meer dan duidelijk was. De V.N. speelt hierbij verre van een neutrale rol. Het kwam tussen na de afzetting van Aristide in 2004 en laat de V.S. nu begaan met haar militaire interventie, terwijl het technisch gezien om een invasie gaat met gebruik van militaire macht.
Hoe anders, kan uitgelegd worden dat de luchthaven van Port-au-Prince beveiligd is door Amerikaanse soldaten, die prioriteit geven aan hun eigen militaire vliegtuigen boven deze van NGO's en andere hulpgroepen?
Daar eindigt het echter niet: er is een langetermijnagenda voor Amerika, die nooit de greep op Haïti heeft verloren en met de ramp de kans ziet om deze zelfs te verstevigen. Clinton stelde al dat Haïti een uitstekende plaats is om te investeren, met name in toerisme. De lage lonen zitten daar voor iets tussen, en dergelijke retoriek wordt ook door het IMF ondersteund. Laatstgenoemde en de Wereldbank denken er trouwens niet aan om de openstaande schuld van Haïti kwijt te schelden.
Het herstel van Haïti moet dus gebeuren via de werking van de vrije markt. Eind goed al goed, want Amerikaanse investeerders zullen massaal toehappen om het land herop te bouwen en later te profiteren van verlaagde belastingen, verregaande privatiseringen en extreem lage lonen. Dat dit in werkelijkheid overeenkomt met nog meer uitbuiting, chaos en armoede, weten we ondertussen echter al. De vraag is echter: valt er eigenlijk nog iets te stelen in Haïti? Blijkbaar wel, want hoewel dit land even arm is als pakweg Sierra Leone, biedt een ramp van dergelijke proporties enorme kansen.
Kapitalisme is onder de meest cynische vorm het volgende: men gooit de ruit van een bakker in, en deze moet hersteld worden. Gevolg: er ontstaat economische activiteit. Hetzelfde geldt helaas ook voor Irak, waarvan de heropbouw ondernemingen als Halliburton al miljarden opleverde. Wie dacht dat we van het cynisme van types als Bush en Cheney (ex-CEO van Halliburton) af waren, heeft het bij het verkeerde eind.
De goeie wil van Obama om dan toch eens een Amerikaans president te zijn die niet de geschiedenis zal ingaan als oorlogsmisdadiger is veel te zwak om op te kunnen tegen mechanismen die ronduit onstuitbaar zijn zolang er met de logica van het kapitalisme gewerkt wordt. Deze logica stelt immers dat ook rampen winstgevend moeten zijn, en dat 'de markt' de enige weg is om uit dergelijke crisissen te komen. Obama kan het daarmee niet oneens zijn, want hij is niet verschillend van een Bush of een Clinton als het aankomt op pure imperialistische belangen van de V.S. Hij kan ook niet, want elke Amerikaanse president komt aan de macht gesteund door lobby's van de machtigste bedrijven.
We mogen ons dan ook verwachten aan enerzijds een enorme gulzigheid van Amerikaanse multinationals die dankzij de huidige militaire tussenkomst van de V.S. allerlei grote contracten zullen mogen sluiten. Anderzijds lijkt het erop dat de militaire aanwezigheid van zowel V.S. als V.N. ertoe zal dienen om weer wat aan invloed te winnen op het 'rode continent'.
Evo Morales stelde reeds openlijk dat de V.N. de hulp moet reguleren, en gewapende troepen enkel onder deze vlag naar Haïti mogen trekken, met een tijdelijk mandaat en uitsluitend om veiligheid te garanderen.
Wat we nu zien is echter iets anders: de bezetting van een land dat de facto een V.S.-staat geworden is, maar dan wel zonder 'representation'. Tegelijk scharrelen overheden, NGO's en andere instellingen relatief kleine bedragen bij elkaar die onmogelijk tegemoet kunnen komen aan de noden die er in Haïti zijn en al waren. Mensen tonen zich van hun beste kant, door bedragen te storten via allerlei benefieten. Deze hebben echter een pervers effect: de verspreiding van het idee dat we Haïti op die manier moeten helpen, terwijl er veel meer geld en middelen nodig zijn en ook gevonden kunnen worden. Het is niet meer en niet minder dan het 19e eeuwse aalmoezen-discours, maar dan op grotere schaal. Hoewel het schokkend kan zijn om de zaken op deze manier te stellen, is het noodzakelijk om mensen te confronteren met het feit dat pakweg iets als 5 miljoen euro en een oerlelijke single van Natalia en Gabriel Rios, geen zak opleveren. Het is zelfs geen druppel op een hete plaat, neen, het gaat gewoon om theater. Uiteraard moet iedereen die het kan, geld kunnen storten voor Haïti, maar dergelijke individuele solidariteit mag niet doorgaan als structurele hulp, want het is net het tegenovergestelde daarvan.
Het is tijd om deze ramp op de politieke agenda te zetten onder de vorm van duidelijke eisen. Eisen die enerzijds tegemoet komen aan de onmiddellijke noden van de Haïtianen, en anderzijds gericht zijn tegen het V.S.-imperialisme en opgelegde vrijhandelsakkoorden die het land enkel kwetsbaarder en afhankelijker maken.
Zoiets kan alleen maar via een consequent programma dat ook de link legt met dit systeem en internationale solidariteit op alle vlakken uitdrukt. Dat er letterlijk triljarden geïnvesteerd werden om banken te redden, maar er voor Haïti amper een paar miljard af kan, maakt duidelijk hoe hoogdringend de bekamping van dit systeem geworden is. Deze ramp maakt het cynisme, de perversheid en de elementaire absurditeit van het kapitalisme perfect duidelijk.
maandag 25 januari 2010
maandag 18 januari 2010
Over de erkenning van NSV ("pre-air" van toekomstig artikel)
Waarom NSV erkend werd, heeft te maken met twee verschillende situaties die deel uitmaken van éénzelfde gevaarlijke trend. Vanuit bepaalde belangen en wegens een gebrek aan een voorafgaande inhoudelijke discussie, vonden zowel de meerderheid van de Gentse politieke studentenorganisaties (waaronder L2, nu officieel onderdeel van Groen!), alsook de Leuvense studentenvertegenwoordigers (LOKO), dat NSV als ‘een normale’ vereniging behandeld mocht worden.
De criteria die daarvoor gebruikt werden getuigen van een onwaarschijnlijke kortzichtigheid en naïviteit, maar de achterliggende motivatie is er één van legitimatie, om op die manier de linkerzijde te kunnen verzwakken.
Zo zou volgens de logica van het LOKO Blood & Honour erkend mogen worden, want als een organisatie ‘nooit veroordeeld’ werd, dan is er geen probleem. In Gent stelden organisaties als LVSV (Liberale Studenten) en de Vrijzinnige Studenten dat ‘geweld’ het voornaamste criterium moet zijn. Alle wapenfeiten van de afgelopen jaren die NSV op zijn conto heeft staan, beschreven ze letterlijk als ‘ongelukkige correlaties’. Het kan volgens hen enkel om geweld gaan indien NSV het publiek aankondigt en/of verdedigt als organisatie in z’n geheel. De absurditeit hiervan kan door iedereen met enig gezond verstand ingezien worden, maar precies datzelfde gezond verstand is tegenwoordig ver te zoeken in het Gentse PFK.
De verdediging van zo’n erkenning onder het mom van vrije meningsuiting neemt met andere woorden een gevaarlijke, totalitaire ondertoon aan, waarbij alles moet wijken voor vrije meningsuiting… ook vrije meningsuiting zélf!
Want inderdaad, als de erkenning van NSV in Antwerpen iets aantoont, dan is het dat er van ‘integratie’, ‘normalisering’ en een correct gedrag van deze neofascistische organisatie geen sprake is. Enkel in 2009 zagen we de oprichting van de gewelddadige Autonome Kameraden, het bekogelen van sans papiers met Wc-papier én de uitnodiging van negationist Nick Griffin.
In tijden van crisis en polarisatie valt het belang van reactionaire beslissingen als de erkenning van NSV niet te onderschatten.
Immers, deze gebeurtenis gaat niet enkel om iets wat in de ivoren toren van het hoger onderwijs gebeurt. Het betekent een gebruik van subsidies om negationisten en racisten uit te nodigen, zowel binnen als buiten universiteitsgebouwen. Het betekent de ondersteuning van een vereniging die elk jaar op straat komt, zowel in studenten- als in arbeidersbuurten, om daar hun haat en racisme te verspreiden. Het betekent het ter beschikking stellen van middelen aan een organisatie die nog steeds het belangrijkste vormingscentrum is van het racistische Vlaams Belang. Het betekent dus, kortom, de erkenning en legitimatie van fundamenteel antidemocratische en onverdraagzame ideeën. Zoiets is principieel onjuist, niet enkel binnen het universitaire milieu, maar ook erbuiten.
Het gevaar van zo’n racisme en het discours dat ermee vergezeld gaat, bestaat ook op het ruimere politieke toneel. Het VB is volgens peilingen opnieuw aan een remonte bezig, maar zelfs indien de partij verder verliest, is het gevaar van impliciet racistisch rechts populisme verre van geweken. Bovendien is de context ook buiten België op veel plaatsen grimmig. Zo is er in Italië van democratie en respect voor fundamentele rechten en verworvenheden weinig sprake meer door wat volgens de V.N. beschreven werd als een ‘diepgeworteld racisme’. Dit kan enkel verklaard worden binnen een kader van legitimatie van puur racisme, onder andere door de regering-Berlusconi (die neofascisten bevat). De situatie in Calabrië, waarbij onlangs een deel van de migrante bevolking letterlijk gedeporteerd werd, is daar een perfect voorbeeld van. Dergelijke situaties zijn bij ons gelukkig nog niet aan de orde, maar het blijvend gebrek aan een consequente linkerzijde maakt dat de reactionaire krachten die zo’n zaken mogelijk maken, aan terrein zullen blijven winnen.
Uit dit artikel is duidelijk wat de onderstroom is van de NSV-erkenningen. De huidige context van crisis en onzekerheid betekent dat antifascistische strijd belangrijk blijft.
De criteria die daarvoor gebruikt werden getuigen van een onwaarschijnlijke kortzichtigheid en naïviteit, maar de achterliggende motivatie is er één van legitimatie, om op die manier de linkerzijde te kunnen verzwakken.
Zo zou volgens de logica van het LOKO Blood & Honour erkend mogen worden, want als een organisatie ‘nooit veroordeeld’ werd, dan is er geen probleem. In Gent stelden organisaties als LVSV (Liberale Studenten) en de Vrijzinnige Studenten dat ‘geweld’ het voornaamste criterium moet zijn. Alle wapenfeiten van de afgelopen jaren die NSV op zijn conto heeft staan, beschreven ze letterlijk als ‘ongelukkige correlaties’. Het kan volgens hen enkel om geweld gaan indien NSV het publiek aankondigt en/of verdedigt als organisatie in z’n geheel. De absurditeit hiervan kan door iedereen met enig gezond verstand ingezien worden, maar precies datzelfde gezond verstand is tegenwoordig ver te zoeken in het Gentse PFK.
De verdediging van zo’n erkenning onder het mom van vrije meningsuiting neemt met andere woorden een gevaarlijke, totalitaire ondertoon aan, waarbij alles moet wijken voor vrije meningsuiting… ook vrije meningsuiting zélf!
Want inderdaad, als de erkenning van NSV in Antwerpen iets aantoont, dan is het dat er van ‘integratie’, ‘normalisering’ en een correct gedrag van deze neofascistische organisatie geen sprake is. Enkel in 2009 zagen we de oprichting van de gewelddadige Autonome Kameraden, het bekogelen van sans papiers met Wc-papier én de uitnodiging van negationist Nick Griffin.
In tijden van crisis en polarisatie valt het belang van reactionaire beslissingen als de erkenning van NSV niet te onderschatten.
Immers, deze gebeurtenis gaat niet enkel om iets wat in de ivoren toren van het hoger onderwijs gebeurt. Het betekent een gebruik van subsidies om negationisten en racisten uit te nodigen, zowel binnen als buiten universiteitsgebouwen. Het betekent de ondersteuning van een vereniging die elk jaar op straat komt, zowel in studenten- als in arbeidersbuurten, om daar hun haat en racisme te verspreiden. Het betekent het ter beschikking stellen van middelen aan een organisatie die nog steeds het belangrijkste vormingscentrum is van het racistische Vlaams Belang. Het betekent dus, kortom, de erkenning en legitimatie van fundamenteel antidemocratische en onverdraagzame ideeën. Zoiets is principieel onjuist, niet enkel binnen het universitaire milieu, maar ook erbuiten.
Het gevaar van zo’n racisme en het discours dat ermee vergezeld gaat, bestaat ook op het ruimere politieke toneel. Het VB is volgens peilingen opnieuw aan een remonte bezig, maar zelfs indien de partij verder verliest, is het gevaar van impliciet racistisch rechts populisme verre van geweken. Bovendien is de context ook buiten België op veel plaatsen grimmig. Zo is er in Italië van democratie en respect voor fundamentele rechten en verworvenheden weinig sprake meer door wat volgens de V.N. beschreven werd als een ‘diepgeworteld racisme’. Dit kan enkel verklaard worden binnen een kader van legitimatie van puur racisme, onder andere door de regering-Berlusconi (die neofascisten bevat). De situatie in Calabrië, waarbij onlangs een deel van de migrante bevolking letterlijk gedeporteerd werd, is daar een perfect voorbeeld van. Dergelijke situaties zijn bij ons gelukkig nog niet aan de orde, maar het blijvend gebrek aan een consequente linkerzijde maakt dat de reactionaire krachten die zo’n zaken mogelijk maken, aan terrein zullen blijven winnen.
Uit dit artikel is duidelijk wat de onderstroom is van de NSV-erkenningen. De huidige context van crisis en onzekerheid betekent dat antifascistische strijd belangrijk blijft.
zondag 17 januari 2010
De tragedie van Haïti
De omvang van de ramp in Haïti begint ondertussen duidelijk te worden. 50000 slachtoffers zal vermoedelijk aan de lage kant liggen, en zowel op vlak van aantal doden, getroffenen, als op vlak van schade aan infrastructuur, overtreft deze ramp zowat alle andere uit de recente geschiedenis.
Letterlijk de helft van een land moet heropgebouwd worden, maar het ergste is dat er wel eens honderduizenden doden geteld zouden kunnen worden, waarvan heel wat pas in de dagen na de ramp zullen omgekomen zijn.
Er is inderdaad geen mogelijkheid tot hulp vanuit een reeds mislukte en zo goed als onbestaande staat, en bovendien leefde het land de afgelopen decennia reeds vaak uitsluitend op basis van (nood)hulp.
De miserie op Haïti is en was voor de aardbeving ook al buiten alle proportie: het armste land in het westelijk halfrond, maar wat zegt dat eigenlijk? Toen autoritaire regimes aan de macht waren die duizenden levens kostten en gesteund werden door de V.S., waren brutale repressie, uitbuiting, corruptie en armoede de voornaamste zorg voor de Haïtianen. Er kwam niet veel verandering op dat vlak na de zogenaamde 'democratisering', maar door de enorme armoede en afwezigheid van enig sociaal beleid (en dan nog niet eens op de manier waarop wij dat kennen) groeide de bevolking aan, terwijl er aan massale ontbossing gedaan werd om meer landbouwgrond te kunnen bewerken.
Periodieke orkanen en zware regenval zorgden hierdoor dat erosie vrij spel kreeg. Gevolg: minder vruchtbare grond en opeenvolgende voedselcrisissen, resulterend in nog meer afhankelijkheid voor het land.
De rol van het Amerikaanse imperialisme valt in deze niet te onderschatten. Obama reageerde consequent na de ramp, maar de gestuurde hulp zal verre van voldoende zijn. Van structurele maatregelen is al helemaal geen sprake, en de afhankelijkheid van het land zal ervoor zorgen dat autonome politieke beslissingen omtrent de toekomst ervan, alsook enige economische onafhankelijkheid, onmogelijk lijken. En dit nog niet eens rekening houdend met het feit dat er in Haïti geen politieke kracht aan de macht is die hieraan zou denken. Aristide was ooit een alternatief, maar opgeslokt door corruptie, V.S.-inmenging en onder druk van een extreem reactionaire oppositie, faalde ook hij. Tot op het punt dat zelfs de V.S. zélf in 2004 hielp bij zijn afzetting, ook al bood het land hem onder Clinton nog formele steun. Het was de tot nog toe laatste episode van 'hard power' in de V.S.-achtertuin, maar geen kat die zich dat nu nog herinnert.
Even verderop ligt Cuba, een land dat volgens de V.N. nog steeds tot de ontwikkelde landen behoort en in de regio veruit het meest geavanceerd is op sociaal vlak. Cuba heeft reeds dokters gestuurd naar Haïti, maar uiteraard zullen we dat niet zien in onze media.
Op de Spaanse tv kwam er een enigszins degelijke reportage over, waarbij een Cubaanse dokter werd geinterviewd en de reporter zelf zei dat "de getroffen mensen van Haïti nog relatief kalm blijven in omstandigheden waarin westerlingen het geen 5 minuten zouden vol houden". Mooi contrast tegenover het beeld van gewelddadige bendes met machetes, dat wordt opgehangen door heel wat burgerlijke media. Alsof chaos, wanorde en geweld in zo'n situatie niet logisch zouden zijn; alsof er in New Orleans na Katrina geen gelijkaardige scenes te zien waren (zij het niet op zo'n grote schaal).
De enige manier dat Haïti hier ooit kan uitkomen, zonder opnieuw een straatarme V.S.-kolonie te worden, is door het land structurele kansen te geven om zichzelf te organiseren. Dat zoiets slechts zal kunnen indien het beschermd wordt van vrijhandelsakkoorden en indien de peulenschil die het nu krijgt van de internationale gemeenschap, gevoelig uitgebreid wordt.
Zelden in de recente geschiedenis werd een heel land immers op zo'n schaal verwoest. Het is dus een kwestie van leven of dood of er nu correct gehandeld wordt of niet. Financiële steun voor onmiddelijke hulp is uiteraard noodzakelijk, maar om een vicieuze cirkel van chaos en dood te vermijden op het land, zal een politiek standpunt verdedigd moeten worden, ook door de NGO's.
Letterlijk de helft van een land moet heropgebouwd worden, maar het ergste is dat er wel eens honderduizenden doden geteld zouden kunnen worden, waarvan heel wat pas in de dagen na de ramp zullen omgekomen zijn.
Er is inderdaad geen mogelijkheid tot hulp vanuit een reeds mislukte en zo goed als onbestaande staat, en bovendien leefde het land de afgelopen decennia reeds vaak uitsluitend op basis van (nood)hulp.
De miserie op Haïti is en was voor de aardbeving ook al buiten alle proportie: het armste land in het westelijk halfrond, maar wat zegt dat eigenlijk? Toen autoritaire regimes aan de macht waren die duizenden levens kostten en gesteund werden door de V.S., waren brutale repressie, uitbuiting, corruptie en armoede de voornaamste zorg voor de Haïtianen. Er kwam niet veel verandering op dat vlak na de zogenaamde 'democratisering', maar door de enorme armoede en afwezigheid van enig sociaal beleid (en dan nog niet eens op de manier waarop wij dat kennen) groeide de bevolking aan, terwijl er aan massale ontbossing gedaan werd om meer landbouwgrond te kunnen bewerken.
Periodieke orkanen en zware regenval zorgden hierdoor dat erosie vrij spel kreeg. Gevolg: minder vruchtbare grond en opeenvolgende voedselcrisissen, resulterend in nog meer afhankelijkheid voor het land.
De rol van het Amerikaanse imperialisme valt in deze niet te onderschatten. Obama reageerde consequent na de ramp, maar de gestuurde hulp zal verre van voldoende zijn. Van structurele maatregelen is al helemaal geen sprake, en de afhankelijkheid van het land zal ervoor zorgen dat autonome politieke beslissingen omtrent de toekomst ervan, alsook enige economische onafhankelijkheid, onmogelijk lijken. En dit nog niet eens rekening houdend met het feit dat er in Haïti geen politieke kracht aan de macht is die hieraan zou denken. Aristide was ooit een alternatief, maar opgeslokt door corruptie, V.S.-inmenging en onder druk van een extreem reactionaire oppositie, faalde ook hij. Tot op het punt dat zelfs de V.S. zélf in 2004 hielp bij zijn afzetting, ook al bood het land hem onder Clinton nog formele steun. Het was de tot nog toe laatste episode van 'hard power' in de V.S.-achtertuin, maar geen kat die zich dat nu nog herinnert.
Even verderop ligt Cuba, een land dat volgens de V.N. nog steeds tot de ontwikkelde landen behoort en in de regio veruit het meest geavanceerd is op sociaal vlak. Cuba heeft reeds dokters gestuurd naar Haïti, maar uiteraard zullen we dat niet zien in onze media.
Op de Spaanse tv kwam er een enigszins degelijke reportage over, waarbij een Cubaanse dokter werd geinterviewd en de reporter zelf zei dat "de getroffen mensen van Haïti nog relatief kalm blijven in omstandigheden waarin westerlingen het geen 5 minuten zouden vol houden". Mooi contrast tegenover het beeld van gewelddadige bendes met machetes, dat wordt opgehangen door heel wat burgerlijke media. Alsof chaos, wanorde en geweld in zo'n situatie niet logisch zouden zijn; alsof er in New Orleans na Katrina geen gelijkaardige scenes te zien waren (zij het niet op zo'n grote schaal).
De enige manier dat Haïti hier ooit kan uitkomen, zonder opnieuw een straatarme V.S.-kolonie te worden, is door het land structurele kansen te geven om zichzelf te organiseren. Dat zoiets slechts zal kunnen indien het beschermd wordt van vrijhandelsakkoorden en indien de peulenschil die het nu krijgt van de internationale gemeenschap, gevoelig uitgebreid wordt.
Zelden in de recente geschiedenis werd een heel land immers op zo'n schaal verwoest. Het is dus een kwestie van leven of dood of er nu correct gehandeld wordt of niet. Financiële steun voor onmiddelijke hulp is uiteraard noodzakelijk, maar om een vicieuze cirkel van chaos en dood te vermijden op het land, zal een politiek standpunt verdedigd moeten worden, ook door de NGO's.
zaterdag 16 januari 2010
Waarom
Een persoonlijke blog is meestal een narcistisch gegeven, daar ben ik mij zeer van bewust. De meerderheid van alle blogs ter wereld worden door geen kat gelezen, een kleine minderheid heeft een zekere 'underground' aanhang, en slechts enkelingen krijgen evenveel hits als pakweg nieuwssites.
Het nut van bloggers, met name in 'censuurrijke gebieden' (ik gebruik graag eufemismen), mag echter zeker niet onderschat worden. Tevens zijn er blogsites die soms even veel nieuwswaarde hebben als die van 'kwaliteitskranten', maar daar kruipt uiteraard heel wat werk in.
Dergelijke zaken zijn in dit geval ook helemaal niet de ambitie. Louter het idee van eens 'mijn gedacht' te zeggen over bepaalde thema's (ernstig en minder ernstig) is hier in de eerste plaats van belang. Of deze blog in de toekomst een ander soort (politiek) instrument wordt, valt nog te bezien.
Want daarover zal het uiteraard vaak gaan; het is een individuele blog met persoonlijke meningen, maar ik steek niet weg dat ik actief ben bij de Linkse Socialistische Partij, ofte CWI (Comitee for a Workers' International) België. Soms zullen mijn meningen, stellingen, etc. samenvallen met die van bovengenoemde organisaties, maar soms zal het helemaal niet over politiek gaan.
Muziek, studies, werk, reizen, of precies het gebrek daaraan zijn zaken waar ik minstens even veel over te zeggen heb, en dat zal ook in de publicaties gereflecteerd worden. Uiteraard niet met als doel om al mijn irrelevante 'wapenfeiten' te kennen te geven, dat interesseert niemand. Wél als mijn persoonlijke ervaringen en belevenissen een zekere bijdrage kunnen leveren tot discussie, zij het over politiek of over iets anders. Daarin zal ik proberen mijn algemene visie op de wereld te integreren in alle thema's waar ik het over heb.
Maar genoeg met dit formeel taalgebruik; de voorstelling van deze blog is denk ik ondertussen wel duidelijk. Het doel moet een wekelijkse 'submission' zijn waarin ik bespreek wat mij van week tot week het meeste opviel, beïnvloedde, etc. Als ik de smaak te pakken krijg, komen er misschien zelfs regelmatiger berichten, dus af en toe een bezoekje brengen is de boodschap!
Ik beloof hierbij plechtig dat ik zal proberen om alle komende publicaties minder saai te maken dan deze.
Marc
Het nut van bloggers, met name in 'censuurrijke gebieden' (ik gebruik graag eufemismen), mag echter zeker niet onderschat worden. Tevens zijn er blogsites die soms even veel nieuwswaarde hebben als die van 'kwaliteitskranten', maar daar kruipt uiteraard heel wat werk in.
Dergelijke zaken zijn in dit geval ook helemaal niet de ambitie. Louter het idee van eens 'mijn gedacht' te zeggen over bepaalde thema's (ernstig en minder ernstig) is hier in de eerste plaats van belang. Of deze blog in de toekomst een ander soort (politiek) instrument wordt, valt nog te bezien.
Want daarover zal het uiteraard vaak gaan; het is een individuele blog met persoonlijke meningen, maar ik steek niet weg dat ik actief ben bij de Linkse Socialistische Partij, ofte CWI (Comitee for a Workers' International) België. Soms zullen mijn meningen, stellingen, etc. samenvallen met die van bovengenoemde organisaties, maar soms zal het helemaal niet over politiek gaan.
Muziek, studies, werk, reizen, of precies het gebrek daaraan zijn zaken waar ik minstens even veel over te zeggen heb, en dat zal ook in de publicaties gereflecteerd worden. Uiteraard niet met als doel om al mijn irrelevante 'wapenfeiten' te kennen te geven, dat interesseert niemand. Wél als mijn persoonlijke ervaringen en belevenissen een zekere bijdrage kunnen leveren tot discussie, zij het over politiek of over iets anders. Daarin zal ik proberen mijn algemene visie op de wereld te integreren in alle thema's waar ik het over heb.
Maar genoeg met dit formeel taalgebruik; de voorstelling van deze blog is denk ik ondertussen wel duidelijk. Het doel moet een wekelijkse 'submission' zijn waarin ik bespreek wat mij van week tot week het meeste opviel, beïnvloedde, etc. Als ik de smaak te pakken krijg, komen er misschien zelfs regelmatiger berichten, dus af en toe een bezoekje brengen is de boodschap!
Ik beloof hierbij plechtig dat ik zal proberen om alle komende publicaties minder saai te maken dan deze.
Marc
Abonneren op:
Reacties (Atom)
